Ratio op de buitenschoolse opvang Op de buitenschoolse opvang mag één pedagogisch medewerker maximaal tien kinderen van 4 t/m 6 jaar opvangen, en bij kinderen van 7 t/m 12 jaar is dat aantal maximaal twaalf.
De beroepskracht-kind-ratio (BKR)
Ook mag één begeleider in de kinderopvang tien basisschoolkinderen van 4 t/m 6 jaar of twaalf oudere basisschoolkinderen van 7 t/m 12 jaar opvangen.
Een spermadonor kan straks geen grote groepen kinderen meer verwekken. Er komt een landelijk systeem dat strenger gaat toezien op de maximale aantal van 25.
maximaal 5 kinderen van 1 tot 2 jaar;maximaal 8 kinderen van 2 tot 4 jaar;maximaal 10 kinderen van 4 tot en met 6 jaar;maximaal 12 kinderen van 7 en ouder.
Er mogen maximum 8 kinderen per aanwezige kinderbegeleider zijn.
Bij kinderen van 1 tot 2 jaar mag één pedagogisch medewerker vijf kinderen opvangen, en bij peuters tussen de 2 en 4 jaar oud mag één pedagogisch medewerker maximaal acht kinderen opvangen. Zodra er op één groep kinderen uit verschillende leeftijdscategorieën worden opgevangen, wordt de BKR daar op aangepast.
Bij de maximale groepsgrootte van twintig kinderen zijn er dus twee beroepskrachten actief. Een groep in de leeftijd van 7 tot 12 jaar telt maximaal 24 kinderen. Dan is er één beroepskracht op elke 12 kinderen. Bij de maximale groepsgrootte van 24 kinderen zijn er dan dus ook 2 beroepskrachten actief.
Veilige en gezonde kinderopvang
Een kinderopvang moet 3,5 m² binnenspeelruimte hebben per aanwezig kind. Maakt de kinderopvang gebruik van klaslokalen? Dan tellen die ook mee, maar alleen als zij voldoen aan de wettelijke eisen aan de binnenspeelruimte. Er is voldoende gezonde voeding en beweging.
Wel is er een maximum van 9 kinderen per begeleider. Zolang er voldoende kinderbegeleiders zijn en er ruimte is, kunnen kinderen opvangen worden in een bepaalde groepsopvanglocatie. Wel is het zo dat elke leefgroep niet groter mag zijn dan 18 kinderen.
De Wet IKK schrijft voor dat kinderopvangorganisaties letterlijk aan ouders mededelen wanneer er minder personeel op de groep staat. Dit mag maximaal drie uur op een dag en alleen bij organisaties die minimaal aaneengesloten 10 uur op een dag open zijn. Deze regels gaan in vanaf 1 januari 2018.
In Nederland mag een donor maximaal 25 kinderen verwekken bij maximaal 12 vrouwen.
220 miljoen kinderen wereldwijd
Die schatting is gebaseerd op zes relevante statistieken: 151 miljoen kinderen verloor één of beide ouders. 1 kind op 10 leeft niet bij zijn of haar biologische ouders.
Iedere school is verplicht om voor- en naschoolse opvang aan te bieden, als ouders daarom vragen. Meestal geven scholen dit uit handen en wordt de buitenschoolse opvang geregeld door een kinderopvangorganisatie.
Van 14 naar 18 kinderen per begeleider in buitenschoolse opvang tegen 2026, sector bezorgd: "Dat is echt te veel" Eén begeleider voor wel 18 kinderen, dat wordt vanaf 2026 de nieuwe realiteit voor de buitenschoolse opvang, de opvang voor en na school voor kinderen van 3 tot 12 jaar.
Een ve-groep mag maximaal uit zestien kinderen bestaan. De pedagogisch medewerker-kind ratio is één op acht.
Maximum aantal uren
Voor de BSO geldt dat 70% van de gewerkte uren in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag. Voor ZZP-ers gelden dezelfde regels. Bij eventuele controle van de belastingdienst moeten zij aannemelijk maken dat zij het opgegeven aantal uren hebben gewerkt.
"In Nederlandse kinderopvang staat 1 verzorger in voor 4 kinderen, in Vlaanderen is realiteit 1 begeleider voor 9"
Babygroepen van 0-2 jaar mogen maximaal 16 kinderen tellen. Het aantal pedagogisch medewerkers is dan vier. In volledig verticale groepen van 0-4 jaar gelden specifieke eisen voor het maximum aantal kinderen van een bepaalde leeftijdscategorie.
Per kind is minimaal 3,5 m2 bruto-oppervlakte passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar.
Gemiddeld betalen ouders nu ruim 9 euro per uur voor dagopvang. De overheid vergoedt vanuit de kinderopvangtoeslag in 2023 voor dagopvang maximaal 9,12 euro per uur. Voor buitenschoolse opvang is dat 7,85 euro en de maximale uurprijs voor vergoeding bij een gastouder is 6,85 euro.
Bent u houder van een kinderdagverblijf of een locatie voor buitenschoolse opvang? Dan moet u zorgen voor passend ingerichte ruimtes voor spelen en rusten. Deze ruimtes moeten afgestemd zijn op de leeftijd van de kinderen en het aantal kinderen. In het Bouwbesluit 2012 staan de bouweisen voor kindercentra.
Zo is de maximumuurprijs voor de dagopvang (€ 8,17 in 2020 en € 8,46 in 2021) hoger dan het maximumuurprijs voor de buitenschoolse opvang (€ 7,02 in 2020 en € 7,27 in 2021). Voor de gastouderopvang geldt een maximumuurprijs van € 6,27 in 2020 (€ 6,49 in 2021). Dus betaalt u meer dan de maximumuurprijs?
Als er geen plaats is in de opvang, kan de kinderopvangorganisatie ouders eventueel doorverwijzen naar een andere locatie van dezelfde organisatie. Een andere mogelijkheid is dat er nieuwe aanbieders van buitenschoolse opvang op de markt komen.