Kies je voor de spekboon 'Neckargold', dan zaai je tussen half mei en half juni. Je zaait zo'n 4-5 bonen per stok, op een afstand van 75x75 cm. Voorzaaien is ook een optie; zaai dan 4-5 bonen per potje en plant deze vervolgens uit bij een stok of draad.
Zaai per persoon 20 bonen. Bonen zijn eenvoudig om te kweken. Na het zaaien kun je na 10 dagen al een plantje boven de grond verwachten.
Dek de geultjes af met ongeveer 3 cm grond en geef voldoende water. Bij stamslabonen houd je een rijafstand aan van 45 cm. Bij stokslabonen moet je 75 cm ruimte tussen de rijen aanhouden. Je kan ook kiezen om in een plantgat 4 bonen bij elkaar te zaaien.
klimbonen-mix
Zaaien vanaf half mei tot begin augustus. 3 bonen elk 20 cm of aan elke stok. Langs draden, staken of klimrek leiden.
Stokbonen plant je aan stokken van minimaal 2,5 meter hoog. Zet ze op 50 cm afstand van elkaar. Maak op 70 cm afstand een tweede rij en verbind de stokken van beide rijen met een lange stok bovenaan aan elkaar. Per stok zaai je 4 bonen.
Staakbonen: Zet eerst stokken per 3 of per 4 en bind ze bovenaan aan elkaar vast.Zaai aan elke poot een 8-tal zaadjes. In het begin zal het nodig zijn de plant te helpen leiden rond de stokken, doe dit in wijzerzin!
Boontjes houden niet van natte grond want dan kunnen de zaden rotten, het zand zorgt voor een betere afwatering. Houd de zaden vochtig maar geef ze zeker niet te veel water.
Je kan per m2 ongeveer 8 tot 10 planten telen. Stokbonen telen inplaats van stambonen heeft als voordeel dat ze minder snel last hebben van schimmel omdat de planten goed kunnen drogen. Zaai bonen pas vanaf half mei buiten of vanaf begin mei binnen en zaai alleen met droog en warm weer.
Stokbonen zijn klimmende bonen, die met behulp van een stok of touw omhoog kunnen groeien.Stambonen zijn niet-klimmende bonen. De planten worden tussen de 40 en 60 centimeter groot en hebben dan ook geen ondersteuning nodig.
Sla telen onder bonenstokken
Als je namelijk stokken in rijen zet, dan is de ruimte ertussen leeg. Zaai er wat sla of andijvie zaden, en als dan de bonen te veel licht weg nemen, zijn ze klaar om te oogsten!
De opbrengst is bij bonen dikwijls een meevaller en schommelt tussen de 12 kg (stam) en 20 kg (stok) per 10 m2. Afhankelijk van de varieteit zijn een, twee of meerdere plukbeurten nodig. Wacht niet te lang met oogsten, de kwaliteit gaat snel achteruit.
Rond half juli kan men de laatste bonen in volle grond zaaien. Bonen zijn immers zeer gevoelig voor nachtvorst, zodat de oogst tegen half oktober zeker moet binnen zijn. Let er op dat je bij staakbonen de bonen aan de binnenkant van de stokken zaait, zo groeien ze gemakkelijker langs het raamwerk.
In rijen kan je ongeveer 8 tot 12 peulen planten per strekkende meter laten groeien in de volle grond.
Neem voor een portie sperziebonen van 250 gram op je bord, 250-300 verse bonen.
Gedroogde en geconserveerde peulvruchten zoals bruine bonen of linzen bevatten veel koolhydraten, net als bijvoorbeeld rijst of aardappelen. Een goede portie peulvruchten als u deze eet als bron van koolhydraten bij uw maaltijd is ongeveer 200 gram (gekookt gewicht). Dit komt neer op ongeveer 4 opscheplepels.
Stamboon. Lekkere dubbele stamslaboon, geeft veel malse sperziebonen in trosjes van 4 tot 5 stuks. Oogst de boontjes rond de 10 cm lang; dan zijn ze het lekkerst.
Bonen oogsten
Struikboontjes groeien niet zo hoog en kan je sneller oogsten. Naargelang het soort boontjes hebben boontjes ongeveer tussen de 50 à 90 dagen nodig om te groeien voordat je ze oogst. Pluk de rijpe bonen van de plant met je handen.
Welk materiaal je ook gebruikt en welke vorm je voorkeur ook heeft: je stokken moeten zeker 2,5 meter lang zijn. Je bonenplanten worden immers zeker twee meter hoog en je moet een deel van de lengte van de stok gebruiken om hem stevig in de grond te plaatsen.
Bonen groeien op bijna alle grondsoorten, maar houden niet van zure grond. Ze groeien goed in de volle zon, op warme grond die niet te nat is. Bonen zorgen zelf voor stikstof doordat ze stikstof uit de lucht opslaan in de wortelknobbeltjes (stikstofsynthese). Daarom hebben ze weinig bemesting nodig.
Stamslabonen kunnen we op rijen zaaien, op 50 cm tussen de rij, en 10 cm in de rij. We krijgen dan ongeveer 25 planten per m2 . Planten we in pollen dan gebruiken we veelal de afstand 50 x 40 cm, per pol worden dan 4 zaden gebruikt.
Zaai boontjes 2 tot 4 cm diep. In zandgrond kun je iets dieper planten, in kleigrond iets minder diep. Zaai of Plant struikbonen 8 cm uit elkaar en de rijen 40 cm tussen de rijen. Voor stokbonen zet je om de 50 cm een stok die je diagonaal plaatst recht tegenover een andere stok.
Stambonen en stokbonen:
De opbrengst van stambonen bedraagt gemiddeld 12 kilo per 10 vierkante meter. Het grootste voordeel van stambonen is het snelle groeien en dus ook snelle oogsten (sneller dan stokbonen die eerst veel stengels en blad moeten maken om te klimmen).
Bonen zaai je van begin mei tot eind juni. Dan moet het wel warm en droog zijn, want bij kou en regen komen de bonen niet goed op. En laat dat nu net geen garantie zijn in Nederland. Bovendien zijn de jonge zaailingen erg kwetsbaar voor nachtvorst.
Maar welke groenten hebben dan wel extra voedingsstoffen nodig? Dat zijn onder andere: bonen, druiven, kool- en bladgewassen, tomaten, courgette, aardbeien, pompoen, komkommer, prei en paprika kunnen wel wat extra's gebruiken. Één van de belangrijkste voedingsstoffen die je kunt aanvullen is kalk.
Zet (bamboe)stokken of wilgentakken stevig in de grond en maak op de kruispunten bovenaan een horizontale stok vast. Rondom elke staak plant je 7 bonen die je later uitdunt op 5. Bonen zijn linkswindend en als ze loswaaien moet je ze dus linksom vastzetten.