Over spaargeld, beleggingen en ander vermogen (box 3) betaal je in 2024 meer belasting. Het belastingtarief gaat omhoog van 32% in 2023 naar 36% in 2024. Dit zou 34% zijn, maar is inmiddels verder verhoogd naar 36%. Daarnaast wordt het zogenoemde heffingsvrije vermogen niet gecorrigeerd voor inflatie.
Het belastingtarief voor box 3 stijgt echter wel van 32% in 2023 naar 34% in 2024. Dat betekent dat als je spaargeld en andere bezittingen boven de vrijstellingsgrens uitkomen, de belasting die je moet betalen in box 3 hoger zal zijn dan vorig jaar.
Deze schulden hoeven mensen niet meer op te geven aan de belasting. Zo wordt de belasting op vermogen beter verdeeld. Tijdens de behandeling van het Belastingplan heeft de Tweede Kamer besloten het belastingtarief in box 3 na amendering te verhogen van 32% naar 36% per 1 januari 2024.
Daarom moet je vanaf een bepaald bedrag belasting betalen over je spaargeld. In 2024 mag je 57.000 euro belastingvrij sparen.
Hoeveel belasting betaal je over 100.000 euro spaargeld? Over een ton spaargeld betaal je dus belasting over het bedrag dat boven de vrijstelling uitkomt. Voor alleenstaanden is dit € 100.000 – € 57.000 = 43.000.
Zolang er bij een bank niet meer dan €100.000 per rekeninghouder is gestald, staat toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) garant. Zo is je geld 100% veilig. Ook als de bank falliet gaat. Heb je meer dan €100.000 aan spaargeld, dan kun je het beter spreiden over meerdere banken.
De maatregelen in het Belastingplan 2024 hebben effect op mensen in loondienst en op gepensioneerden. Zij betalen in 2024 minder belasting over hun inkomen en houden meer over. Ook mensen met een hoger inkomen gaan er in 2024 op vooruit.
Over het belastingjaar 2022 geldt een heffingsvrij vermogen van 50.650 euro (voor fiscaal partners is dat 101.300 euro). Dat betekent dat als jouw vermogen op 1 januari 2022 lager is dan dit bedrag, je geen belasting hoeft te betalen over je vermogen.
Box 2 heeft vanaf 1 januari 2024 2 schijven. De 1e schijf belast de 1e € 67.000 van het inkomen uit aanmerkelijk belang tegen een tarief van 24,5%. Is het inkomen hoger dan € 67.000, dan wordt het meerdere in de 2e schijf belast tegen 33%.
De vermogensrendementsheffing is de officiële benaming voor de belasting over je vermogen. De Belastingdienst verwacht dat je met dit vermogen (spaargeld en beleggingen) een bepaald rendement haalt. Over dit (veronderstelde) rendement heft de Belastingdienst in 2023 32% (2024: 36%) belasting.
Het belastingtarief in box 3 is 31% in 2022 en 32% in 2023.In 2024 is het tarief 34% en daarna blijft het tarief waarschijnlijk 34%. Daartegenover staat dat het heffingsvrije vermogen (het vermogen waarover je geen belasting betaalt) ook is gestegen: van € 50.650 per persoon in 2022 naar € 57.000 per persoon in 2023.
Je hoeft gelukkig niet over al je spaargeld belasting te betalen, want er geldt een belastingvrije voet. Vanaf 2021 bedraagt die belastingvrije voet € 50.000,- zonder fiscale partner en € 100.000 mét fiscale partner.
Voor de jaren 2023 t/m 2026 wordt de box 3 belasting berekend wordt volgens de forfaitaire spaarvariant. Het belastingtarief stijgt in 2024 van 32% met 4% naar 36%, dat is 3% meer dan eerder het plan was. De vermogensvrijstelling blijft in 2024 € 57.000, dubbel voor fiscaal partners.
Box 3 wijziging 2023 en 2024
Het tarief in box 3 wordt verhoogd van 32% naar 36% in 2024. Het tarief blijft dan in 2025 ook 36%. Het heffingsvrije vermogen van € 57.000 per belastingplichtige blijft in 2023 en 2024 gelijk. Het nieuwe box 3 stelsel is uitgesteld tot 2027.
De fiscus kan bankrekeningen van individuen raadplegen om achterstallige schulden (belastingen) te innen. In realtime kan de belastingdienst echter niet volgen welke transacties er allemaal plaatsgrijpen op je bankrekening.
Een eigenwoningschuld in box 1 is daardoor niet langer zonder meer voordelig. Bij een relatief laag bedrag aan aftrekbare hypotheekrente in verhouding tot de fiscale bijtelling van het eigenwoningforfait kan een hypotheek in box 3 soms meer fiscaal voordeel opleveren dan een hypotheek met renteaftrek in box 1.
Tarieven en heffingsvrij vermogen
Het tarief in box 3 wordt jaarlijks verhoogd. De Tweede Kamer heeft inmiddels ingestemd met een verhoging van het tarief naar 36% in 2024. Ook het heffingsvrij vermogen is per 2023 omhooggegaan.
Aanrechtsubsidie in 2024
Dit is dan ook de reden dat de aanrechtsubsidie steeds verder wordt afgebouwd; vanaf 2023 stopt de regeling helemaal. Door het afbouwen van de regeling, hangt de hoogte van de heffingskorting grotendeels af van het jaar waarin je bent geboren.
Als je met pensioen gaat, betaal je wel inkomstenbelasting over de pensioenuitkering die je dan krijgt. Hiervoor geldt vanaf je AOW-gerechtigde leeftijd een lager tarief. Daardoor houd je bij hetzelfde bruto-inkomen meer over dan wanneer je eerder met pensioen gaat.
In het kort. Het bijzonder tarief is een aangepast belastingtarief voor eenmalige beloningen zoals vakantiegeld en bonussen. Het tarief varieert van 0% tot 55%, afhankelijk van het inkomen en de gezinssituatie van de belastingplichtige.
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, dure sieraden of een auto. Als u alleen woont geldt een maximumbedrag van € 7.575, en als u met uw partner of met een kind (jonger dan 18 jaar) woont € 15.150 (bedragen voor 2024). Heeft u meer vermogen? Dan kunt u geen AIO-aanvulling krijgen.
Hebt u opzettelijk of met grove schuld inkomen uit sparen en beleggen niet of onjuist aangegeven (box 3-inkomen)? Dan is de boete 150% van de belasting die u opzettelijk hebt verzwegen.Bij grove schuld is dat 75%.