De belangrijkste is eenafstandsbepaling bij een inworp. Tot op heden was geen minimumafstand in de regels opgenomen. In hetnieuwe seizoen moet een tegenstander ten minste twee meter van deinwerpende speler gaan staan. Spelers die zich daar niet aan houden,krijgen een gele kaart.
De afstand tussen de binnenkant van de palen is 7.32 meter en de afstand van de onderkant van de doellat tot de grond is 2.44 meter.
– Wanneer de keeper de bal langer dan 6 seconden in zijn/haar handen heeft, dan krijgt de tegenpartij een vrijetrap op de plek waar dit gebeurde. – Bij een achterbal moet de uittrap binnen het 5 metergebied genomen worden. Dit mag een veldspeler ook doen.
De speler moet met een deel van beide voeten op of achter de zijlijn, in het neutraal gebied op maximaal 1 meter van de zijlijn, met het gezicht naar het speelveld gericht, de bal met beide armen boven of achter het hoofd inwerpen op de plaats waar de bal over de zijlijn is gegaan.
De regels: De bal moet met twee handen vanuit de nek over het hoofd gegooid worden. Een gedeelte van beide voeten van de ingooiende speler raakt de zijlijn aan, of staat daarachter. De inworp vindt plaats op de plek waar de bal het speelveld heeft verlaten.
De beste manier is: - Stevig rechtop gaan staan met de voeten iets uit elkaar. - De bal met twee handen achter het hoofd vasthouden. - Kijken naar de plek waar je wil dat de bal komt en dan met één vloeiende beweging met beide armen de bal naar die plek gooien.
In het doelgebied (op 5 meter van de achterlijn, bij de positie van het doel) mag de keeper niet worden aangevallen. Op de hoekpunten van het gebied mag via een achterbal de bal weer in het spel worden gebracht. Op 11 meter van het midden van het doel is de penaltystip. Vanaf die stip worden de penalties genomen.
Een doelpunt vier je als team, behalve de keeper. Deze clown rent vaak als een gek in zijn doelgebied om een treffer te vieren. Of ze gaan van gekkigheid in hun eigen gebiedje op de grond liggen rollen. Eigenlijk is dit puur een schreeuw om aandacht, aandacht die ze overigens nooit krijgen.
Een speler staat namelijk in buitenspelpositie wanneer de speler de bal ontvangt op het moment dat hij/zij tussen de keeper en de laatste verdediger staat. Ook staat een speler buitenspel als hij/zij de keeper voorbij is en de bal ontvangt die in een voorwaartse lijn is gespeeld.
Na het nemen van de strafschop wordt direct het spel hervat. Dat wil zeggen dat alle spelers de bal direct mogen spelen, mits deze in het veld blijft. De wedstrijd moet worden verlengd voor een strafschop die wordt genomen aan het einde van een helft of aan het einde van een verlenging.
Een paar andere beslissende aspecten van buitenspel zijn: een speler kan niet buitenspel staan op zijn eigen helft; een speler kan niet buitenspel staan als hij of zij de bal rechtstreeks ontvangt uit een inworp, doeltrap of hoekschop. Buitenspel is echter nog steeds mogelijk vanuit een vrije trap.
Wanneer de bal het speelveld verlaat, zal de lijnrechter naar de plaats lopen waar de bal over de lijn is gegaan. Wanneer hij daar aankomt zal hij zijn vlag in de richting van de inworp wijzen. Dit is de aanvallende richting van het team dat mag ingooien.
Dit wordt ook wel de neutrale zone genoemd. En zal de bal ingooien op de plek waar de bal uit is gegaan. Wanneer een speler de inworp op een verkeerde plaats neemt loopt deze speler kans om een gele kaart te krijgen. De voetbalwedstrijd wordt hervat nadat de inworp is genomen.
Een doelman, doelverdediger of keeper (vrouwelijk doelvrouw, doelverdedigster of keepster) is bij voetbal een speler die moet voorkomen dat de bal in het eigen doel terechtkomt. Een voetbalelftal heeft altijd één doelman in het veld staan.
Een keeper kan ook hands maken, hoewel hij nog in het strafschopgebied staat. Dit kan wanneer hij de hand met de bal buiten het strafschopgebied heeft (buiten de lijn) en met zijn voeten nog in het strafschopsgebied staat. Deze overtreding wordt maar zelden door de scheidsrechter gezien.
Kan een keeper een doelpunt scoren door de bal rechtstreeks vanuit zijn/haar strafschopgebied in de tegenstander hun goal te gooien? Antwoord: Neen, de scheidsrechter kent dan een doelschop toe aan de tegenstander.
De ideale lengte voor een doelman is 1.85 meter."
Omdat de maatvoering ""oorspronkelijk"" zijn opgesteld in Engeland zijn alle afmetingen in Britse lengtematen, dus in yards. Yards zijn weer vertaald naar meter en incl. afronding naar cm. Dat verklaart in elk geval waarom de afstand van een muurtje geen rond getal is 10 yards = 9,15 m.
De officiële afstand die tussen de speler die de vrije trap neemt en de 'muur' van spelers hoort te zitten is 9.15 meter.
Een strafschopgebied is in het voetbalveld een gebied van 16,5 (18 yard) bij 40,3 meter, dat voor beide doelen gepositioneerd is. De naam verwijst naar de mogelijkheid voor de scheidsrechter om een strafschop te geven voor de aanvallende partij.
Een schouderduw en een duw of duwen met de schouder zijn twee verschillende disciplines. Met de schouderduw wordt bedoeld, het schouder tegen schouder duwen, met de ogen gericht op de bal, waarbij beide spelers de bal kunnen spelen. De bal moet namelijk binnen het bereik zijn van de spelers.
Nee, als er wordt ingegooid kan je niet buitenspel staan.
Het is teams toegestaan om maximaal zeven wisselspelers op de bank te plaatsen. Er zijn voor de teams 7 wisselbewegingen toegestaan waarbij een eerder gewisselde speler ook terug mag keren in de wedstrijd. Dit betekent dat in totaal zeven keer een speler gewisseld mag worden.