De richtlijn is als volgt. Geef je kind op een dag ongeveer 150 milliliter voeding per kilo van zijn gewicht. Als je kind 5 kilo weegt, heeft het op een dag dus ongeveer 750 milliliter voeding nodig. Dat zijn dus bijvoorbeeld 10 flesjes van 75 ml, of 9 flesjes van 80-85 ml.
Zo heeft een baby tot 1 maand oud ongeveer 150 ml moedermelk per kilogram lichaamsgewicht nodig en een baby tot 2 maanden oud 140 ml melk per kilogram. Voor een kindje tot 3 maanden oud wordt er uitgegaan van 130 ml, tot 4 maanden van 120 ml en tot 5 maanden van 110 ml.
Dit hangt af van het gewicht van je baby, het aantal voedingen en de samenstelling van de gekolfde melk. Een baby drinkt per dag gemiddeld ongeveer 150 ml per kilo lichaamsgewicht. Een baby van 5 kilo heeft dus elke dag 750 ml moedermelk nodig. Als hij zes voedingen krijgt is dat ongeveer 110 ml per voeding.
Je voedt minimaal 6 keer per 24 uur. Zolang de baby minder dan 5 kilogram weegt, mag de tijd tussen de voedingen niet langer zijn dan 6 uur. Geef je alleen borstvoeding, dan is nachtvoeding normaal en zelfs goed voor de instandhouding van de borstvoeding.
Een baby moet 20 (7 of 10, of 15) minuten aan elke borst gevoed worden. Niet waar! Belangrijk is dat we het verschil maken tussen 'aan de borst liggen' en 'uit de borst drinken'. Enkele voorbeelden: Een baby die 15 Ã 20 minuten aan een kant effectief drinkt, wil de tweede kant misschien helemaal niet meer.
Per voeding beide borsten aanbieden en je baby tenminste 20 minuten aan de eerste borst laten drinken. Vaak drinkt je baby wel aan de tweede borst, soms niet. Dat maakt niet uit. Kijk naar je baby.
Beide borsten aanbieden
Het is goed om in de eerste periode beide borsten tijdens iedere voeding aan te bieden. Zo komt de voeding sneller op gang en het zorgt ervoor dat je minder last zult hebben van stuwing.
Vaak is 20ml of 30ml moedermelk per keer voldoende. Daarna kan je kind de voeding aan de borst eventueel 'afmaken'. Als je kind gekolfde melk drinkt omdat je niet bij hem kan zijn, dan laat je ook de oppas kleine hoeveelheden aanbieden. Zo voorkom je dat je melk verspild wordt.
In de tweede maand wordt uitgegaan van 140 ml, de derde maand 130 ml, de vierde maand 120 ml en de vijfde maand 110 ml. Is je baby zes maanden of ouder, dan zal hij – als hij volledig of voornamelijk borstvoeding krijgt – ongeveer 100 ml per kilogram lichaamsgewicht drinken.
Reken op ongeveer 8 tot 12 voedingen per 24 uur, dat is elke 2 tot 3 uur een voeding. Je geeft je baby borstvoeding zodra hij er om vraagt. Als de vorige voeding langer dan 3 uur geleden is en je baby slaapt nog, maak hem dan voorzichtig wakker voor de volgende voeding.
Het is belangrijk om minstens 7 keer per dag te blijven kolven. De melkproductie neemt geleidelijk toe. Een volledige productie van 750 ml is normaal. Bedenk dat je baby in een normale situatie ook 's nachts zou drinken en dat te volle borsten de toeschietreflex en de melkproductie belemmeren.
Hoe vaak je op een dag kolft, hangt ervan af hoe vaak je baby nog bij je drinkt. Je kolft namelijk net zo vaak als dat je kindje bij je zou drinken wanneer jullie wel samen zijn. Bij veel vrouwen komt dit neer op drie keer per dag kolven, gedurende een volle werkdag.
Dubbelzijdig kolven duurt gemiddeld 10 tot 15 minuten. Langer kolven om meer melk te krijgen heeft geen zin. Het kan zelfs de borst en tepels beschadigen. Zodra er geen melk meer komt moet je stoppen.
Overproductie of overvoeden? Soms kan het gebeuren, dat een baby in een vicieuze cirkel terecht komt en meer melk binnenkrijgt dan hij nodig heeft. Meestal ontstaat deze situatie doordat vraag en aanbod niet op elkaar afgestemd zijn geraakt.
Wanneer genoeg gedronken? Baby's hebben genoeg gedronken als ze uit zichzelf de tepel loslaten, in een voldane slaap vallen of hun zuigritme oppervlakkiger wordt. Lijkt je baby na een voeding niet tevreden, maakt hij nog hapbewegingen of sabbelt hij op zijn vuistjes, bied je borst dan nogmaals aan.
De eerste dag krijgt een baby (afhankelijk van het geboortegewicht) 10-15 ml voeding per keer. De eerste 10 dagen wordt dit gemiddeld met 10 ml per voeding per dag opgehoogd; 2e dag 20 cc per voeding, 3e dag 30 cc etc. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je baby uitkomt op ongeveer 90-110 ml per voeding.
Hoe vet je moedermelk is, heeft te maken met hoe leeg je borst is. Hoe leger je borst, hoe vetter je melk. Aan het begin van de ene voeding zal je borst voller zijn en je melk dus minder vet dan aan het begin van een andere voeding.
Heb je maar af en toe een fles moedermelk nodig, dan kolf je een paar keer kleine hoeveelheden af.Die kleine porties kan je samenvoegen tot één voeding. Je kan een half uur tot een uur na een borstvoeding een beetje afkolven. Of, als je baby 's ochtends maar aan één borst drinkt, kan je kolven aan de andere kant.
Richtlijnen voor het bewaren
De auteurs kwamen tot de conclusie dat melk bij 15 °C veilig was gedurende 24 uur en bij 25 °C gedurende vier uur. Dit betekent dat afgekolfde melk veilig worden bewaard gedurende ongeveer vier uur bij maximaal 26 °C.
Als uw baby ook aan de borst drinkt kolf dan na de voeding. In het begin lijkt kolven wel een dagtaak. Als kolven een gewoonte wordt, kost het u waarschijnlijk minder moeite. Als u een keer in tijdnood komt, kunt u aanhouden dat na ongeveer 1 uur de borsten voldoende melk hebben aangemaakt om weer te kunnen kolven.
45 minuten per borst is vrij lang. Indien je kindje actief drinkt en dit na een tijdje minder wordt zou je op dat moment kunnen wisselen naar je andere borst. Daarna weer terug.
De baby mag drinken tot hij/zij voldaan is en zelf de borst loslaat. Dit kan 10 tot 20 minuten duren. Daarna kan de baby opnieuw worden aangelegd aan de tweede borst. De baby kan eventueel tussendoor verschoond worden als hij/zij slaperig is.