Vanaf het planten tot het oogsten moet je bij de vroege rassen rekenen op ca. 90 dagen. De opbrengst per plant zal normaal tussen de 1 en 2 kg liggen, afhankelijk van de variëteit en oogsttijdstip. Wanneer de aardappelplanten zijn uitgebloeid en de stengels boven de grond uitgedroogd, is het tijd om te oogsten.
Tijdens je eerste jaar aardappels telen, zou een goede opbrengst 25 ton per hectare zijn. Ervaren boeren kunnen na jaren van oefenen opbrengsten behalen van 40 tot 70 ton per hectare. De uiteindelijke opbrengst hangt van veel factoren af.
Wanneer aardappels poten? Als u zelf aardappelen wilt planten, dan poot u ze bij voorkeur tussen juni en oktober. De bodem dient voldoende bemest en los te zijn. Een vaste structuur is voor de late aardappelsoorten echter geen probleem.
Oogsten. Vroege aardappelen kun je al oogsten als de knollen groot genoeg zijn, terwijl het loof nog niet is afgestorven. Aardappelen om te bewaren, oogst je pas als het loof is afgestorven. De aardappel is dan afgerijpt en is daardoor langer houdbaar.
Je kunt de aardappels ook in de grond laten zitten, ondergronds blijven ze namelijk best goed. In dat geval is het een kwestie van het loof verwijderen en maaltje voor maaltje de piepers uit de grond halen.
Het duurt ongeveer 4 weken voor de aardappelen boven de grond komen (afhankelijk van het weer). En zo ziet dat er dan uit. Niet erg mooi. Maar wel heel handig.
Voor je aardappelteelt volstaat een flinke bemesting met verteerde stalmest of met compost. Vervolgens moet je er voor zorgen dat je grond rijk is aan kalium (kali of tuinpotas) en magnesium (kieseriet). De kalium zorgt voor een betere vruchtvorming en de magnesium voor een mooier en sterkere loof.
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Aardappelen zijn een kalibehoeftig gewas. Kalium (K) zorgt voor de aanmaak en transport van zetmeel en suikers en voor de waterhuishouding. Kalium heeft een positieve invloed op de opbrengst (zowel totale opbrengst als aandeel grove knollen).
ð¥ Plantafstand opbrengst
Hoeveel pootaardappelen je nodig hebt, hangt af van hoeveel plaats je vrij hebt in de moestuin en hoeveel kilogram je wenst te oogsten. Gemiddeld mag je rekenen op ongeveer 4 kg oogst per vierkante meter geplante pootaardappelen.
Saldo's van veel belangrijke akkerbouw-gewassen zijn gestegen, het saldo van suikerbieten het meest. De meeste belangrijke akkerbouwgewassen leveren financieel meer op dan een paar jaar geleden. Vooral wintertarwe, suikerbieten en consumptieaardappelen leveren de akkerbouwers een hoger saldo op.
Tijdens het eerste jaar waarin je aardappels verbouwt, zou een goede opbrengst 25 ton per hectare zijn. Ervaren boeren kunnen na jaren van oefenen opbrengsten behalen van 40 tot 70 ton per hectare. Houd er rekening mee dat 1 ton = 1.000 kg en 1 hectare = 10.000 vierkante meter.
Elke kweekzak is geschikt voor 3 plantaardappelen of 4, als aan kleinere aardappelen de voorkeur wordt gegeven. Als u de 3 kweekzakken telkens met een afstand van 4 weken beplant, kunt u langer oogsten.
Bij vroege aardappelen is het zetmeelgehalte vaak nog niet hoog genoeg om er echt mooie bruine frieten van te maken. Dit betekent echter niet dat u van vroege aardappelen geen lekkere patat kunt maken! Frieslander en première zijn namelijk uitstekende aardappelen om patat van te maken.
800 a 900 kilogram per dag
Het gemiddeld aantal knollen dat je telt bij het optrekken van een paar aardappelplanten laat duidelijk zien waarom aardappeltelers niet helemaal tevreden zijn: Er missen gemiddeld gewoon 2 a 3 knollen per plant en ook de grofte moet nog komen.
Wil je grotere aardappels telen, dan oogst je pas als de plant geel wordt en afsterft: in juli of augustus. Aardappels oogsten: altijd leuk! Pas op dat je bij het oogsten de aardappels niet beschadigt want dan kan je ze niet meer bewaren.
De meeste vroege en middelvroege aardappelen kun je in juli rooien. En anders zeker begin augustus. Halflate of late rassen oogst je in september of oktober.
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Aardappelen hebben niet super veel water nodig. Wanneer het erg warm is kun je de aardappelen 1 keer per week water geven. Is het niet super warm dan is een keer per 2 weken voldoende. (De aardappelen hoeven namelijk niet continue onder water te staan maar hebben wel water nodig om te groeien).
Plant de aardappelen in rijen.
Zorg voor voldoende afstand tussen de rijen (± 70 cm), zo kan je je aardappelplanten achteraf gemakkelijker aanaarden. Maak plantgaten van zo'n 5 cm diep. In lichte grond (zandgrond) mogen ze zelfs iets dieper zijn (tot 10 cm). Respecteer een afstand van 30 tot 50 cm tussen de plantgaten.
Waar halverwege de vorige eeuw nog vele handen hielpen bij het looftrekken van aardappels om het blad te doen afsterven, wordt loof tegenwoordig vooral doodgespoten. Met metingen kan de hoeveelheid gif beter worden afgestemd op de fase waarin de plant zich bevindt.
Pootaardappels. Aardappels teel je uit speciaal gekweekte aardappelknollen: de zogenaamde pootaardappels. De pootaardappels worden in het voorjaar geplant en na twee tot drie weken komen de stengels boven de grond. De plant ontwikkelt ook ondergrondse stengels, zogenaamde stolonen, waaraan zich de nieuwe knollen vormen ...