Het is bij ons in de praktijk gebruikelijk deze ruimte na 6 weken op te vullen met een tijdelijke voering ('tissueconditioner'). 6 weken daarna slinkt de kaak nog maar weinig en kan de tijdelijke voering door een blijvende voering vervangen worden ('rebasing').
Hierdoor is ruimte ontstaan tussen uw kaak en uw kunstgebit. Na ongeveer zes weken of liever nog iets langer, kan de tandarts uw kunstgebit aanpassen. Hij kan een nieuwe laag of 'voering' in uw kunstgebit aanbrengen waardoor het weer steviger zit.
Na de verwijdering van een tand of kies, slinkt de kaak op deze plaats. Dit proces verloopt de eerste maanden na het trekken snel, daarna gaat het veelal trager. De mate waarin het kaakbot na het trekken zal slinken, is moeilijk te voorspellen en verschilt van persoon tot persoon.
Voordat een klikgebit op de implantaten bevestigd kan worden, zal uw gebit eerst volledig hersteld moeten zijn. Het herstel van uw gebit neemt doorgaans zes tot acht weken in beslag. Tijdens deze periode biedt men u een tijdelijke gebitsprothese, in de vorm van verschillende bruggen.
Slinken van de kaak
Om implantaten te kunnen plaatsen moet er voldoende bot aanwezig zijn. Echter, na het trekken van een tand of kies zal de kaak gaan slinken. Hoeveel dit is, is per persoon verschillend. Hoe langer echter wordt gewacht, des te meer de kaak zal slinken.
Als uw tanden en kiezen zijn getrokken, heeft het kaakbot op deze plaatsen geen functie meer. Hierdoor verdwijnt (slinkt) het kaakbot in de loop van de jaren. Als u dan een tandimplantaat wilt laten plaatsen, hebt u misschien te weinig kaakbot over, waardoor het implantaat te weinig houvast heeft.
Wat is eraan te doen? Met verschillende technieken kan bot dat verloren is gegaan worden teruggewonnen. Met behulp van uw eigen bot en/of botvervangers wordt de kaak weer opgebouwd. Na 4-6 maanden is het bot voldoende ontwikkeld en kunnen de implantaten worden geplaatst.
Wanneer een kunstgebit of prothese 's nachts uit is, kan men niet tandenknarsen of klemmen en komen tandvlees en kaak tot rust. Daarmee voorkomt u ook verdere slijtage aan het kaakgewricht en de prothese.
Normaal schermt een bloedklonter de tandholte af tot die volledig genezen is, maar soms komt de bloedklonter te vroeg los of lost deze op. Hierdoor kunnen er voedselresten in de holte komen en beginnen te ontsteken. Je krijgt dan typisch meer pijn 2 tot 3 dagen na het trekken van de tand.
Het trekken van verstandskiezen wordt vaak in paren van 2 gedaan. Per kaak worden de verstandskiezen verwijdert. Wij adviseren niet om 4 verstandskiezen tegelijk (onder narcose) te laten trekken. Het laten trekken van de verstandskies kan door een tandarts of kaakchirurg worden gedaan.
Kaakbot herstellen
De hoeveelheid kaakbot neemt af, zodra u een tand of kies bent verloren of als u last heeft van tandvleesontstekingen. Er zijn verschillende mogelijkheden het kaakbot weer op te bouwen. In sommige gevallen kan de implantoloog de botopbouw tegelijk doen met de plaatsing van het implantaat.
Het botdefect wordt opgevuld met (kunst)bot en bedekt met een membraam. Hoewel niet afgebeeld, zal het tandvlees hier weer overheen gehecht worden en zal het lichaam over het algemeen drie tot zes maanden nodig hebben om voldoende nieuw bot te vormen.
Een klikgebit biedt de ideale oplossing wanneer u niet in aanmerking komt voor een regulier kunstgebit, of als u niet (langer) de wens heeft een regulier kunstgebit te dragen. Sommige mensen vinden een kunstgebit niet comfortabel of ervaren het als pijnlijk. Een klikgebit biedt in deze gevallen de uitkomst.
Vroeger liepen de mensen voor ze een kunstgebit kregen meestal 3 maanden zonder tanden. Dit kan tegenwoordig nog steeds, echter maatschappelijk is dit vaak niet mogelijk. Tegenwoordig wordt het gebit onmiddellijk, na het trekken van de laatste tanden en kiezen, in de mond geplaatst.
U kunt nagenoeg weer alles met uw gebit doen zoals u dat vroeger deed met uw eigen gebit. U kunt dus weer praten, eten, bijten, lachen en zoenen. Zonder te hoeven nadenken.
Mag ik het gebit ´s nachts inhouden? Om de kaken rust te geven, is het beter dat u het gebit 's nachts niet draagt. Vindt u het vervelend om met een lege mond te slapen, doe dan alleen het ondergebit uit. Als u het gebit niet uit wilt doen, laat het dan regelmatig nakijken door de tandarts.
Officieel spreken we van een noodgebit als er meer dan acht tanden tegelijk worden getrokken. Worden er acht of minder tanden getrokken, dan is het een immediaat prothese. Zodra uw kaak is geheeld, meten we uw definitieve AvaDent gebit aan.
Neem de eerste dagen zacht voedsel zoals puree, gehakt en zacht fruit. Probeer enkele dagen daarna een stukje vis en een aardappel. Weer wat later kun je steviger voedsel eten zoals vlees of een appel. Stukken afbijten doe je beter niet met een kunstgebit.
Tips voor het eten met een kunstgebit
Begin met kleine hoeveelheden eten dat in kleine stukjes is gesneden. Kauw de eerste helft van het eten linksachter in je mond en de andere helft rechtsachter. Zo wordt de druk over je kunstgebit verdeeld. Begin met zacht eten.
De nadelen zijn: • Het gebit zit los in je mond, waardoor het kan schuiven tijdens het eten en praten. Iets afbijten met de voortanden gaat vaak moeilijker of helemaal niet. Door het schuiven van het kunstgebit kunnen er drukplekjes in je mond ontstaan. Je kaken worden kleiner wanneer je langer een kunstgebit draagt..
De tandarts zal de patiënt goed verdoven en de tanden en kiezen worden eruit gehaald. Het kunstgebit wordt vervolgens over de wonden geplaatst. Het werkt hier bij als het ware als een drukverband. De patiënt krijgt de instructie om het gebit 24 uur in te houden.
Een klikgebit heeft veel voordelen ten opzichte van een standaard kunstgebit. Naast het ontbreken van het gehemelte zit een klikgebit een stuk vaster in de mond en geeft het meer en beter gevoel tijdens het eten, lachen en praten.
Om de tand of kies te behouden is een wortelkanaalbehandeling de beste keuze. Hierbij wordt het ontstoken tandweefsel weggehaald. Het alternatief voor deze behandeling is het trekken van de tand of de kies. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een wortelkanaalbehandeling niet mogelijk is.
In principe kan bij iedereen met een volgroeid kaakbot (vanaf ongeveer 18 jaar) een implantaat worden geplaatst. Er moet wel aan enkele voorwaarden worden voldaan. Er is voldoende kaakbot aanwezig. Voor een goede houvast is voldoende kaakbot een noodzaak.
Omdat het kaakbot zachter is in de bovenkaak, dient men minimaal 4 implantaten in de bovenkaak te plaatsen. Soms worden er zelfs 6 implantaten in de bovenkaak geplaatst. Omdat de neusbijholtes vlak boven de bovenkaak zitten is het uitvoeren van een sinuslift vaak nodig om implantaten in de bovenkaak te plaatsen.