Normaliter worden windturbines vastgezet met een fundering in de bodem van de zee, of ze staan op een drijflichaam dat met ankerlijnen op zijn plaats blijft. De betonnen voet met de stalen buispaal.
„Dat komt omdat er onderhoud nodig is. Windturbines zetten zichzelf automatisch in een 'onderhoudsstand' wanneer er onderhoud nodig is. Sinds oktober 2019 zijn ze na elkaar in die veilige, inactieve stand gekomen.” De weersomstandigheden waren begin dit jaar alleen niet geschikt voor groot onderhoud op zee.
Het 50 megawatt grote windpark zal 15 kilometer uit de Schotse oostkust geïnstalleerd worden. De zee is hier 45 tot 143 meter diep.
Om de 26 windmolens op het land te funderen is 45 kilometer betonnen heipaal nodig. Per windmolen 66 palen van 23 tot 30 meter lengte en 500 mm vierkant om één windmolen met een maximale rotorhoogte van 198 meter hoogte te kunnen funderen.
De meeste windmolens hebben drie rotorbladen en deze rotorbladen vangen de wind op. Het punt waar de bladen (wieken) bij elkaar komen, wordt de rotor genoemd. De wind zorgt ervoor dat de rotor in zijn geheel gaat draaien. De rotorbladen zijn tevens verstelbaar en kunnen aangepast worden op de sterkte van de wind.
Het systeem in de windmolens zorgt er voor dat de bladen om hun eigen lengte-as kunnen draaien, dit proces wordt ook wel pitchen genoemd. Bij extreme windsnelheden worden ze automatisch uitgeschakeld. Afhankelijk van het bouwjaar, gebeurt dat bij windsnelheden van windkracht 10 t/m 12.
De mast is gemaakt van een soort beweegbaar staal. Zo blijft de molen in alle soorten weersomstandigheden staan. Hij waait dus niet zomaar om. De wieken zijn juist heel erg licht en heel sterk.
Normaliter worden windturbines vastgezet met een fundering in de bodem van de zee, of ze staan op een drijflichaam dat met ankerlijnen op zijn plaats blijft. De betonnen voet met de stalen buispaal.
In 3 tot 6 maanden draaien wekt een windturbine evenveel energie op als er nodig is voor de bouw, het onderhoud en de afbraak. Een windmolen gaat zo'n 20 jaar mee.
Investeringskosten: 29,58 miljoen euro. Turbines op de zee zijn een stuk duurder dan op het land, onder meer omdat het moeilijker is een vergunning te krijgen en omdat de logistieke kosten (o.a. vervoer per schip) natuurlijk hoger liggen. IRENA schat de investeringskost op 3.286,57 euro per kilowatt.
Windparken op zee kunnen naar verwachting 25 tot 35 jaar elektriciteit leveren. De eigenaar van een windpark is verplicht om het aan het einde van de levensduur te verwijderen. En al bij de bouw van het windpark moet daarvoor een forse bankgarantie ingeleverd worden.
Dit komt omdat windturbines op zee gecompliceerder zijn om te bouwen. De fundering en plaatsing van een dergelijke molen is niet eenvoudig. Dicht langs de kust hebben we te maken met vogeltrekroutes. Verderop in zee kun je er lastig bijkomen.
Het antwoord is neen. Op zee kan het ook wel eens windstil zijn. Vaak is dat in de zomermaanden wanneer het warm en loom weer is en net voor er warmteonweders losbarsten. De zee is dan zo plat als een spiegel en geen zuchtje wind.
Hierbij kantelen de kop en de wieken zodat de wind alleen tegen de scherpe zijde van de wieken waait. Van de voorkant lijken ze dan dunnere wieken te hebben. Daardoor vangt de windmolen bijna geen wind meer en komen de wieken tot stilstand, rustig wachtend op een aangenamer briesje.
Een windmolen bevat ook zeker 1000 liter smeerolie. De meeste turbines hebben een 'versnellingsbak' die de draaiing van de wiekas omzet naar een toerental dat optimaal is voor stroomopwekking.
Windmolens draaien gemiddeld circa 80% van de tijd. Ze staan stil tijdens een storing of onderhoud (3% van de tijd, dit is minder dan de helft van een kolencentrale of gascentrale en vergelijkbaar met bijvoorbeeld een auto). Onderhoud wordt bij voorkeur gepleegd op windstille momenten om productieverlies te voorkomen.
De gemiddelde economische terugverdientijd van een windturbine op land is minder dan 8 jaar en op zee korter dan 12 jaar. Factoren die de terugverdientijd verkorten: Grotere afmetingen en hoogte van een windturbine wat i.h.a. resulteert in een hogere opbrengst.
Het basis salaris van het werken aan land en op zee komen nog redelijk overeen. Zo verdien je bij beiden (bruto) tussen de € 2.600,- (junior) tot € 3.600,- (ervaren) euro per maand. Afhankelijk of je veel overuren draait of vaak een weekend (consignatiedienst) extra draait kan dit salaris nog wat hoger uitvallen.
Voor de plaatsing van één windmolen kan een ondernemer rekenen op een vergoeding van 40.000 – 50.000 euro per jaar. Ook een zonneweide brengt aardig wat in het laatje. De bijverdienste is volgens de fiscalist niet zonder risico.
Ruimte tussen windturbines
Windturbines staan ongeveer één kilometer van elkaar af; in de ruimte tussen die turbines zijn andere activiteiten mogelijk, maar alleen als die verenigbaar zijn met het windpark.
Dat zit 'm vooral in de productie: een standaard 3 mW windturbine op land bevat 300 ton staal en ijzer, naast ruim 8 ton aan andere metalen. De fundering vraagt 900 ton beton.
De wieken kunnen bij moderne windturbines om hun as draaien (pitchen) met behulp van elektromotoren met tandwielkasten, om het vermogen te regelen.
Je zou het misschien niet verwachten, maar in de meeste windmolens zit een lift, zodat de monteurs en andere medewerkers niet tien trappen op hoeven om bovenin de windturbine te komen.
Uitschakelen gaat door het 90 graden verdraaien (pitchen) van de wieken waardoor deze dwars op de wind, in vaanstand, komen te staan en de molen daardoor vanzelf stil gaat staan.