De ouder zonder gezag heeft geen recht op inzage of afschrift, maar enkel recht op informatie op basis van het dossier. Die informatie mag mondeling en/of op schrift worden verstrekt. Verder mag de ouder zonder gezag geen informatie ontvangen die de ouder met gezag ook niet mag ontvangen.
Plichten van de juridisch ouder zonder ouderlijk gezag
Plicht tot omgang met het kind (artikel 1:377a lid 1 BW). Plicht om het recht op familieleven van het kind te respecteren (artikel 8 EVRM). Plicht tot betalen van kinderalimentatie, naar draagkracht (artikel 1:392 lid 1 BW).
Als een vader zijn kind (nog) niet heeft erkend, maar wel betrokken is bij de verzorging en opvoeding, kan hij aanspraak maken op bepaalde rechten, zoals het recht op contact met zijn kind. Er is in dat geval namelijk sprake van “family life”. Dit is vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Om als vader of partner het ouderlijk gezag te krijgen, moet u samen een verzoek doen bij de rechter. Dit kan pas als u juridisch ouder bent. Daarvoor moet u het kind erkennen.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook al heb je als biologische vader het kind niet erkend, dan nog heb je recht op contact met je kind. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans in een omgangsregeling geregeld.
Het is aan jullie om te bepalen wie de verzorgende ouder is. Dit is de ouder die de meeste zorg- en opvoedingstaken op zich neemt. Hier zijn de kinderen het vaakst. Daarnaast moet er in de omgangsregeling komen te staan hoe vaak en wanneer de kinderen bij de niet-verzorgende ouder zullen zijn.
Het is een misverstand dat vaders volgens de wet minder voor het kind mogen zorgen dan moeders. De wet zegt niet bij welke ouder het kind het hoofdverblijf moet hebben en hoe de regeling voor de andere ouder eruit ziet. Daarover beslissen de ouders. Als zij er niet uitkomen beslist de rechter.
Gezag heeft geen invloed op omgangsregeling
Heeft de vader geen gezag, dan heeft hij dezelfde rechten bij een omgangsregeling als een vader met gezag. In beide gevallen heeft hij er immers recht op om zijn kind te mogen zien.
De moeder heeft van rechtswege het gezag over een kind. Bij het weigeren van de moeder om medewerking te verlenen aan het aanvragen van gezamenlijk gezag, kan de vader een verzoek bij de rechtbank indienen. Onze advocaat personen- en familierecht bespreekt die procedure aan de hand van een recente uitspraak.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook als je als biologische vader het kind niet hebt erkend heb je recht op omgang. Dit is wettelijk vastgelegd. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans vastgelegd in een ouderschapsplan.
De vader kan door de moeder niet verplicht worden het kind te erkennen. Wel kan zij gerechtelijk laten vaststellen wie de verwekker is, aan de hand van DNA test. De rechter kan een DNA test bevelen, in het belang van het kind. In zoverre moet de vader dus een inbreuk dulden op zijn integriteit.
Gezag andere ouder stoppen
De rechter stopt het gezamenlijk gezag alleen als het in het belang is van het kind. De rechter bepaalt ook wie van u het gezag dan krijgt. Heeft u meer kinderen, dan bepaalt de rechter voor ieder kind apart wie het ouderlijk gezag krijgt.
Zo is de vader die ouderlijk gezag heeft verplicht om bij te dragen in de zorg en opvoeding over het kind. Hij mag ook meebeslissen bij belangrijke aangelegenheden, zoals het verlenen van toestemming voor het aanvragen van een paspoort of het ondergaan van medische behandelingen.
U moet hiervoor een verzoek tot verkrijgen van gezag indienen bij de rechtbank. De rechter zal het verzoek alleen bij hoge uitzondering inwilligen, als dat voor uw kind echt nodig is. Nadat het gezamenlijk gezag stopt, moet de andere ouder nog steeds meebetalen aan de opvoeding en verzorging van het kind.
Het gezag is belangrijk omdat daarmee rechten en plichten ontstaan die de meemoeder niet heeft als zij het kind slechts heeft erkend. Door het gezag heeft de meemoeder het recht en de plicht het kind te verzorgen en op te voeden en is zij de wettelijk vertegenwoordiger van het kind.
De ouder, die het ouderlijk gezag heeft, dient samen met degene die het gezag graag zou willen hebben een verzoek in bij de rechtbank: het is dus een gezamenlijk verzoek aan de rechtbank. Die ander moet in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staan.
Ja, je kunt de vader van je kind het ouderlijk gezag weigeren, tenzij jullie kind uit een wettelijke verbintenis wordt geboren. Dan heeft de vader automatisch ook gezag.
In Nederland staan alle minderjarigen volgens de wet onder gezag. Minderjarig is iedereen onder de 18 jaar. Het gezag over het kind ligt in principe bij de ouders van wie het kind afstamt (de moeder en biologische vader). Dit noemt men het ouderlijk gezag.
Soms zijn er na een scheiding ernstige problemen tussen de ouders. Dan kan een ouder alleen het gezag aanvragen. Dit heet 'eenhoofdig gezag aanvragen'. De rechter geeft het gezag aan een van beide ouders.
Informatie- en consultatieplicht
De plicht houdt in dat de verzorgende ouder verplicht is om de niet-verzorgende ouder te informeren over zijn of haar kind en om hem of haar te betrekken bij belangrijke beslissingen die voor het kind genomen moeten worden.
Als u uw kind erkent, wordt u de juridische ouder van het kind. U krijgt dan een aantal rechten en plichten. Om de wettelijke vertegenwoordiger van het kind te worden, moet u het ouderlijk gezag aanvragen.
Afhankelijk van de complexiteit van de zaak neemt een aanvraag tot wijziging van het gezag in eenhoofdig gezag tussen de 5 en 10 uur in beslag. Dat betekent dat de totale kosten voor het wijzigen naar eenhoofdig gezag tussen de circa €800,- en €2000,- bedraagt.
Een kind mag vanaf zijn 12e verjaardag dus niet zelf kiezen waar hij/zij gaat wonen of hoe vaak hij/zij naar de andere ouder gaat. Pas vanaf het moment dat een kind volwassen is, vanaf zijn/haar 18e verjaardag, mag een kind zelf keuzes maken.
Kinderen van afwezige vaders zijn bijvoorbeeld vaak rationeel en helder. Ze hebben leiderschapskwaliteiten en zijn zich erg bewust dat anderen ondersteuning en goedkeuring nodig hebben, juist omdat ze het zelf niet kregen. Ze kunnen opkomen voor zichzelf en voor anderen. Ze houden vast aan hun verantwoordelijkheden.
Bij het vaststellen van de omgangsregeling vraagt de rechter hoe hij of zij er tegenaan kijkt. Heeft een kind grote bezwaren tegen omgang met één van de ouders, dan weegt de rechter die bezwaren mee in de beslissing over het al dan niet ontzeggen van de omgang.