Het nieuw gevormde weefsel heet granulatieweefsel. Het is vochtig, helder rood en korrelig. Voor de vorming van granulatieweefsel zijn (voedings)stoffen nodig, zoals; eiwitten, mineralen, vitamine A en C, zuurstof, groeifactoren, enzymen en hormonen.
Granulatie of de granulatiefase is de tweede fase (zie wondfases) in de wondgenezing. Als de exsudatiefase is beeindigd vult de wond zich met nieuw, tijdelijk weefsel. Dit weefsel noemt men granulatieweefsel. Granulatieweefsel is goed doorbloed en ziet er daardoor vrij rood uit.
De meest bekende behandeling van hypergranulatie is het 'wegbranden' met behulp van zilvernitraat (aanstippen). Deze behandeling is al bekend sinds de middelleeuwen, 17e en 18e eeuw (7). Door de behandeling met zilvernitraat krijgt het weefsel een grijze kleur (8).
De grondgedachte achter het RGZ-model is dat in het genezingsproces zwarte wonden (met necrose) overgaan in gele wonden (met infectieverschijnselen of fibrinebeslag) en ten slotte in rode wonden (met granulerend weefsel).
Kenmerken van hypergranulatie zijn rood brokkelig, glanzend weefsel boven het niveau van de omliggende huid. Het komt voor bij bijvoorbeeld brandwonden, veneuze wonden en doorligwonden.
Eens het keloïd gevormd is, zal het niet spontaan in omvang verkleinen. Dat in tegenstelling tot gewone overmatige littekengroei, waarbij de littekenvorming binnen de grenzen van de oorspronkelijke wonde blijft en vaak spontaan verdwijnt binnen 6 tot 12 maanden.
Fibrine is een bloedstollingseiwit in het bloedplasma dat een belangrijke rol speelt bij de normale wondgenezing en bloedstolling, maar het speelt ook een rol bij de ontstekingsreactie.
Wanneer de bedekkende opperhuid direct na het sluiten van de wond weer de volle dikte bereikt, is nog goed te zien dat het onderliggende weefsel nog rood, dik en stug is. Het granulatieweefsel dat de lederhuid vervangt, moet nog verder uitrijpen tot een dun, soepel en wit bindweefsel.
Bij een schaafwond is de huid open geschuurd, bijvoorbeeld bij vallen op straat. De bovenste laag van de huid is beschadigd. U ziet rode puntjes bloed op de geschaafde huid. Er kan wat helder gelig vocht uit de wond komen.
Een rode wond is een oppervlakkige of diepe, open wond die aan het helen is, zoals een schaaf- of brandwond. Een gele wond heeft veel wondvocht. Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven weefsel. Als je een gele wond hebt of een wond die niet goed geneest, neem dan contact op met je huisarts.
In de gele laag zitten celresten en samengeklonterde eiwitten. Deze laag moet worden verwijderd om de wondgenezing in gang te zetten. Het doel van de behandeling is het reinigen van het wondbed en absorptie van overmatig exsudaat.
Er zijn verschillende oorzaken waarom een wond niet goed geneest. De wond kan bijvoorbeeld erg groot zijn of vervuild. Het kan dan dat er hulpmiddelen nodig zijn om het proces voorspoedig te laten verlopen. Als een wond niet binnen een maand geneest, dan is er sprake van een chronische wond.
Hoe lang duurt wondroos
Het centrum van de wond mag zich niet verder uitbreiden. Na ongeveer vier à vijf dagen nemen de rode plekken zichtbaar af. U bent dan meestal ook geheel koortsvrij. Het kan wel zijn dat u nog steeds extra vocht vasthoudt.
Wij hebben het antwoord: het genezingsproces duurt bij kleine wonden meestal tussen de 24 en 72 uur. Wondgenezing bestaat uit 5 verschillende fasen. In de eerste fase, wanneer de wond ontstaat, zorgt de bloedstolling voor een tijdelijke afsluiting van de wond.
Hypergranulatie kan ontstaan door infectie, of door te lang doorbehandelen met granulatieweefsel bevorderende wondbedekkers zoals hydrocolloïden. Het kan worden behandeld met chirurgische technieken (egaliseren met een mesje, curetteren) of worden aangestipt met zilvernitraat.
Doordat de cellen in de basale laag zich voortdurend delen en deze uiteindelijk aan de bovenkant afschilferen, vernieuwt de opperhuid zich ongeveer één keer per maand. Het vermogen tot aanmaak van nieuwe cellen in de basale laag, maakt dat de huid bij een verwonding vrij snel dichtgroeit.
De laatste fase heet de rijpingsfase of remodellering. Het granulatieweefsel heeft de top bereikt. Het nieuwe weefsel is nog erg kwetsbaar. Daarom moet dit uitrijpen tot een dun, soepel en wit bindweefsellitteken.
Speciaal vocht uit de bloed- en lymfevaten voert afval en bacteriën weg, zodat er geen infectie ontstaat. Dit goedje heet wondvocht en is doorgaans dus een teken van goede genezing. Toch is er ook een keerzijde: té veel vloeistof kan je verwonding zacht maken en het genezingsproces in gevaar brengen.
Het jeukende gevoel geeft aan dat het genezingsproces aan de gang is. Een jeukende wond ontstaat doordat er tijdens de wondgenezing een vochttekort ontstaat rondom de wond.
Vitamines: verschillende vitamines (A, B, C en E) zijn belangrijk bij de wondgenezing. Een gebrek aan één enkele vitamine kan de genezing al vertragen.
Wij adviseren Staudt Wondzalf. Deze zalf bevordert de genezing van alle wonden. De zalf heeft een drievoudige werking. Namelijk: het ontsmet, heelt de wond en beschermt en verzorgt.
De gele wond moet dan gereinigd worden met een antibacterieel middel, zoals een wondspray. Fibrine is een eiwit dat zorgt voor een korstje. Meestal kan dit geen kwaad, maar als de korst dieper in de huid ligt, raden we aan om even langs de huisarts te gaan.
Er bevindt zich necrotisch weefsel in vervloeide vorm in de wond. De wondranden zijn rood en binnen in de wond is het weefsel geel en zwart van kleur. Veelal verspreidt de wond een sterke, onaangename geur.
1 Zwarte Wonden
Necrose kan zich voordoen als een droge harde korst, waaronder de wond probleemloos geneest. Dit is vergelijkbaar met een ingedroogde blaar.