Jouw werkstuk bestaat uit een voorblad, inhoudsopgave, voorwoord, zes tot acht hoofdstukken, nawoord en een bronnenlijst. Elk hoofdstuk is minimaal 30 regels aan tekst. De andere ruimte gebruik je voor de afbeeldingen. Je schrijft het werkstuk in Word met lettertype Calibri, lettergrootte 12.
Een werkstuk bestaat uit de volgende delen:
Omslag • Kaft met titel • Inhoudsopgave • Voorwoord • Kern • Slotwoord • Bronvermelding • Nawoord Deze delen moeten worden ingeleverd in bovengenoemde volgorde. Elk deel en elk hoofdstuk start op een nieuwe pagina.
In dat geval kun je ook prima een tabel gebruiken. je niet meetellen. Groep 7 minstens 1500 woorden en maximaal 1650 woorden. Groep 8 minstens 2400 woorden en maximaal 2650 woorden.
In je inleiding geef je algemene informatie over je onderwerp en baken je je onderwerp af zodat je lezer weet waar je onderzoek over gaat. Met die informatie beschrijf je jouw doelstelling, probleemstelling en presenteer je de hoofdvraag en deelvragen van je scriptie.
Je werkstuk moet minimaal drie hoofdstukken hebben, tenzij je juf of meester iets anders vraagt. Ieder hoofdstuk bestaat, met plaatjes en tekst, uit minstens 1 bladzijde (A4). Denk aan tekeningen en plaatjes! Dan is je werkstuk leuk om naar te kijken.
Het voorwoord van een scriptie komt na de samenvatting, maar vóór de inhoudsopgave. De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.
Een inleiding of intro geeft weer waar de inhoud over gaat, terwijl het voorwoord iets vertelt over hoe u het schrijven heeft ervaren. Tijdens het lezen van de inleiding, maakt de lezer kennis met de inhoud van het boek of het verslag. Tijdens het lezen van het voorwoord maakt de lezer kennis met de schrijver.
In groep 7 leert een kind nieuwe leesstrategieën en spellingregels.Daarnaast leert het rekenen met procenten en het metrieke stelsel van lengte, inhoud en gewicht.Vanaf groep 7 is Engels een verplicht vak.
In groep 6, 7 en 8 wordt rekenen steeds moeilijker. Je (oppas)kind leert nu over breuken, procenten, verhoudingstabellen en grote getallen tot 100.000! Ook de verhaalsommen, of redactiesommen, worden lastiger en alles wordt door elkaar aangeboden.
In het voorwoord van je scriptie of essay geef je aan waarom je voor je onderzoeksonderwerp hebt gekozen, voor wie het onderzoek is bedoeld (doelgroep) en wat je ervaringen waren tijdens het schrijven. Ook is het voorwoord de plek om mensen te bedanken die je met je onderzoek hebben geholpen.
Werkstuk kan verwijzen naar: Paper (werkstuk), wetenschappelijke tekst van beperkte lengte, over het algemeen geschreven in opdracht. Praktische opdracht, klein onderzoek of een ontwerpopdracht als toets. Profielwerkstuk, praktische opdracht voor leerlingen in de laatste klas uit de bovenbouw.
Dikgedrukt/Schuingedrukt.
Belangrijke tekst of quotes moet je voor leesbaarheid al dik- of schuingedrukt maken. Het helpt ook in de lengte van je document! Het letterpunt van 11 naar 12 veranderen valt minder op als je je documenten inlevert in PDF in plaats van een Word bestand.
Een goede manier om een inleiding te beginnen, is een persoonlijke anekdote die een direct verband houdt met je schrijfwerk. Vertel bijvoorbeeld hoe jouw eigen interesse voor het onderwerp is ontstaan, of op welk moment je op het idee bent gekomen om je boek of scriptie te schrijven.
Je voorwoord volgt direct na het titelblad en plaats je voor de samenvatting. Je voorwoord is een persoonlijke tekst waarbij de lezer een idee krijgt over wie de schrijver is. Daarnaast is het voorwoord bedoeld om mensen te bedanken die je hebben bijgestaan in het proces.
Als je alle hoofdstukken hebt geschreven, schrijf je tot slot nog een nawoord.Hier schrijf je kort wat je hebt geleerd en wat je leuk en minder leuk vond aan het werkstuk. Op het laatste blad van jouw werkstuk, schrijf je de 'bronnen'. Hier schrijf je alle boeken, tijdschriften en websites die je hebt gebruikt.
Hoofdstuk 1: Inleiding (met probleemanalyse en doelstelling)
Het eerste hoofdstuk is de inleiding van de scriptie. Studenten schrijven de inleiding nadat ze hebben bedacht wat het probleem van de opdrachtgever eigenlijk is en wat voor onderzoek daarbij hoort.
Opbouw Mijn tekst kent een inleiding, middenstuk en slot. structuurtoelichting. In het middenstuk staat ieder deelonderwerp in een aparte alinea. In het slot staan een samenvatting, conclusie en een uitsmijter.