Naarmate de nekspieren sterker worden, leert je baby: recht naar omhoog te kijken als hij of zij op de rug ligt. zijn of haar hoofd op te tillen als hij of zij op de buik ligt. zijn of haar hoofd al een tijdje rechtop te houden (rond 3 maanden).
Ontwikkeling baby van 3 maanden
Wanneer hij op zijn buik ligt, kan hij zijn hoofd goed optillen. Op die manier traint je baby zijn nek- en rugspieren.
Probeer uw kindje niet met twee handen onder de oksels op te pakken, hierbij kan het kindje gemakkelijk overstrekken. U kunt het kindje beter oppakken door één hand op de buik van de baby te leggen en het kindje op die hand te draaien. Doe dit niet te snel, zodat uw baby niet wordt overvallen.
Het is daarom heel belangrijk het hoofdje steeds goed te ondersteunen. Doe je dat niet of schud je de baby hard door elkaar, dan kunnen kleine bloedvaatjes in de hersenen scheuren door de beweging met alle gevolgen vandien zoals blindheid, doofheid, stuipen, leermoeilijkeheden, hersenbeschadiging of zelfs de dood.
Als je baby nog erg klein is, kun je hem iedere keer als je de luier verschoont een paar tellen op zijn buik leggen. Je baby spant dan even de spieren aan. Als je baby op de buik ligt, leert hij het hoofd op te tillen.
De zwaarste baby's worden geboren in mei
De zwaarste baby's worden namelijk in de maand mei geboren. Ze wegen zo'n 200 gram meer. Gemiddeld wegen baby's bij de geboorte rond de 3500 gram, al wordt er van een normaal geboortegewicht gesproken als een baby 2500 tot 4000 gram is.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Vanaf 6 à 8 weken begint de baby zijn hoofd ook op te tillen als hij op zijn rug ligt. In het begin kan dat nog heel wiebelig zijn, en pas bij 6 maanden zal hij zijn hoofd zelf goed en stil kunnen rechthouden. Het ondersteunen van het hoofd van je baby is vooral de eerste drie maanden echt belangrijk.
De gevolgen van overstrekken kunnen vervelend zijn voor zowel de baby als voor de ouders. Een kindje die zich af en toe overstrekt tijdens het huilen, hoeft geen reden tot zorgen te zijn. Als het je kindje echter erg vaak overkomt, kan hij gaan achterlopen in zijn motorische ontwikkeling.
Een baby is voor honderd procent afhankelijk van de zorg van anderen en kan nog niets zelf. Je jonge baby is dus nog helemaal afhankelijk van jou en je kan hem dus niet verwennen. Laat het goedbedoelde advies van je kraambezoek dus maar voorbij vliegen. Als hij huilt, is er iets met hem aan de hand.
De nekspieren van pasgeboren baby's moeten zich nog ontwikkelen. Als je baby net geboren is, kan hij zijn hoofd nog niet zelfstandig optillen. Daarom is het belangrijk om het hoofd van je baby in het begin goed te ondersteunen.
1 maand oud: 2 of 3 keer per dag een oefening van 1 tot 5 minuten per keer. 2 maanden oud: toewerken naar 20 tot 30 minuten per dag verspreid over verschillende sessies. 3 maanden oud: 45 tot 60 minuten per dag. 4 maanden oud: 80 tot 90 minuten per dag.
Dit kan jouw baby met 1 maand
maakt contact met jou door je aan te kijken. houdt de handjes meer open, in plaats van in een knuistje. kan voorzichtig zijn hoofdje optillen als je hem op zijn buik legt. kijkt graag naar bewegende voorwerpen, bijvoorbeeld naar een mobiel boven de box.
Het helpt bij het ontwikkelen van de motorische vaardigheden en fijne motoriek. Het is een aanloopje naar andere fysieke vaardigheden zoals omrollen zitten en kruipen. Door regelmatig op het buikje te liggen wordt een afgeplat hoofdje voorkomen. Het helpt je baby meer controle te krijgen over het hoofdje.
Een baby wassen na de geboorte hoeft niet elke dag in een babybadje. Twee of drie keer per week is voldoende als je het luiergebied goed schoonhoudt en zijn/haar handen regelmatig schoonmaakt. Doe je baby in bad vóór etenstijd. Te snel na het eten zal hij/zij misschien moeten overgeven.
Signalen van oververmoeidheid bij baby:
Vreemd genoeg zijn oververmoeide baby's vaak overactief: ze maaien met armpjes en beentjes en ze lijken om steeds meer aandacht en prikkels te vragen: als je met ze rondloopt kijken ze geïnteresseerd rond en stopt het huilen.
Hoe groter de baby wordt, des te meer kunnen de handjes u iets vertellen. Armbewegingen zijn ook heel belangrijk. Heftig op en neer gaande armen bijvoorbeeld geven een bepaalde opwinding weer. Prettige opwinding is een aanwijzing dat de baby een spelletje wil beginnen.
Wel is duidelijk dat drukte en een veelheid aan prikkels tegelijk bij elke baby tot overprikkeling kunnen leiden. Bij een hoogsensitieve baby komen de prikkels net wat harder binnen, met als gevolg dat hij gaat huilen of zich afsluit. Zelfs de dagelijkse boodschappen in de supermarkt kunnen een lijdensweg worden.
Symptomen van (verborgen) reflux herkennen bij je baby
Kokhalzen. Spugen. Overstrekken (het aanspannen van de rugspieren en het achterover drukken van het hoofdje) Slechte nachtrust.
Het is dus belangrijk voor de ontwikkeling van je kindje om hiermee te beginnen. Je kan met tummy time beginnen als je baby één week oud is en dit opbouwen tot een aantal keer per dag een paar minuten.
Afgeplat hoofdje voorkomen
Leg je baby vanaf het begin afwisselend met het hoofdje naar links en naar rechts wanneer je je baby in bedje ligt. Ook als je baby een voorkeurshouding heeft, is het belangrijk het hoofdje regelmatig naar de andere kant te draaien.
In het kort. Als je baby voortdurend de rugspieren aanspant en het hoofdje achterover drukt, overstrekt de baby zich. Het lijfje is dan voortdurend strak en gespannen, wat een naar gevoel geeft. Daardoor huilt een baby die zich overstrekt vaak meer dan normaal.
Maar ook andere symptomen zoals gebrek aan eetlust, braken, moeite met ademhalen, toename van de schedelomtrek, verminderde spierspanning, blauwe plekken of tekenen van een breuk kunnen signalen zijn van het shakenbabysyndroom.
Osteopathie kan baby's onder andere helpen bij het kiss-syndroom, spanning en stijfheid in armen, benen en romp, achterblijvende motorische ontwikkeling, niet kruipen of laat lopen, overstrekken, een onregelmatig of afgeplat schedeltje of voorkeurshoudingen van het hoofd of de romp.