Een briefhoofd is het tekstgedeelte aan het hoofd van een brief met daarin de NAW gegevens van de verzender, de NAW gegevens van de geadresseerde, de plaats en datum waar en waarop de brief is geschreven en de betreft regel van de brief met het onderwerp.
Briefhoofd van een formele brief
In het briefhoofd staan de adresgegevens van jezelf, de adresgegevens van de lezer, de datum waarop je je brief verstuurt, het onderwerp van de brief en soms ook nog een kenmerk voor je eigen administratie.
alle vaste briefonderdelen beginnen links tegen de kantlijn; de volgorde van de vaste onderdelen is: afzender, geadresseerde, plaats en datum, onderwerp, kenmerk, aanhef, briefinhoud, slotformule en ondertekening, bijlagen en kopie; een nieuwe alinea begint niet met een inspringing, maar na een witregel.
Onder 'ons kenmerk' staat de code van de organisatie die de brief schrijft en verzendt. De codes geven aan wie de brief geschreven en getypt heeft, welk dossiernummer de brief heeft en eventueel andere elementen, volgens de huisstijl van de organisatie.
Als u de naam en het geslacht van de geadresseerde weet, is de beste aanhef in een zakelijke brief of e-mail Geachte heer + de achternaam of Geachte mevrouw + de achternaam. Als u het geslacht niet weet, is onder meer Geachte heer of mevrouw + de achternaam gebruikelijk.
De volledige adressering van een brief of kaart binnen Nederland bestaat uit minimaal drie regels: de naam, straatnaam + huisnummer en last but not least de postcode en plaatsnaam!
Briefpapier is papier bestemd voor het schrijven, typen of afdrukken van brieven. In het bijzonder wordt de term briefpapier ook gebruikt voor voorbedrukt papier waarvan een organisatie, bedrijf of privé-persoon gebruikmaakt voor de correspondentie. Het is een van de belangrijke huisstijldragers van een bedrijf.
Als een brief al is opgemaakt en u moet onverwachts in de plaats van iemand anders ondertekenen, dan kunt u met de hand de afkorting i.o. ('in opdracht') voor uw handtekening schrijven. Als uw handtekening moeilijk leesbaar is, kunt u voor de duidelijkheid uw naam ook voluit onder uw handtekening schrijven.
Namens deze betekent 'uit naam van de genoemde persoon'. Deze vaste formulering is te vinden in de slotformule van brieven die iemand in opdracht van iemand anders ondertekent. Bij namens dezen gaat het om meerdere personen.
Namens deze betekent 'uit naam van de genoemde persoon', namens dezen 'uit naam van de genoemde personen'. Deze formuleringen komen vooral voor in formele contexten in Nederland, onder andere als vaste formulering in de slotformule van brieven die iemand in opdracht van iemand anders ondertekent.
Wees concreet en verwijs naar duidelijke gebeurtenissen waarbij je datum en plaats noemt. Beschrijf helder wat je wilt en wat je van de geadresseerde verwacht. Laat je brief eventueel door iemand anders lezen voordat je hem verstuurt.
Begin met een zakelijke aanhef.
Begin liever met een beproefde en betrouwbare groet. Gebruik de voornaam van de ontvanger niet in je aanhef. "Geachte heer/mevrouw"— Dit is altijd een goede optie. "Aan alle betrokken/"Aan wie het aanbelangt"—Gebruik deze optie alleen als je niet zeker weet wie de email zal ontvangen.
Namen op trouwkaarten
Voor jullie trouwdag is hij nog niet het hoofd van jullie gezin dus krijgt de vrouw de eer. Haar naam wordt dus als eerst vermeld op de trouwkaart voor de bruiloft. Na de bruiloft wordt op alle officiële communicatie de naam van de man eerst genoemd.
Algemeen. Op de voorzijde van een envelop schrijft of print de afzender de naam en het adres, bestaande uit straatnaam, huisnummer, postcode en plaatsnaam, van de geadresseerde, de ontvanger. Vaak wordt dit alles eerst op een etiket geprint, wat vervolgens op de envelop wordt geplakt.
➏ Schrijf op de achterkant van de envelop je eigen adres (retouradres). Dat is belangrijk als de brief om een of andere reden wordt teruggestuurd. En zo ben je zeker dat de geadresseerde jouw adres heeft om je een brief terug te sturen.
Als je geen naam of alleen een achternaam gebruikt, kies je bij mannen voor heer en bij vrouwen voor mevrouw. Deze woorden schrijf je altijd voluit. Meneer, mijnheer en de heer gebruik je niet in de aanhef. (Me)juffrouw is verouderd, en kun je dus ook beter niet gebruiken.
Beste wordt gecombineerd met een voornaam of een ander zelfstandig naamwoord. In de praktijk wordt Beste vaak zelfstandig als aanhef gebruikt, maar niet iedereen wordt graag op die manier aangeschreven. Het is daarom aan te raden om Beste altijd te laten volgen door een voornaam of een ander zelfstandig naamwoord.
Zet in een brief tussen de onderwerpsregel en de aanspreking twee witregels. Zet in een brief of een e-mail één witregel tussen de aanspreking en de eerste alinea, en één witregel tussen de laatste alinea en de slotgroet.