Onderlinge interacties indirect begeleiden doe je door gebruik te maken van de ruimte, inrichting en materialen.En door de nabijheid tot de pedagogisch professional. Hiermee kun je de mate waarin en de manier waarop kinderen op elkaar georiënteerd zijn versterken.
Interactie: Praat en speel van jongs af aan met je baby. Maak oogcontact en gebruik gezichtsuitdrukkingen om met je baby te communiceren. Reageer op de signalen van de je baby door te benoemen wat je baby doet, te vertellen wat jij aan het doen bent of wat je ziet, door te lachen en bijvoorbeeld te zingen.
Positief sociaal gedrag, zoals luisteren naar elkaar, elkaar helpen, delen en samen praten, moedig je aan. Dit zijn positieve interacties tussen kinderen. voorbeeld begeleidt Annet de kinderen door ze positief contact met elkaar te laten maken.
Door te lachen, geluidjes en oogcontact te maken. Daarbij is het belangrijk dat een baby zich veilig kan hechten aan een ouder/verzorger. Door veel te knuffelen (huidcontact!), te zingen, te praten en te spelen met je baby bevorder je de hechting en daarmee de sociaal emotionele ontwikkeling.
Twee personen die met elkaar praten gaan een interactie aan met elkaar. Een klant die via live chat contact legt met een helpdeskmedewerker is ook een vorm van interactie. Een AI chatbot die een gesprek aanknoopt met een persoon behoort eveneens tot interactie.
De wederzijdse interactie tussen de entiteiten definieert relaties tussen de netwerkranden om twee coöperatieve knooppunten in sociale netwerken te runnen . Zo kan een sociale groep wederzijds worden gerepresenteerd om een enorm sociaal netwerk te verspreiden in een stuk informatie.
Educatieve interactievaardigheden
Door veel met de kinderen te praten, uit te leggen en te luisteren, bied je ze de gelegenheid om hun wereld en hun gevoelsleven te begrijpen. Zo leren ze zich uit te drukken. Kinderen leren om duidelijk te maken wat ze zien, bedoelen, willen en voelen.
Het principe van respect voor autonomie betekent dat je als arts respect hebt voor iemands opvattingen, keuzes en leefwijze. Respect voor autonomie is belangrijk, omdat mensen zonder dwang van anderen beslissingen moeten kunnen nemen over welke zorg zij wel en niet willen.
Structuur betekend hierin een vaste volgorde van handelingen. Hierbij kan gedacht worden aan een dagritme een vast ritueel voor het eten of een bepaald liedje voordat er geslapen gaat worden. Grenzen stellen gaat om het op een effectieve en positieve manier richting geven aan het gedrag van kinderen.
Je maakt in je werk gebruik van verschillende pedagogische vaardigheden. In totaal zijn er zes interactievaardigheden benoemd: sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie, praten & uitleggen, structuur & continuïteit, ontwikkelingsstimulering en het begeleiden van interacties.
Baby's nemen zelf initiatief voor contact: ze kijken je aandachtig aan, maken geluiden, bewegen hun armen en benen. De kunst is die contactinitiatieven te zien en adequaat te beantwoorden: met een lachje terug en door iets te zeggen. Deze interacties zorgen voor positieve gevoelens en minder stress.
Sensitiviteit en responsiviteit
Dit betekent dat je goed let op signalen die de cliënt geeft (zoals pijn, verdriet of plezier) en dat je vervolgens reageert op een manier die de persoon nodig heeft. Bijvoorbeeld door troost te bieden als iemand verdrietig is of samen blij te zijn bij een fijne gebeurtenis.
Interactie komt van het Latijnse inter, wat ‘tussen’ betekent, en ago, wat ‘doen’ of ‘handelen’ betekent. Elke ‘actie tussen’ wordt beschouwd als een interactie, zoals de interactie tussen een leraar en een student, twee landen of zelfs baking soda en azijn (boem!).
Het kan bijvoorbeeld gaan om verbale interactie, zoals een gesprek tussen twee mensen, of non-verbale interactie, zoals het gebruik van gebaren en lichaamstaal. Daarnaast kan interactie ook plaatsvinden via technologie, zoals het gebruik van een computer of een mobiele telefoon.
Zes maanden tot 12 maanden . Naarmate uw baby mobieler wordt, kan hij of zij interesse krijgen in andere baby's. Ze spelen graag naast een andere baby en af en toe lachen en koeren ze en imiteren ze elkaars geluiden.
Wees hartelijk, warm en koesterend. Vasthouden, wiegen, knuffelen, kusjes geven, koesteren, troosten, zingen en praten met de baby zorgt ervoor dat hij weet dat hij geliefd is. Soms is het makkelijker om liefde te voelen en te tonen voor de rustige baby's met een makkelijk temperament.
Bij sociaal-emotionele ontwikkeling gaat het om het proces waarmee kinderen vaardigheden ontwikkelen die hen helpen hun persoonlijke identiteit te ontwikkelen, relaties te hebben en hen ondersteunen om verwachtingen van hun omgeving te hanteren. Dit leidt als het goed is tot sociaal en emotioneel welbevinden.