Aanhalingstekens zet je ergens omheen, bijvoorbeeld om een citaat of een zelfbedacht woord. Ná de beginaanhalingstekens komt nooit een spatie. Vóór de eindaanhalingstekens komt ook nooit een spatie.
Als een hele zin geciteerd wordt, begint het citaat met een hoofdletter en valt de punt, het uitroepteken of het vraagteken binnen de aanhalingstekens. enkele aanhalingstekens gebruiken voor het hele citaat en dubbele aanhalingstekens voor dat woord. Jan zei: 'Ik wil geen thee. ' 'Heb je ook zo'n lieve knuffelbeer?
Er zijn geen vaste regels voor het gebruik van enkele of dubbele aanhalingstekens. Traditioneel werd aangeraden om bij letterlijk citeren dubbele aanhalingstekens te gebruiken, maar het is tegenwoordig ook gebruikelijk om enkele aanhalingstekens te gebruiken. We raden aan om consequent voor één systeem te kiezen.
Traditioneel wordt aangeraden om dubbele aanhalingstekens te gebruiken bij een letterlijk citaat, en enkele aanhalingstekens in alle andere gevallen. Tegenwoordig wordt er steeds meer de voorkeur aan gegeven om alleen enkele aanhalingstekens te gebruiken.
Een citaat wordt altijd tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Het citaat wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes - achternaam auteur(s), jaartal, paginanummer(s) - of door de auteur(s) in de tekst te noemen. Let op: Een citaat wordt niet cursief geschreven.
Vuistregel: als je het kan horen, dus fluisteren, zeggen, schreeuwen, piepen, altijd tussen aanhalingstekens. Als je de dialoogzin in enkele aanhalingstekens hebt staan, zet dan het citaat "Amsterdam" tussen dubbele aanhalingstekens.
Voor de volgorde van de punt en het aanhalingsteken geldt de zogenoemde elda-regel: eerst leesteken, dan aanhalingsteken (of afhalingsteken): Hij zei: "Dat is waar." Hij vroeg: "Is dat waar?" Hij riep: "Dat is toch niet waar!"
Gedachten krijgen geen aanhalingstekens.Je schrijft wat iemand denkt verder in een aparte zin die begint met een kleine letter.
Titels kunnen tussen aanhalingstekens geplaatst worden in contexten waar om technische redenen geen cursivering wenselijk of mogelijk is, bijvoorbeeld in e-mailberichten. De aanhalingstekens worden meestal weggelaten als elk woord van de titel een hoofdletter draagt, bijvoorbeeld in titels van kranten en tijdschriften.
Er is een verschil tussen enkele en dubbele aanhalingstekens. Met dubbele geef je vaak "een citaat weer"; met enkele markeer je bijvoorbeeld woorden die je niet in de 'letterlijke' betekenis gebruikt.
Voor het weergeven van een gedachte worden er geen aanhalingstekens gebruikt. Er komt ook geen hoofdletter na de dubbele punt. Hij dacht: nu is het genoeg.
Als het eerste deel van de samenstelling eindigt op een toonloos uitgesproken e én zowel een meervoud op -n als op -s heeft, komt er géén tussen-n. 'Gedachte' eindigt op een toonloze e en zowel 'gedachten' als 'gedachtes' is een correct meervoud, dus schrijf je 'gedachtewisseling'.
Je voegt leestekens toe aan je tekst om de leesbaarheid van de tekst te verhogen. Leestekens kunnen bijvoorbeeld de uitspraak van een woord verduidelijken, de nadruk op een specifiek woord of specifieke woordgroep leggen, een citaat markeren of de intonatie van een zin bepalen.
Aanhalingstekens zijn bedoeld om citaten aan te halen. Tegenwoordig gebruikt men voor gesproken woord enkele aanhalingstekens en voor geschreven woord (citaat) dubbele aanhalingstekens. Het kan ook andersom, maar houd in elk geval eenheid aan.
Is het 'Hij zegt dat hij zal komen' of 'Hij zegt dat hij komen zal'? Beide vormen zijn goed. Een persoonsvorm (zal, heeft, enz.) kan in een bijzin voor of achter een ander werkwoord staan.
Bij het citeren van een zin is het voldoende om de eerste twee woorden en de laatste twee woorden te noteren.Begin de zin met aanhalingstekens en een hoofdletter.Eindig de zin met een punt.
Als je naar persoonlijke communicatie verwijst in je tekst, zet je de initialen en achternaam van je bron tussen haakjes, samen met de woorden “persoonlijke communicatie”, en de datum waarop je de informatie hebt verkregen.
Je kunt je gedachten in één lang verhaal op papier zetten. Om je op weg te helpen kun je jezelf een aantal vragen stellen: hoe voel je je vandaag, waar krijg je energie van, waar liep je deze week tegenaan, wat ging er goed of wie je heeft geholpen met iets? Daarna volg je je gedachtestroom en begin je te schrijven.
Er komen eerst gedachten en daarna emoties. Emoties komen voort uit je frame, je ervaringen en je gedachten. Dezelfde activiteit roepen verschillende emoties op. Het veranderen van je gevoelens rondom iets wat je moeilijk vindt kun je ook doorbreken door je routine te veranderen.
Daarnaast scheiden komma's zinsdelen, en is het wel zo handig dat een punt je leert dat een zin is geëindigd. ;) Een vraagteken besluit per definitie een zinsdeel, en kan om die reden een punt vervangen. Een komma achter een vraagteken plaatsen kan wél.
Enkele aanhalingstekens ('deze') kun je onder meer gebruiken bij titels, bij ironisch taalgebruik en bij zelfbedachte woorden.
Haakjes zijn leestekens die worden gebruikt om extra informatie aan een zin toe te voegen of om correct naar bronnen te verwijzen in een academische tekst. De informatie of verwijzing staat altijd tussen haakjes, wat betekent dat een openend haakje niet kan worden geplaatst zonder een sluitend haakje en vice versa.
De dubbelepunt (ook: dubbele punt, dubbelpunt) is een leesteken gevormd door twee boven elkaar geplaatste punten.