✓ Een beroep doen op eigen kracht is niet 'regel het zelf maar', maar samen met de cliënt in kaart brengen wat zijn moge- lijkheden en die van zijn netwerk zijn. Daarna volgt pas het gesprek hoe hij deze mogelijkheden kan benutten. ✓ Geef de cliënt zeggenschap, maak hem mondig.
In de managementliteratuur is de term maar al te gangbaar. Vaak wordt ermee geïmpliceerd dat werknemers dingen doen die dichtbij ze staan, waar ze goed in zijn of zich goed bij voelen, waar hun energie van gaat stromen.
Om de zelfregie van mensen te vergroten, is het belangrijk dat zij zelf richting geven aan hun leven. Juist voor mensen die een beroep op anderen moeten doen voor steun bij zelfredzaamheid of participatie, is het belangrijk om de mogelijkheden voor zoveel mogelijk zelfregie te verkennen.
De cliënt is de eigenaar van zijn hulpvraag. We ondersteunen hem in het zo helder mogelijk krijgen van wat zijn doel is, wat hij met de hulp wil bereiken. Het versterken van de eigen manier van coping, het in kaart brengen van wat er goed gaat en het ontdekken hoe men dat voor elkaar krijgt, staat centraal.
Spanningsveld: eigen kracht betekent niet alles zelf kunnen Iedereen heeft eigen kracht, en het is belangrijk voor mensen dat die de ruimte krijgt. Dat kan door mensen de ruimte te geven hun mogelijkheden en talenten in te zetten om ondersteuning voor zichzelf en anderen te organiseren en uit te voeren.
Eigen kracht betekent: je eigen leven kunnen vormgeven en problemen zelf kunnen oplossen. In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) staat dat burgers een eigen verantwoordelijkheid hebben voor hoe ze hun leven inrichten.
Het 5A model is ontworpen om zorgverleners te helpen om structuur te geven aan zelfmanagementondersteuning (CBO, 2014). In het 5A model gaat het over: Achterhalen, Adviseren, Afspreken, Assisteren en Arrangeren (zie figuur 1). (levering van) zorg zijn vastgelegd.
Eigen regie gaat om het zelf beslissen over je leven en zorg en ondersteuning daarbij. Centraal staat: wat wil ik? Eigen regie is: het vermogen om je eigen leven en noodzakelijke ondersteuning te regelen en het praktische vermogen om jezelf te redden in lichamelijk, sociaal en psychisch opzicht.
Empowerment bij een patiënt kan bevorderd worden door de inbreng van de patiënt vanaf het begin van het zorgproces mogelijk te maken, door hem in staat te stellen eigen- machtig te beslissen en te handelen. Empower- ment is gericht op het verbeteren van het zelf- vertrouwen, het zelfbewustzijn en het zelfbeeld.
Zo creëer je betrokken medewerkers:
Belemmer de zelfstandigheid van medewerkers niet; maar geef ze volop de ruimte. Ga het echte gesprek aan. Laat ze hun kwetsbaarheid durven tonen. Moedig creativiteit en zelfstandigheid aan.
Een gesprek met een overbezorgde emotionele dochter, met die collega die 'alles beter weet' of met die norse cliënt die niets wil. Je weet dan al dat het een 'lastig' gesprek wordt en dat je goed moet opletten om professioneel te blijven reageren. Dat betekent dat je ook bij lastige gesprekken de regie hebt en houdt.
Bij zelfmanagement komt het er dus op neer dat u zelf meer de regie leert voeren over het leven met uw ziekte. Voor mensen met een chronische aandoening is het belangrijk om de ziekte zo goed mogelijk onder controle te houden. Het is een hele klus de ziekte een plaats te geven in het dagelijks leven.
Zelfmanagement wordt gedefinieerd als acties en vaardigheden gericht op: Het zelf omgaan met de aandoening, symptomen en psychosociale gevolgen van de aandoening. Het zelf omgaan met factoren die de symptomen kunnen verergeren (risicofactoren). Het zelf werken aan leefstijlveranderingen.
Sociaal leven: meer contacten krijgen, iets zinvols doen. Psychisch functioneren: meer zelfvertrouwen en/of meer structuur krijgen. Alledaagse vaardigheden (ADL): weer zelfstandig dingen kunnen doen, zoals in het huishouden, met het eten, zelf wassen, aankleden, uitkleden, kousen aantrekken, douchen, boodschappen doen.
'Zelfregie en zelfredzaamheid zijn twee verschillende begrippen', legt ze uit. 'Zelfregie gaat over zelf beslissen over je eigen leven. Zelfredzaamheid gaat over zelf doen. Mijn onderzoek laat zien dat sommige cliënten tijdelijk of langer ondersteuning nodig hebben om de regie over hun leven weer te kunnen krijgen.
Het dragen van verantwoordelijkheid is het instaan voor het eigen handelen. Verantwoordelijkheidsgevoel is het bewustzijn dat jij je plicht naar behoren moet uitvoeren. De leerkracht, de ouders, de leerling en het schoolbestuur hebben allemaal hun eigen verantwoordelijkheid.
Zorg dat jongeren en hun ouders voortdurend betrokken zijn bij het beleid en de uitvoering ervan. Zij weten het beste waar ze tegenaan lopen. Inventariseer welke partners er bij je aanpak betrokken zijn en wat hun rol is. Zorg dat ze overleggen en samenwerken.