Hoewel veel mensen de kolibrievlinder nog nooit eerder zagen, is het geen zeldzaamheid in Nederland. Het is een vlinder die in wisselende aantallen in het hele land kan worden waargenomen; 100 tot 200 waarnemingen per jaar is normaal, maar in warme zomers zijn het er soms vele duizenden.
De kolibrievlinder (Macroglossum stellatarum) is anders dan andere vlinders. Het is een nachtvlinder die overdag actief is en in het voorjaar naar ons land trekt. Haar manier van vliegen, doet denken aan de kolibrie, waar ze ook haar naam aan dankt.
Ze heeft een indrukwekkende stekel op haar achterlijf, maar die is absoluut niet gevaarlijk.
Extreem lange tong
De Latijnse naam is zeker treffend, want de tong (circa 28 mm) van de vlinder is uitgerold even lang als zijn lijfje. Vooral als hij voedsel zoekt, is de gelijkenis tussen de kolibrievlinder en de kolibrie groot.
De kolibrievlinder is iedere zomer over in Nederland te zien. Ook afgelopen zomer duizenden exemplaren gezien. In november kwamen er nog steeds meldingen binnen van kolibrievlinders. Ze werden gezien in schuurtjes en andere plekken die lijken op de overwinteringsplekken in Zuid-Europa.
Vliegend in de lucht steekt hij zijn lange tong in de bloem om de nectar op te zuigen. Vandaar ook de naam kolibrievlinder; de vlinder vliegt als een kolibrie, een echte 'vliegkunstenaar'. Hij kan stil hangen, zelfs achteruit vliegen en is razendsnel.
De volwassen vlinders leven enkele maanden waarbij ze vooral eten en zich voortplanten.
Wat is de zeldzaamste vlinder in Nederland? Er is niet één zeldzaamste vlinder van Nederland, maar een aantal soorten waar die nog maar één populatie in Nederland hebben. Dit zijn de kleine heivlinder, donker pimpernelblauwtje en het pimpernelblauwtje.
Het donker pimpernelblauwtje is een uiterst zeldzame vlinder die acuut met uitsterven wordt bedreigd. De vlindersoort verdween in 1970 uit Nederland. In 2001 vestigden de vlinders zich weer spontaan in ons land, in een berm langs de N274 bij het Limburgse grensdorp.
Waar leeft de kolibrievlinder? De kolibrievlinder komt voor van Zuid-Europa en Noord-Afrika tot in China en Japan. Het is een trekvlinder die vanuit het zuiden richting Noord-West-Europa vliegt. Je kan hem in principe overal tegenkomen, zelfs in de kleinste stadstuin.
Kolibrievlinders in de tuin
De vlinders vliegen overdag, vooral bij zonnig weer maar soms ook bij bewolking of zelfs in lichte regen. De kolibrievlinder komt regelmatig in tuinen om daar uit de bloeiende planten zijn brandstof te halen: nectar.
Met snel wapperende vleugeltjes – wel 70 tot 80 keer per seconde – houdt de vlinder zichzelf net als de kolibrie stil in de lucht, steekt zijn lange roltong ver in een bloem, waarna hij er weer snel vandoor gaat naar de volgende plant. De kolibrievlinder lijkt in rust meer op een typische nachtvlinder.
De vlinder brengt ongeveer een maand door als rups. Waardplanten Voornamelijk planten van de brandnetelfamilie (Urticaceae) en dan vooral de Grote brandnetel (Urtica dioica), maar ook Groot glaskruid (Parietaria officinalis, zaden van deze plant zitten dit jaar in de zaadlijst) wordt vaak genoemd als waardplant.
De kolibrievlinder is net zoals alle vlinders eierleggend. De eieren worden vrijwel altijd afgezet op planten uit het geslacht walstro (Galium) zoals geel walstro (Galium verum) en glad walstro (Galium mollugo). De eieren worden individueel afgezet en niet in groepjes zoals bij andere vlinders voorkomt.
De afgelopen weken kreeg De Vlinderstichting verschillende meldingen van kolibrievlinders. En dat is erg bijzonder, want normaal gesproken zijn deze vlinders nu niet hier. Ze overwinteren in Zuid-Europa en komen pas in het voorjaar naar Nederland.
De afgelopen weken kreeg De Vlinderstichting verschillende waarnemingen binnen van de oostelijke vos en de grote vos. Deze twee vlinders zijn in Nederland zeldzaam. Het is niet vastgesteld dat ze zich in Nederland kunnen voortplanten, maar het lijkt erop dat ze zich weer kunnen vestigen in ons land.
Het is secónden voor twaalf voor het voortbestaan van het donker pimpernelblauwtje, de zeldzaamste vlinder van Nederland. De enige vlinderpopulatie van deze soort in Nederland is te vinden in Posterholt en telde daar deze zomer nog slechts 30 tot 35 exemplaren.
De meeste volwassen vlinders kunnen niet bijten of kauwen. Ze eten voornamelijk vloeistoffen zoals nectar, sap, sappen van fruit en soms zelfs vloeistoffen van karkassen. Ze hebben een lange, buisachtige tong, die werkt als een rietje om vloeistof op te zuigen.
Met een spanwijdte van 30 centimeter is de Attacus atlas, ook wel atlasvlinder genoemd, de grootste vlinder ter wereld. Lang leven doet deze reusachtige vlinder helaas niet. Omdat de Attacus atlas alleen voeding tot zich kan nemen in de rupsfase, leeft hij als vlinder slechts tien dagen.
Wat eet de kolibrievlinder? De kolibrievlinder heeft veel nectar nodig. Met zijn lange tong haalt hij die uit allerlei verschillende planten, zoals lavendel, ijzerhard, vlinderstruik, rode spoorbloem, slangenkruid, kamperfoelie of zeepkruid.
Aan dat gedrag dankt hij ook zijn alternatieve naam: 'onrust'. Ze drinken graag uit bloemen van de vlinderstruik, maar ook op lavendel, geranium, rode valeriaan, phlox en ijzerhard kom je ze vaak tegen. Zet dus veel nectarplanten in je tuin en de kans dat je een kolibrievlinder ziet is groot!
Deze heerlijk geurende plant wordt erg graag bezocht door vlinders, bijen en hommels. Hij bloeit in de warmste zomermaanden en groeit op vrijwel elke goed doorlatende grond. Een van de vlinders die gek is op deze bloem is de kolibrievlinder.