Iedereen kan AML krijgen, maar het komt vaker voor bij volwassenen dan bij kinderen. Per jaar krijgen ongeveer 600 mensen in Nederland te horen dat zij acute myeloïde leukemie hebben.
AML is een van de meest voorkomende soorten bloedkanker, maar nog steeds een zeldzame ziekte en is goed voor slechts één procent van alle kankers. Slechts ongeveer 4,3 personen op de 100.000 zullen AML ontwikkelen in hun leven . De exacte oorzaak van AML is onbekend, maar de ontwikkeling ervan is een gevolg van DNA-veranderingen in normale beenmergcellen.
De vooruitzichten die je hebt met AML zijn afhankelijk van de soort AML, hoe oud je bent bij het ontstaan van de ziekte, je algehele conditie en de bijkomende ziekten. Gemiddeld zijn vijf jaar na het stellen van de diagnose ongeveer 40-50 procent van de mensen met AML onder de zestig jaar nog in leven.
In het algemeen hebben kinderen de beste prognose na behandeling: meer dan 90 procent geneest van ALL. Voor 18- tot 25-jarigen is de overlevingskans zo'n 75 procent, en bij 25- tot 40-jarigen ligt dat rond de 65 procent. Boven de 40 jaar, en zeker boven de 60 jaar, overleven vier op de tien mensen ALL.
AML is ook vrijwel nooit erfelijk. De ziekte kun je dus niet doorgeven aan je kinderen. Door alle veranderingen in het bloed ontstaan er klachten (symptomen). De meest voorkomende klachten zijn moeheid, blauwe plekken of bloedingen.
Iedereen kan AML krijgen, maar het komt vaker voor bij volwassenen dan bij kinderen. Per jaar krijgen ongeveer 600 mensen in Nederland te horen dat zij acute myeloïde leukemie hebben.
Familiegeschiedenis
In de meeste gevallen komt AML niet in families voor . Maar in sommige families zijn er meer gevallen van AML dan we zouden verwachten dat toevallig zouden voorkomen. Als u zich zorgen maakt over leukemie in uw familie, praat dan met uw arts.
Acute myeloïde leukemie (AML) is een vorm van kanker die in het beenmerg ontstaat. AML is een levensbedreigende ziekte. Zonder behandeling overlijden patiënten in de meeste gevallen binnen enkele maanden.
Acute myeloïde leukemie (AML) is een onderdeel van de acute leukemieën. Onder acute leukemie (ook wel bloedkanker genoemd) wordt een levensbedreigend ziektebeeld verstaan waarbij in korte tijd (dagen tot weken) een snelle woekering van kwaadaardige leukemiecellen (blasten) de plaats inneemt van de normale bloedaanmaak.
Van deze EVI-1 positieve patiëntengroep is meer dan 90% niet meer in leven twee jaar na diagnose. Naast deze slecht te behandelen AML-patiëntengroep is er ook een groep die heel goed te genezen is. Deze subgroep van AML-patiënten heeft acute promyelocyten leukemie (APL).
Als de diagnose acute myeloïde leukemie wordt gesteld, bestaat de behandeling in de regel uit (intensieve) chemotherapie. Dit is echter wel afhankelijk van de lichamelijke conditie en leeftijd van de patiënt. Intensieve chemotherapie wordt toegediend tijdens 2 opnames van ieder gemiddeld 4 weken.
De diagnose AML wordt het meest bij ouderen gesteld met een mediane leeftijd tussen 65 -70 jaar en heeft een vijfjaarsoverleving van 30%. De ziekte wordt gekarakteriseerd door hoge lichamelijke, en psychische ziektelast, frequente ziekenhuisopnames en chemotherapie tot vlak voor het levenseinde.
Alleen medisch onderzoek kan aantonen wat de oorzaak is van deze symptomen. In een verder gevorderd stadium van acute leukemie komen de abnormale witte bloedcellen in de bloed- baan terecht.En soms ook in de organen.Die kunnen dan overvol raken met leukemiecellen.
Bij mensen met AML ontwikkelen en verergeren de symptomen zich doorgaans snel in de loop van een paar weken. Omdat het een agressieve kanker is, moet de behandeling beginnen zodra de diagnose is gesteld.
WHO-CLASSIFICATIE 2016 Voor de diagnose AML zijn 20% blasten in bloed of been- merg voldoende. Bij de gunstige cytogenetische afwijkingen – t(8;21), t(15;17) of inv(16) – wordt bij elk percentage blasten, ook <20%, de diagnose AML gesteld.
Vrijwel alle patiënten met AML in de leeftijd 18-60 jaar ondergaan een behandeling met remissie-inducerende chemotherapie, al dan niet gevolgd door een autologe of allogene stamceltransplantatie (SCT). De toepassing van een intensieve behandeling heeft een duidelijke relatie met leeftijd.
T-cel prolymfocytische leukemie (T-PLL) is een uiterst zeldzame en typisch agressieve maligniteit (kanker) die wordt gekenmerkt door de ongecontroleerde groei van volwassen T-cellen (T-lymfocyten). T-cellen zijn een type witte bloedcellen die het lichaam beschermen tegen infecties.
vol gevoel in de buik (door zwelling van milt en/of lever)druk op de maag (door zwelling van milt en/of lever)zwellingen van lymfeklieren in hals, oksels en/of liezen.
Wat is de overleving van AML? Gemiddeld zijn 5 jaar na de diagnose nog 27 van de 100 mensen in leven. Let op: dit zijn gemiddelde cijfers voor alle mensen met deze soort kanker.
Van de twee verschillende soorten – acute myeloïde (AML) en acute lymfatische leukemie (ALL) – komt ALL vooral bij kinderen voor, hoewel ALL net zo goed ook bij volwassenen gezien wordt. AML is veel meer een ziekte van volwassenen.
De eerste symptomen (verschijnselen) van acute leukemie zijn vooral vermoeidheid en bloedarmoede. Ook kunt u vaker infecties hebben, blauwe plekken en slijmvliesbloedingen in mond en neus. Daarnaast ontstaan soms klachten als botpijnen, gezwollen tandvlees en klachten als gevolg van vergrote lymfklieren en milt.
Kankers (inclusief AML) kunnen worden veroorzaakt door mutaties (veranderingen) die oncogenen activeren of tumorsuppressorgenen uitschakelen. Veranderingen in bepaalde genen zoals FLT3, c-KIT en RAS komen bijvoorbeeld veel voor in AML-cellen.
Sommige studies hebben aangetoond dat mensen met AML nierkanker, kanker van de mond of keel of kanker van het spijsverteringsstelsel kunnen ontwikkelen. Andere studies hebben aangetoond dat AML ook kan leiden tot borstkanker, longkanker, blaaskanker, maagkanker en melanoom (een type huidkanker).
Op basis daarvan lijkt het erop dat minstens 5% van alle leukemie erfelijk is . Het aantal onder pediatrische patiënten is waarschijnlijk hoger. Hoe testen artsen op erfelijke leukemiesyndromen? Genetische testen voor leukemie zijn anders dan voor solide tumoren, zoals borst- of colorectale kanker.