oma (zn): nenek.
oma (zn): お婆さん
NL: oma. ES: ¡Abuela!
Oma, bompa, meme, vake …
Grootmoeder = ... aams bestaan onder andere: bomma, meme, metje (of metjen of metj`n), moemoe en moeke, in het Fries: beppe en in nog andere dialecten best......
NL: oma. FR: Grand-mère !
In het Vlaams bestaan onder andere: bomma, meme, metje, metjen of metj'n, mit, moemoe en moeke. In het Fries wordt beppe gebruikt en in het Gronings opoe.
جدة nl De moeder van een van iemand's ouders.
oma (zn): бабуся
Grootmoeders: De top-5 aanspreektitels is: Grammy, Granny/Gran, Nana, Mimi en Bubbe. Voor de glamoureuze oma's is er 'glam ma', naar het voorbeeld van Goldie Hawn die zich nog te jong voelde voor iets anders.
Ook 'vake' en 'moeke' worden vaak gebruikt als namen voor grootouders. Zowat een op de tien laat zich zo noemen. Andere klassiekers zijn bomma en bompa, en vava en moemoe. Sommige van die namen zijn duidelijk regiogebonden: in Oost- en West-Vlaanderen vind je bijvoorbeeld nauwelijks vava's of bomma's.
de mammie zelfst. naamw. (v.) Verbuigingen: mammies , moeder Voorbeeld: `Ga maar naar je mammie` Bron: WikiWoordenboek.
Bompa, in Vlaanderen een veelgebruikt synoniem voor het woord opa, oude man.
Behalve het traditionele 'opoe', heten ze 'opapa' en 'omama', 'grootoma' en 'grootopa'. Of: 'oma-oma', 'kleine omaatje', 'mevrouw oma', 'bon-mama', 'superoma', 'granny' of zelfs 'oma granny': allemaal overgrootmoeders, maar zij leven nu eenmaal langer dan de overgrootvaders.
Is het 'de bomma' of 'het bomma'?
Het is 'de bomma', want bomma is vrouwelijk.
Spaans (español) of Castiliaans (Spaans: castellano) is een Romaanse taal en, qua moedertaalsprekers, na het Mandarijn de meest gesproken taal ter wereld. Voor ongeveer 450 miljoen mensen is Spaans de moedertaal, terwijl nog eens 75 miljoen Spaans als tweede taal spreken. etc.
Het Friese woord voor oma.
pake in Nederlands vertaalt naar: grootvader, opa, bompa (6 vertalingen totaal).
De beste vertalingen van opa in het woordenboek Nederlands - Grieks zijn: παππούς, πάππος .
overgrootouders van uw partner; achterkleinkinderen van uw partner; neven en nichten van uw partner (kinderen van broers of zussen); ooms en tantes van uw partner (broers of zussen van de ouders).