Het 'klassieke' hunebed dat je herkent van een foto, bestaat alleen uit een verzameling stenen. Maar zo zagen ze er niet uit toen ze gebouwd werden. De stenen werden namelijk omringd door een aarden heuvel, waardoor de hunebedden er als een tombe uitzagen.
De hunebedbouwers zagen er niet veel anders uit dan wij, maar waren wel kleiner: tussen de 155-165 centimeter. De mensen zullen een lichte huid hebben gehad met blond of bruin haar en blauwe ogen. Onze hunebedbouwers – de eerste boeren in het noorden van Nederland.
In de grootste hunebedden was plek voor wel 40 personen. Toch werd niet iedereen hier begraven. Sterker nog: in een hunebed werd helemaal niet begraven. De overledene werd op een vloer van keien gelegd en kreeg giften mee zoals werktuigen, wapens en aardewerken potten met voedsel.
De zwerfkeien zijn door het Trechterbekervolk gebruikt om hunebedden te bouwen. Ze gebruikten boomstammen, touw en ossen om de stenen te verplaatsen. Dit gebeurde vooral in de winter, omdat de grond dan bevroren en dus hard, was.
Hunebedbouwers bouwden met enorme stenen hun graven. Hoe dat precies ging, weten we niet. In die tijd kon men nog niet schrijven.
Ze zitten in de bodem in heel Noord-Nederland, maar de meeste in Drenthe. Omdat er in Nederland nooit bergen met rotsen zijn geweest, was het lange tijd een raadsel hoe die enorme keien hier terecht zijn gekomen.
Dolmenstructuur
Soms werd het geheel bedekt met aarde of kleinere stenen om een heuvel te maken, een tumulus genoemd . Deze monumenten bestaan meestal uit twee of meer rechtopstaande grote stenen die een grote platte horizontale sluitsteen ondersteunen, waardoor het op een "tafel" lijkt.
In de hunebedden lag een keienvloer oftewel een vloer gemaakt van keitjes.Bij opgravingen werden ook afscheidingen in de grafkamer gevonden. Dus mogelijk was de grafkamer in meerdere ruimtes verdeeld, zie hieronder. De overledenen lijken op de keivloer te zijn neergelegd met daar omheen grafgiften.
Lang zijn de Lage Landen alleen bevolkt geweest door rondtrekkende jagers en verzamelaars. Maar vijfduizend jaar geleden verbouwen de eerste boeren hier hun voedsel. Het weinige dat zij nalaten, raakt in de volgende eeuwen diep verscholen onder de grond. Dat geldt niet voor de hunebedden.
Hunebedbouwers waren boeren en dus verbouwden ze graan, bonen, erwten en vlas op hun akkers.
De hunebedden zijn grafkamers van stenen waarin meerdere mensen werden begraven. De overledenen kregen eten en drinken in potten mee, maar ook gereedschap, sieraden en wapens. Deze grafgiften bewijzen dat de hunebedbouwers geloofden in een tweede leven of leven na de dood.
Een dolmen (/ˈdɒlmɛn/) of portaalgraf is een type megalithisch graf met één kamer, meestal bestaande uit twee of meer rechtopstaande megalieten die een grote, platte, horizontale sluitsteen of 'tafel' ondersteunen.
Een hunebed is een grafmonument dat is opgebouwd uit meerdere keien. Dit worden draagstenen en dekstenen genoemd. Een zo'n kei kan net zo zwaar zijn als vier olifanten bij elkaar. Dit komt neer op zo'n 20.000 kilogram.
De hunebedbouwers wonen in boerderijen van hout en leem, gebruiken houten en stenen werktuigen en maken potten van klei om voorraden in te bewaren. Zulke potten zitten ook bij de grafgeschenken die ze aan de gestorvenen meegeven. Vanwege hun vorm noemen archeologen die 'trechterbekers'.
In de prehistorie leefden de mensen in tentenkampen van een aantal tenten bij elkaar of in grotten.Zij waren verzamelaars en jagers. Zo'n driekwart van het voedsel werd verzameld (bessen, noten, zaden, knollen), een kwart was afkomstig van de jacht. Dit deden ze voor het vlees en de huid.
In het Zuid-Spaanse stadje Antequera (Málaga) is een Hunebed te vinden dat is opgebouwd uit enorme stenen. De zwaarste steen is een deksteen die maar liefst 180 ton weegt.
Waarschijnlijk woonden ze in tenten en hutten, gemaakt van stro en dierenhuiden. Ze zwierven in groepen door het land op zoek naar eten. De mannen gingen als er eten nodig was op jacht naar rendieren, zwijnen en hazen. Hun pijlen, speren en bogen maakten de jagers zelf.
De eerste boeren
Dankzij het onderzoek van archeologen weten we inmiddels heel veel over deze boeren. De eerste boeren staan bekend als de Hunebedbouwers. Ze worden ook wel Trechterbekervolk genoemd.
In de steentijd hebben mensen geen vaste woonplaats. Ze jagen op wilde dieren en verzamelen eetbare planten, noten en vruchten. Daarom noemen we de mensen die toen leefden ook wel jagers en verzamelaars.
Het beroemde hunebed D27 bij Borger is met zijn lengte van 22,5 meter het grootste stenen grafmonument van Drenthe.
Het grootste hunebed van Nederland ligt hier, in Borger. De zwaarste steen weegt 23.000 kilo.
De stenen waarmee de hunebedden in Nederland zijn gebouwd zijn zogenaamde zwerfstenen, afkomstig uit Scandinavië. Ze zijn naar het zuiden gevoerd door het oprukkende landijs tijdens ijstijden. Toen het ijs aan het eind van de voorlaatste ijstijd (de Saale-ijstijd) smolt, bleven de meegevoerde stenen achter.
Dolmen is de benaming voor een soort hunebed in Frankrijk en Engeland. In Frankrijk heeft de dolmen vaak één deksteen. Voor meer informatie over dolmens en het verschil met een hunebed, zie bij hunebed.
Hunebed bouwen – stap voor stap
Deze stenen werden verplaatst met rollers of een slede en touwen door de hunebedbouwers. In de winter was het gemakkelijk om de stenen over de bevroren grond te verplaatsen. De dekstenen plaatsen op een stapel van boomstammen of een heuvel van aarde.
Menhirs zijn vaak staande stenen, die net als de hunebedden uit de late steentijd stammen, dus zo'n 5000 jaar oud zijn.