Het totale bedrag van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (werkloosheidsuitkering + aanvullende vergoeding) is onderworpen aan een inhouding van sociale zekerheid. De schuldenaar van de bedrijfstoeslag houdt er 6,5% op in, berekend op het totale bedrag van het SWT.
Op het totaalbedrag SWT (werkloosheiduitkering + bedrijfstoeslag) bedraagt de maandelijkse inhouding voor de sociale zekerheid 6,5%. Daarnaast is er ook een bijzondere werkgeversbijdrage verschuldigd die overeenkomt met een bepaald percentage van het brutomaandbedrag van de bedrijfstoeslag.
Van je aanvullend pensioen worden afgehouden: de bijdragen voor de sociale zekerheid, de bedrijfsvoorheffing en de gemeentelijke belastingen. Bij de uitbetaling van je aanvullend pensioen worden volgende bijdragen voor de sociale zekerheid afgehouden: Een bijdrage van 3,55 % voor het RIZIV.
De bedrijfstoeslag wordt uitgekeerd door de laatste werkgever of het sectoraal fonds. De betaling van de bedrijfstoeslag gebeurt iedere maand. Om in aanmerking te komen voor SWT moet de werknemer aan bepaalde voorwaarden voldoen qua leeftijd en loopbaan.
Opgelet: dat is begrensd op 1.610,8u euro per maand. Iedereen die meer dan 2.684,86 verdient, zal dit bedrag ontvangen. Om in aanmerking te komen voor SWT moet je aan strenge leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voldoen.
Als SWT'er hebt u heel wat minder bewegingsvrijheid en riskeert u uw uitkering te verliezen als u zich niet aan de voorwaarden houdt. 'De SWT'er moet zijn hoofdverblijfplaats in België hebben en er effectief verblijven', zegt Van Lerberghe. 'Hij mag maximaal vier weken per kalenderjaar in het buitenland verblijven.
Geen gevolgen voor AOW en pensioen
Extra inkomen naast uw AOW heeft geen gevolgen voor de hoogte van uw AOW. Een aanvullend pensioen van uw werkgever en bijverdiensten gaan niet af van uw AOW. Doorwerken heeft ook geen gevolgen voor het aanvullend pensioen dat u bij uw werkgever heeft opgebouwd.
Met ingang vanaf 01.01.2019 kan een (ex-)werknemer die in SWT zit vrijwillig uit dat stelsel stappen en met vervroegd pensioen gaan als hij voldoet aan de voorwaarden om met vervroegd pensioen te gaan. Tot 31.12.2018 was dit niet mogelijk en moest hij verplicht in het SWT blijven tot de wettelijke pensioenleeftijd.
Hoeveel ontvang je met SWT? Die bedraagt 60 % van je begrensde laatste brutoloon.
SWT zware beroepen
CAO nr. 143 van de NAR bepaalt de leeftijdsvoorwaarde voor de toegang tot dit stelsel: 60 jaar vanaf 1 juli 2021 en dit voor onbepaalde duur.
Rekening houdend met de AOW, aanvullend pensioen, inkomen uit vermogen en overig aanvullend inkomen komt het gemiddeld netto pensioen in 2021/2022 uit op €2200,- – €2500,- per maand. Voor alleenstaanden ligt dit bedrag iets lager; gemiddeld tussen de €1400,- en €1700,-.
Je pensioensparen is belast aan 8 % en deze belasting wordt ingehouden op je 60ste verjaardag. Ook als je je spaartegoed later ontvangt, bij je effectieve pensionering, houdt de staat de belasting in op je 60 jaar.
Het is in principe niet mogelijk om uw aanvullend pensioen. Het aanvullend pensioen wordt uitbetaald bovenop het wettelijk pensioen en kan de vorm aannemen van een eenmalig kapitaal of een periodieke (maandelijkse, jaarlijkse,...) rente. De aanvullende pensioenen worden ook wel de 'tweede pensioenpijler' genoemd.
Extra bedrag. De extra SWT ( State Withholding Tax ) belastingen die op het staatsbelastingformulier van de werknemer (IT-2104) staan vermeld.
Werknemers ontslagen met het oog op SWT
Voor de ondernemingen die hiervan gebruik kunnen maken, zal de algemene outplacementverplichting wegvallen, maar indien in het kader van de herstructurering een tewerkstellingscel opgericht moet worden, zullen zij via deze cel alsnog outplacement moeten aanbieden.
Het bedrag van de werkloosheidsuitkeringen stemt overeen met 60% van uw laatste brutoloon. Het percentage van 60% geldt ongeacht uw gezinstoestand en blijft ongewijzigd tijdens de duur van uw werkloosheid met bedrijfstoeslag .
Het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) is een bijzondere regeling die sommige oudere werknemers, in geval van ontslag, het voordeel biedt om, bovenop de werkloosheidsuitkering, een bedrijfstoeslag te genieten ten laste van hun ex-werkgever, een sociaal fonds of een bestaanszekerheidsfonds.
Het SWT is van toepassing: op de ontslagen mannelijke werknemer van 62 jaar die 40 jaar beroepsverleden bewijst. op de ontslagen vrouwelijke werknemer van 62 jaar die 39 jaar beroepsverleden bewijst.
Met pensioen na 40 jaar
Een volledig pensioen betekent dat je pensioen neerkomt op 70% van je laatstverdiende loon, inclusief AOW. Onder de 67 jaar krijg je nog geen AOW, dus dan moet alleen je pensioen zelf hoog genoeg zijn om 70% van je loon te beslaan.
Het is zo simpel als het klinkt; u kunt het hele pensioen opnemen zonder boete . Er kunnen echter fiscale gevolgen zijn, afhankelijk van de omvang van de pensioenpot. U ontvangt de eerste 25% als een belastingvrije som ineens, maar u moet belasting betalen over de resterende 75%.
Als u ontslagen wordt, kunt u ervoor kiezen om toch bij ons pensioen te blijven opbouwen. Dit noemen we ook wel vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw. U kunt dit zelf regelen of u kunt afspraken maken met uw werkgever in een beëindigingsovereenkomst of via een sociaal plan.
Het belastingtarief als je vroeger met pensioen gaat
Als je nog niet AOW-gerechtigd bent, betaal je 36,97%. Over je pensioen tussen € 38.098,- en € 75.518,- betaal je 36,97% belasting, zowel voor als na de AOW-leeftijd. En over het meerdere betaal je altijd 49,5% belasting (belastingtarieven 2024).
In veel pensioenregelingen kunt u al voordat u de standaard pensioengerechtigde leeftijd bereikt, stoppen met werken. Maar doordat uw pensioen eerder ingaat, wordt de uitkering een stuk lager. U moet namelijk langer rondkomen met uw pensioengeld. Ook heeft u minder jaren waarin u het pensioen opbouwt.
Zonder kinderen ten laste mag je als werknemer of ambtenaar maximaal 10.117 euro per jaar verdienen. Als zelfstandige of in een gemengde loopbaan (als werknemer én zelfstandige) gaat het dan om 8.093 euro. Heb je wel nog kinderen ten laste, dan stijgt dat grensbedrag tot respectievelijk 15.175 en 12.140 euro.