Voor de loting van de startvolgorde kan op basis van de resultaten van de selectiewedstrijden het deelnemersveld door het sectiebestuur in groepen worden verdeeld. Indien er een groepsindeling is, zal de groep met de beste rijders het laatst rijden. (deze bepaling is van toepassing bij alle kampioenschappen langebaan).
Lange tijd kenden het langebaanschaatsen alleen de zogenaamde 'afstanden'. Op de afstanden rijden er steeds twee rijders tegen elkaar volgens loting bepaald.Er wordt geschaatst tegen de wijzers van de klok in. De deelnemers wisselen op de kruising steeds van baan, zodat ze bij elke volle ronde dezelfde afstand rijden.
Uit de tijd die per afstand gereden is wordt een puntenaantal berekend, door de gereden tijd terug te rekenen naar de gemiddelde tijd in seconden over 500 meter, met een nauwkeurigheid van 3 decimalen, het vierde cijfer achter de komma buiten beschouwing latend (niet afronden).
Bij afstanden langer dan 300 meter dienen de deelnemers te wisselen van baan. De rijder, die op de binnenbaan rijdt, moet telkens op de kruising naar de buitenbaan overgaan en omgekeerd. Wanneer beide rijders gelijktijdig bij de kruising aankomen, heeft de rijder die van buiten naar binnen moet wisselen voorrang.
Schaatsen is mogelijk doordat zich bovenop het ijs, ondanks temperaturen onder het vriespunt, een zeer dun laagje water van enkele moleculen dik bevindt, waarop het ijzer van de schaats met zeer geringe wrijving over kan glijden.
11 kilometer natuurijs voor jong en oud. Het natuurijs van het Lipnomeer wordt niet voor niets de langste ijsbaan van de wereld genoemd: het traject tussen het dorpje Lipno nad Vltavou en het plaatsje Frymburk heeft een lengte van 11 kilometer en een breedte van 8 meter.
De meest voor de hand liggende is dat 85 tot 90 % van de mensen rechtshandig zijn en daarom meestal ook rechtsbenig. Je rechtervoet is dan favoriet bij het afzetten of steppen. Daarom kun je met het rechterbeen meer kracht zetten dan met het linkerbeen, en dus sneller door de bocht schaatsen.
Ten eerste heb je zonder sokken een betere pasvorm in de schoen en kun je deze nog beter (thermoplastisch) naar je voet zetten. Daarnaast voel je je meer één met je schaats of skeeler, vooral wanneer je voeten een beetje beginnen te zweten dan zuigt de schoen als het ware perfect om je voet.
Allereerst is zo'n strak schaatspak bedoeld om je lichaam te stroomlijnen. Hij sluit aan op je romp, armen (tot de polsen of tot en met de knokkels van de hand) en de benen (tot de enkels). Doordat het pak zo strak om je heen zit heb je veel minder tegenwind en ga je dus sneller.
Gebruik WD40 of teflonspray, naaimachine- of smeerolie is ook goed. Naast het onderhouden van de ijzers is het ook belangrijk dat de schoenen goed blijven. Leren schoenen kun je insmeren met daarvoor bestemde schoenpoets. Hiermee voorkom je uitdroging en blijft het leer lekker soepel.
Tip 1 Hoe weet je of je schaatsen nog scherp zijn? ''Voel met je nagel langs het mes.Als je merkt dat je geen grip hebt, weet je dat de schaats bot is. Bij een scherpe schaats merk je dat er een stukje van je nagel afgaat.
Puur door het hoogteverschil. Want hoe hoger een ijsbaan ligt, hoe lager de luchtdruk, of anders gezegd, hoe dunner de lucht en hoe makkelijker je hier doorheen komt. Je hebt dus minder weerstand waardoor je makkelijker hard schaatst.
2.1 Ronding 23
Een goede ronding zorgt voor voldoende druk en voor een goede afzet, tevens heb je een goede sturing van het ijzer. Langebaan en marathon schaatsers schaatsen meestal met een ronding tussen de 21 en 25.
Zoals de naam massastart al zegt wordt er met alle rijders tegelijk gestart. De afstand is veel korter dan bij een gemiddelde marathonwedstrijd, er worden met ingang van het seizoen 2014/2015 namelijk 16 ronden van 387,36 meter gereden met een totale afstand van 6.197,76 meter.
Je kunt schaatsen als er natuurijs ligt of bijna het gehele jaar door kunstijs. Skaten kan overal, maar er zijn ook speciale inlineskatelocaties. Je kunt recreatief schaatsen en skaten, daarnaast kun je ook lessen volgen of je aansluiten bij een vereniging en wedstrijdschaatsen.
Door gebruik te maken van de zwaartekracht, kun je snelheid verhogen. Wie dit zo effectief mogelijk doet, zal sneller gaan. Daarom is het heel belangrijk om het lichaamsgewicht juist te gebruiken bij het zijwaarts afzetten. Daarbij draait het om de uitgangshouding van het lichaam.
Van schaatsen krijg je behalve een goede conditie ook sterkere spieren. Je traint vooral je beenspieren, bilspieren, rugspieren en buikspieren. Tijdens het schaatsen sta je lang op je standbeen en daar belast je je spieren mee. Dan is er de afzet, dat is ook een krachttrainingsmoment.
Voet afwikkelen zoals bij het wandelen of lopen betekent juist dat hiel, middenvoet en voorvoet ná elkaar de ondergrond raken. Voetafwikkeling betekent ook dat de voet moet kunnen bewegen in de loopschoen. In de schaats- of skeelerschoen kan die extra beweegruimte er beter niet zijn.
Hoge noren of lage noren kopen
De hoge Noor is meer geschikt voor gevorderde schaatsers. De schaats is ongeveer 3cm hoger dan de lage Noor en wordt gebruikt wanneer de snelheid van de schaatser zo hoog is dat hij of zij door het schuin hangen in de bocht met de schoen het ijs zou raken.
Op botte schaatsen kan uw kind géén afzet in het ijs maken en zal als een Bambi alle kanten op glijden. Dus laat je schaatsen regelmatig (een paar keer per seizoen) slijpen. Vooral wanneer je op natuurijs hebt geschaatst, is het raadzaam om je schaatsen te slijpen voordat je weer op de kunstijsbaan gaat schaatsen.
Mensen met steunzolen hoeven deze niet in hun schaatsen te doen. Het bij hardlopen en wandelen zo belangrijke afwikkelen van de voet is bij het schaatsen heel anders. Een steunzool past nooit helemaal goed in de schaats en zorgt er vaak voor dat de schaats niet meer goed onder de voet zit.
Iedereen kan gewoon schaatsen, al zijn de warme wind en de regen niet bevorderlijk. ' Er wordt inderdaad volop geschaatst, maar het valt op dat een laagje water op het ijs ligt, zo'n twee duimen dik. Iedere schaatser lijkt zich daardoor haast dóór het ijs te banen, als bij een boot die door het water snijdt.
Het opkomen en ondergaan van de zon staat symbolisch voor de tijd die vooruit gaat. De beweging van de zon aan de hemel is rechtsom. Door linksom te gaan, ging een atleet als het ware ''tegen de tijd in".
De harde noren zijn vooral gunstig voor mensen met zwakke enkels. De schaatsen geven extra steun. Wie stevige enkels heeft zal eerder voor leren noren kiezen vanwege de pasvorm. Daarbij is het voor langere tochten op natuurijs zeker een voordeel om lage noren te gebruiken.
De allereerste schaatsen worden daarom glissen genoemd (glis, is een rib of een middenvoetsbeen van een rund, paard of hert). De glissen werden voorzien van gaten en met pezen of palingvellen aan de voet bevestigd. Om het afzetten op het ijs te vergemakkelijken, werd vaak gebruikgemaakt van één of twee stokken.