Uit de studies is gebleken dat ongeveer 70% van het IQ erfelijk is en dat de overige 30% door omgevingsfactoren wordt bepaald. Wat bepaalt nog meer intelligentie? Gezondheid, slaap, beweging, kwaliteit van het onderwijs en andere omgevingsfactoren kunnen de intelligentie beïnvloeden.
Cognitieve functies zoals seks, voeding en agressie worden daarbij gelinkt aan het genetisch materiaal van de vader, terwijl de meest geavanceerde cognitieve functies zoals redeneren, denken, taal en plannen gelinkt worden aan het genetisch materiaal van de moeder.
De intelligentie van een kind (of een volwassene) wordt bepaald door middel van een IQ test, ook wel een intelligentieonderzoek genoemd, waarbij IQ staat voor intelligentiequotiënt. Het IQ is de maat/eenheid waarmee uitgedrukt wordt hoe intelligent een kind is, en wordt door middel van een getal weergegeven.
'Intelligentie hebben kinderen namelijk voornamelijk te dan- ken aan de genen die zij van hun moeder hebben geërfd. ' 'Vrouwen hebben twee X-chromosomen, terwijl mannen een X-Y-paar hebben', zo begint de verklaring. 'Op het X-chromosoom zitten tientallen genen die invloed hebben op intelligentie.
Genen die zowel de structuur als het functioneren van het brein beïnvloedden, vormen een verklaring voor de gemeten IQ-verschillen. Posthuma zegt in haar proefschrift dat verschillen in IQ voor wel tachtig tot negentig procent aan erfelijke factoren liggen.
Het intellectuele vermogen van de moeder heeft directe invloed op de intellectuele ontwikkeling van het kind, omdat het een genetisch bepaalde en erfelijke eigenschap is (Kirkpatrick, McGue, Iacono, Miller & Basu, 2014).
Je intelligentieniveau neemt toe naarmate je ouder wordt
De afname van deze intelligentievorm wordt dus gecompenseerd door de toename van de andere intelligentievorm. Alleen op zeer late leeftijd, is er sprake van een afname van de totale intelligente.
Begaafdheidskenmerken. Hoge intelligentie/sterk potentieel: beschikt over hoge intellectuele capaciteiten, kan goed redeneren, is leergierig en is (in potentie) in staat tot uitzonderlijke prestaties. Wil graag uitgedaagd worden. Vanaf een score van 130 op een IQ-test spreekt men van hoogbegaafdheid.
We erven heel wat zichtbare en minder zichtbare kenmerken van onze ouders, zoals de kleur van huid en ogen, lichaamsbouw en bepaalde karaktertrekjes. Soms erven we ook bepaalde ziektes van hen.
Lang werd gedacht dat dit stabiel bleef. Natuurlijk kan je trainen om je IQ te verhogen maar enkel door je vaardigheden in het maken van intelligentietesten te vergroten. Je daadwerkelijke intelligentie kan niet veranderd worden door training.
IQ-tests zijn meestal gestandaardiseerde tests die een breed scala aan onderwerpen bestrijken, zoals logische, visuele, ruimtelijke, classificatie-, analoge en patroongestuurde vragen. IQ-scores worden berekend als het verschil tussen de testscore en de gemiddelde testscore van mensen van dezelfde leeftijd .
Claire ter sprake die enkele jaren geleden de laagste IQ score ooit had behaald: 52. “Lager dan een aap”, is er indertijd gezegd.
“Uit onderzoek weten we dat intelligentie voor zeker vijftig procent erfelijk is bepaald. Als dat zo is, gaat het niet om het opleidingsniveau van de moeder op zich, maar om haar intelligentie”, zegt Plug. “Een intelligente vrouw met een onderwijsachterstand kan ook slimme kinderen krijgen.”
Van ieder gen erf je een versie van je moeder en een versie van je vader. In de genen die van je ouders kreeg, zitten weer exemplaren van hun ouders, enzovoort. De exemplaren die jij van je (voor)ouders hebt geërfd, bepalen je eigenschappen, bijvoorbeeld je haarkleur of de kleur van je ogen.
Belangrijke deelkenmerken van hoogbegaafdheid die je bij hoogbegaafde kinderen kunt herkennen zijn in ieder geval de volgende: nieuwsgierigheid, voorsprong in ontwikkeling, goed geheugen, leergierigheid, creativiteit, asynchrone ontwikkeling, complex denken, hooggevoeligheid en een sterk rechtvaardigheidsgevoel.
Volgens onderzoekers bepaalt de genetica van een moeder hoe slim haar kinderen zijn , en de vader maakt geen verschil. Vrouwen geven intelligentiegenen eerder door aan hun kinderen omdat ze op het X-chromosoom worden gedragen en vrouwen er twee hebben, terwijl mannen er maar één hebben.
Over chromosomen, DNA en genen
Het DNA bevat codes waarin onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. Dit zijn de genen. Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt hoe iemand er uit ziet of hoe iemands lichaam werkt. Ieder mens heeft circa 20.000 genen: de erfelijke eigenschappen.
De kern bevat genetische info in een combinatie van 23 paar chromosomen die zijn gemaakt van DNA. Je erft één paar van elk van je ouders . Slechts één paar, chromosoom 23, bepaalt het geslacht. Genetisch gezien draagt een persoon eigenlijk meer genen van zijn/haar moeder dan van zijn/haar vader.
Hoogbegaafdheid theorie
Belangrijkste criteria: hoge intelligentie, motivatie èn creativiteit.
Slimme mensen storen zich niet aan zulke dooddoeners, maar stellen zich open op. Ze luisteren ze aan en zien ze als startpunt van een gedachte. Ze passen altijd een inductieve manier van denken toe. Ze ontleden uitspraken door vervolgvragen te stellen en conclusies uit af te leiden.
Ze kunnen bijvoorbeeld al zien hoe ze iets willen, al weten hoe iets moet, maar nog niet de verfijnde motoriek hebben om het te maken. Zijn soms, niet altijd, cognitief ook al verder dan de sociale en emotionele ontwikkeling. Daardoor kan een hoogbegaafd kind heel volwassen en wijs overkomen.
Zwakker wordende spieren en botten, achteruitgaand zicht en gehoor, gebrek aan eetlust, hartproblemen, ziektes als kanker, dementie. Het maakt het leven er niet leuker op. Toch is het vaak best mogelijk om met dergelijke ouderdomsgerelateerde problemen nog lang een goed, gezond en zelfstandig leven te hebben.
IQ is een afkorting voor Intelligence Quotient. "Intelligentie", zoals gemeten door IQ-tests, is vrij nauw gedefinieerd. Een IQ is bedoeld als een voorspeller van het niveau van vaardigheden dat een kind nodig heeft om succesvol te zijn op school. In de algemene bevolking wordt deze score relatief stabiel na ongeveer vier jaar .
De onderzoekers stellen terugkijkend dat een lager IQ bij aanvang kan wijzen op meer kwetsbaarheid voor een ernstiger beloop van de ziekte en een slechter functionerend werkgeheugen. Wat valt er te concluderen? Gemiddeld genomen gaat het IQ niet achteruit in 10 jaar na de eerste psychose.