Zijn attributen waren een pijl en een boog, omdat hij als zonnegod met zijn pijlen ook verderf kon zaaien. Ook wordt hij afgebeeld als god van de muziek met een lauwerkrans en een citer die hij bespeelde met een plectrum.
Apollo was een veelzijdige god, niet alleen van de zon en het licht, maar ook van de herders, met hun kuddes, de waarheid, het goede, het schone, de (dicht)kunst, de muziek, de cultuur, de profetie, medicijnen, de genezing en het recht. Hij zorgde voor orde en rust en hield de rechtspraak in de hand.
Behalve zijn avonturen met vrouwen hield de god er ook relaties met mooie mannen op na waarvan de meest bekende die met Hyakinthos en Kyparissos zijn. Toen ze tot grote droefheid van Apollo waren gestorven, heeft hij de eerstgenoemde in een bloem veranderd (gelijkend op onze hyacint), de tweede in een boom, de cipres.
Toen de goudharige Apollo werd geboren, zweefde hij omhoog naar de blauwe hemel. In zijn hand hield hij een lier, over zijn schouder hing een zilveren boog en in zijn koker gouden pijlen. Hij wist dat het zijn taak was de mensen het goede te brengen en hun geduld te leren.
Ares was de god van de oorlog en het geweld. Hij was een zoon van Zeus en Hera. Bijna altijd was hij op stap met Eris, zijn zus en godin van de tweedracht.
Losbandige oppergod
Zeus was de machtigste god van het oude Griekenland. Veel van de Griekse stadstaten werden democratisch bestuurd, maar er was geen democratie op de Olympus, waar Zeus als koning over de Griekse goden heerste.
Tijdens de afwezigheid van haar man, vertrok Helena op een dag met Paris, de zoon van de laatste Trojaanse koning: Priamus. Toen deze Paris de godin Aphrodite eerder tijdens de bekende twist om de appel als mooiste godin had verkozen, had zij hem als dank de mooiste vrouw ter wereld beloofd.
Apollo is een Latijnse jongensnaam. Het betekent `kracht, zonnegod`.
Apollo – in de Griekse mythologie eigenlijk Apollon geheten – is de god van de zon, muziek, geneeskunde, poëzie en schone kunsten. De god werd geboren uit Zeus en Leto (godin van de duistere nachten). Hij behoort tot de Olympische goden die de berg Olympus als hun woonplaats hebben.
Zijn attributen waren een pijl en een boog, omdat hij als zonnegod met zijn pijlen ook verderf kon zaaien. Ook wordt hij afgebeeld als god van de muziek met een lauwerkrans en een citer die hij bespeelde met een plectrum.
Zij rees uit de baren van de zee op als de schoonste van alle vrouwen, blank als het schuim, waaruit ze geboren werd, en beminnelijkheid en lieftalligheid lagen op haar glimlachend gelaat en over haar gehele wezen. Zo kreeg ze de naam Aphrodite, “de uit schuim geborene”, of Anadyomene, “de opduikende”.
Uit haar verhouding met Ares kreeg Aphrodite zes kinderen: Eros en Anteros (de liefde en de wederliefde), Harmonia, Deimos en Phibos (de angst en de vrees) en Priapus.
De god Apollo besloot dat als ze niet zijn vrouw kon zijn, dat de laurier dan maar een aan hem gewijde boom moest zijn. Van de bladertakken maakte hij een krans die hij altijd op zijn hoofd zou blijven dragen.
Eros was de Griekse god van de vleselijke liefde. In het Latijn heet hij Amor (liefde) of Cupido (begeerte). Eros was het hulpje (volgens sommigen de zoon) van Aphrodite, de godin van de liefde en de vruchtbaarheid. Hij was degene die mensen verliefd maakte door een pijl in hun hart te schieten.
Diana, als equivalent van Artemis, gold als zijn tweelingzuster. Maar het was vooral Phoebus Apollo - later vereenzelvigd met Sol Invictus - die als zonnegod door de Romeinen werd vereerd. Hij zou de patroon worden van de Augusteïsche periode, die men ook wel gouden of Apolloneïsche periode noemde.
Zeus heeft vele heldhaftige kinderen, zoals: Athene, Hermes, Herakles (ook wel Hercules) en Perseus. Kinderen die Zeus met Hera heeft gekregen zijn Hebe, Hephaistos, Eileithyia en Ares. De god Zeus heet bij de Romeinen "Jupiter", bij de Noormannen (ook wel Vikingen) "Thor" en bij de Germanen "Odin".
Hera was als vrouw van Zeus ook een machtig heerseres over de lucht en de atmosfeer. Zij kon het, net zoals haar echtgenoot, laten donderen en bliksemen. Hera wordt vaak afgebeeld in haar strijd om de titel 'de mooiste godin' (het oordeel van Paris).
Zeus is de oppergod in de Griekse mythologie en de hoofdbewoner van de berg Olympus. Hij is de zoon van de titanen Cronus en Rhea. In afbeeldingen is hij vaak te zien met de bliksemschichten die hij van de cyclopen ontving. Verder zijn onder meer de adelaar en de eik onlosmakelijk met hem verbonden.
Helena werd gedwongen te trouwen met Menelaüs, die altijd zijn broer Agamemnon volgde en steunde in alles. Bij Menelaüs kreeg ze een dochter, Hermione.
De oude Grieken hadden de aarde eveneens aan een godheid opgedragen: de godin Taia (Gaia). Zo bezien zijn Gaia (Terra/ Tellus) en Venus dan de enige "vrouwen" te midden van de zeven "mannen" in ons Zonnestelsel. In de mythologie werd Gaia geboren uit Chaos. Zij was zowel de moeder als de vrouw van Uranus.
Jupiter, ook wel schreven as Iuppiter of Iupiter (in verolderd Nederlaands: Jupijn of Jovijn) is in de Romeinse mythologie de oppergod, en god van de hemel en t onweer. Hai is de zeun van Rhea en Cronus, en de jongste bruir van Ceres, Vesta, Pluto, Neptunus en Juno.
Ares, de god van oorlog en krijgslust, is de zoon van Zeus en Hera. Hij is een van de Olympische goden.
Neptunus wordt afgebeeld met een drietand, dolfijnen en een paard en wagen. Mars is de god van de oorlog. Mars droeg een helm, een schild en een lans. Mars was stoer, groot en heel erg sterk.