De geleiding van de prikkels (impulsen) gaat via uitlopers van de zenuwcellen, de axonen. Een prikkel of impuls is een elektrisch signaal, dat ontstaat in zenuwcellen, waardoor je zenuwcellen met elkaar en andere cellen in je lichaam kunnen praten.
De impulsgeleiding gaat bij gemyeliniseerde uitlopers sprongsgewijs (saltatoire impulsgeleiding). Elke aftakking eindigt in een synaps. De overdracht van een impuls van een presynaptisch axon naar een dendriet of cellichaam van een ander neuron gaat via synapsen. Dit gebeurt via een neurotransmitter.
Impulsen gaat op twee manieren door het zenuwstelsel: via elektrische signalen verplaatst een impuls zich binnen één cel, bijvoorbeeld vanuit een zintuig door een sensorisch neuron richting het ruggenmerg. De overdracht van het ene neuron naar het andere verloopt via een chemisch signaal, door neurotransmitters.
Als je iets hoort, voelt, ruikt, proeft of ziet, dan stuurt dat een signaal, genaamd impuls, door je zenuwen naar je hersenen. Dit gebeurt heel snel, bijna net zo snel als een bliksemschicht! De impulsen reizen door de zenuwen als kleine elektrische stroompjes en ze gaan via je ruggenmerg omhoog naar je hersenen.
Een elektrisch signaal dat door zenuwcellen en hun uitlopers wordt vervoerd. Een impuls ontstaat in een geprikkelde zintuigcel en wordt door de zenuwen naar je hersenen geleid.Daar worden de impulsen verwerkt en word je je bewust van de prikkel.
Het organisme is in staat deze prikkels uit zijn omgeving waar te nemen met speciale cellen: de zintuigcellen. Deze zintuigcellen bevinden zich vaak in speciale organen, de zintuigen. Opgevangen prikkels worden in de zintuigcellen omgezet in een soort elektrische stroompjes. Impulsen.
Uit Newtons tweede wet van beweging weten we dat $P=mv$. Omdat impuls wordt weergegeven als $F\times t$, kunnen we het vervangen door 'J' . Dus bewezen.
Een elektrisch signaal
De zenuwimpuls wordt ook wel 'actiepotentiaal' genoemd. Het verwijst naar het elektrische signaal dat door een neuron wordt geproduceerd wanneer het wordt gestimuleerd . Dit signaal wordt vervolgens doorgegeven via synapsen, of verbindingen tussen de cellen. Er zijn twee soorten zenuwimpulsen.
Ook wel sensorische zenuwcellen genoemd. Gevoelszenuwcellen zijn zenuwcellen die impulsen versturen vanaf een zintuigcel richting het centraal zenuwstelsel. Gevoelszenuwcellen bundelen zich in een gevoelszenuw.
Thalamus verbindt (en filtert prikkels tussen) het ruggenmerg met de grote hersenen. Thalamus is een schakelstation voor impulsen uit de zintuigen. Zo kan bij concentratie op een specifieke bezigheid de thalamus ervoor zorgen dat je andere impulsen minder bewust waarneemt.
Neuronen communiceren met elkaar op specifieke punten of knooppunten, synapsen genaamd. Deze synapsen kunnen chemisch zijn, communiceren via chemische boodschappers of elektriciteit, waarbij ionen tussen cellen stromen. Daarom vindt de overdracht van zenuwimpulsen plaats via synapsen .
De motorische neuronen sturen onze spieren aan. Samengevat is er bij het verwerken van een impuls een soort actie- reactie effect. Sensibele neuronen merken een impuls op, zetten deze om in een elektrisch signaal en sturen deze naar de hersenen, waar het in een specifiek deel verwerkt wordt.
Leren ontstaat in het bijzonder wanneer synapsen veranderen. Simpel gesteld: een sterkere verbinding tussen 2 neuronen zorgt ervoor dat je de informatie beter onthoudt. Ook kan een neuron méér synapsen maken, wat resulteert in hetzelfde effect: meer verbindingen tussen neuronen en dus beter onthouden.
Neuronen geleiden elektrische impulsen door gebruik te maken van het actiepotentiaal. Dit fenomeen wordt gegenereerd door de stroom van positief geladen ionen over het neuronale membraan .
Als er een impuls aan komt op het axon dan fuseren de blaasjes met neurotransmitters met de membraan van het axon. De neurotransmitters komen terecht in de ruimte tussen beide zenuwcellen. Deze neurotransmitters binden op de Na+ ionenkanalen. Deze Na+ ionenkanalen vervormen door deze binding en gaan open.
Het actiepotentiaal
Een gedepolariseerd stukje membraan heeft binnen een positieve lading ten opzichte van de buitenkant van het celmembraan. Deze ladingsverschillen tussen de verschillende delen van het membraan leiden tot een actiepotentiaal (impuls).
Herstellen doorgesneden zenuw
De neurochirurg of plastisch chirurg beoordeelt of de (gedeeltelijk) doorgesneden zenuw kan worden hersteld. Gevoelszenuwen in de voet worden over het algemeen niet hersteld.
Een impuls is een tijdelijke wijziging van het potentiaalverschil (ladingverschil) tussen de buitenkant en de binnenkant van de zenuwcel. Hij begint ergens (dendriet of cellichaam) en verspreidt zich over het hele membraan van de zenuwcel richting de uiteinden van het axon.
Twee elektroden worden op de huid geplaatst boven uw zenuw of boven een spier. Eén elektrode stimuleert uw zenuw met een zeer milde elektrische impuls. De andere elektrode registreert het. De resulterende elektrische activiteit wordt geregistreerd door een andere elektrode.
Als een prikkel sterker is dan de drempelwaarde, zetten zintuigcellen de prikkel om in een elektrisch signaal. Dit signaal wordt ook wel een impuls genoemd. Deze impulsen worden doorgegeven aan zenuwcellen, die samen zenuwen vormen.
Vanuit de hersenen (centraal zenuwstelsel) geven motorische zenuwcellen via het ruggenmerg prikkels (impulsen) af naar spieren en klieren. Ze geven bijvoorbeeld de opdracht om bepaalde spieren samen te trekken, soms bijvoorbeeld bewust (als je je ogen sluit) en meestal onbewust (als je knippert met je ogen).
De formule voor het berekenen van de impuls:
Dus, J= F*T . Hierbij staat F voor kracht (in newton) en T voor tijd. Door momentumverandering te gebruiken: De formule om impuls te berekenen door momentumverandering is door de massa van het lichaam en de snelheid te berekenen. In dit geval zal impuls gelijk zijn aan het product van massa en snelheid.
Via sensorische zenuwen worden deze impulsen vervoerd naar de hersenen. Komt de impuls aan in de hersenen, dan word je je bewust van de prikkel. Organismen reageren (meestal) op prikkels uit het milieu. Via motorische zenuwen worden vanuit het centrale zenuwstelsel spieren of klieren aangestuurd.
De impulsfrequentie van uw apparaat is een getal dat u doorgaans kunt herkennen aan het rode knipperende lampje ('impulslampje') aan de voorkant van uw elektriciteitsmeter . Dit lampje knippert wanneer u stroom verbruikt.