Hoe werd tijd vroeger berekend? Door de zon, de maan en de sterren te bestuderen, bepaalden mensen vroeger welk moment van de dag het was en in welke tijd van het jaar ze leefden. Dat was bijvoorbeeld handig voor de landbouw; om op de juiste tijd te kunnen zaaien en oogsten.
Heel lang geleden wisten mensen hoe laat het was door te kijken naar de stand van de zon, dat was hun versie van een klok. Zo wisten de mensen vroeger wanneer ze wakker moesten worden en wanneer ze moesten slapen, ook wisten ze zo wanneer ze moesten eten. Later kwam er een soort klok, de zogenaamde zonnewijzer.
De tijd bijhouden begon met zonnewijzers
De oudst bekende is van rond 1500 voor Christus. Onze tijd, de uren en minuten, werden bedacht door middeleeuwse astronomen. Zij grepen terug op de Babyloniërs, die telden in zestigtallen in de wiskunde en astronomie.
Naast kalenders werden gebruikt: de waterklok, de zandloper, kaarsen of olielampen (met een aantal strepen erop) en de zonnewijzer.
Er is niet een persoon die de tijd heeft bepaald. In de loop der jaren is het meten van tijd steeds verder ontwikkeld. Vroeger werd de stand van de sterrenhemel gebruikt als uitgangspunt voor de tijd. Overdag werden er zonnewijzers gebruikt en 's nachts bijvoorbeeld een zandloper.
Griek bedacht minuten
De eerste stap op weg naar een indeling van de dag werd al duizenden jaren eerder gezet door de astronomen van het oude Egypte. Zij verdeelden de dag in 24 uur, maar hun zonnewijzers en waterklokken waren niet bijster geschikt voor nauwkeuriger tijdmetingen.
Tijd is een natuurkundige grootheid. Tijd in klassieke zin is het verschijnsel dat gebeurtenissen geordend kunnen worden; dat van een gebeurtenis gezegd kan worden dat deze na of voor een andere gebeurtenis plaatsvindt. Met het begrip tijd kan een bepaald moment of tijdstip worden aangeduid, maar ook een tijdsduur.
Over de middeleeuwen (ca.400-1500 na Chr.) heersen veel misverstanden en vooroordelen. Het zou bijvoorbeeld een tijd van onrust en verval zijn, na de ondergang van het Romeinse Rijk: de 'donkere middeleeuwen'.
De eerste klokken waren (als deze zo genoemd kunnen worden) zonnewijzers waarbij de schaduw van de stift, die zich verplaatst als gevolg van de draaiing van de aarde, een maat voor de tijd aangaf. Via zandlopers en allerlei andere mechanismen werd uiteindelijk het mechanische slingeruurwerk uitgevonden.
De oudste nog goed lopende klok ter wereld bevindt zich in de Universiteit van New York.De klok dateert uit 1410 ; de gewichten worden zorgvuldig door een conservator opgetrokken.
Door ziekte en aftakeling was de gemiddelde leeftijd in de middeleeuwen extreem laag. Door opgravingen op middeleeuwse begraafplaatsen en botanalyses is vastgesteld dat de gemiddelde levensduur in grote delen van Europa 30 tot 35 jaar was. Nu is dat in West-Europa 79 jaar voor mannen en 84 voor vrouwen.
De middeleeuwse samenleving was ingedeeld in standen. Bovenaan stond de koning of keizer met daaronder de geestelijken.Daarna de edelen (graven, hertogen en ridders) en onderaan de boeren en burgers. Rond 800 behoorde Nederland tot het Frankische rijk, met Karel de Grote als koning.
De geschiedenis van de Middeleeuwen gaat over een hele lange tijd, wel 1000 jaar. Daarom verdelen we deze tijd vaak in twee stukken: de vroege Middeleeuwen van 500 tot 1000 na Christus ( tijd van Monniken en Ridders), en de late Middeleeuwen van 1000 tot 1500 na Christus (Tijd van Steden en Staten).
Voordat het elektrische licht in de 19e eeuw zijn intrede deed, gingen de meeste mensen naar bed als het donker werd en stonden ze op bij dageraad. In de oudheid werd dit patroon soms doorbroken met waterklokken. Die deden denken aan zandlopers en bestonden uit een bakje met water met een gaatje erin.
Vroeger, toen er nog geen elektriciteit was en de wekker nog niet was uitgevonden, bestonden er porders die je wakker maakten. 's Ochtends kwam de porder langs de deur om je wakker te maken. Dit deed hij of zij door met een stok op de deur of raam te tikken. Met de komst van de wekker verdween dit beroep.
Hoewel er dus in de 17e eeuw al pogingen werden gedaan, wordt de Amerikaanse uitvinder Levi Hutchins gezien als de eerste persoon die in 1787 een wekker voor eigen gebruik ontwikkelde. Hij maakte dat jaar een wekker die hem elke nacht om vier uur wakker moest maken, zodat hij op tijd op zijn werk kon zijn.
De klok als religieus middel
De eerste klokken, die enkel in staat waren om uren aan te geven, werden in kloosters geplaatst zodat monniken op gezette tijden konden bidden. Er wordt verondersteld dat de klok in de kathedraal van Salisbury uit 1386 de oudste nog tikkende klok ter wereld is.
De uitvinder van het slingeruurwerk is Christiaan Huygens. Hij verkreeg het patent op het slingeruurwerk in 1657. Huygens deed proeven met de uurwerkslinger in de Oude kerk van Scheveningen; vandaar dat het de Scheveningse slinger wordt genoemd in uurwerkmakerskringen.
De waterklok: de oudste tijdmeter
door de oude Egyptenaren en de Babyloniërs werd uitgevonden. Met behulp van stromend water, waarmee de hoogte van de waterspiegel veranderde, kon op een schaal het verloop van de tijd worden gemeten.
De 30e eeuw v.Chr. (van de christelijke jaartelling) is de 30e periode van 100 jaar gerekend vanaf het begin van de jaartelling, dus bestaande uit de jaren 3000 tot en met 2901 v.
Tijd van regenten en vorsten (1600 tot 1700)
Het tijdvak van regenten en vorsten en in Nederland vooral bekend als de Gouden Eeuw. In dit thema daarom veel aandacht voor de Republiek der Nederlanden.
tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) tijdvak 8: tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) / tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950)
Albert Einstein stelde in zijn speciale relativiteitstheorie dat het niet mogelijk is over ruimte en tijd als twee afzonderlijke entiteiten te spreken, maar dat er slechts één entiteit bestaat, namelijk de ruimtetijd, die alle gebeurtenissen in het verleden, heden en toekomst in ons heelal bevat.
Iedere dag op aarde begint officieel op de Line-eilanden in Kiribati, waar men 14 uur voor loopt op UTC, begint 26 uur later op de onbewoonde Amerikaanse eilanden Howland en Baker, die onder een (nautische) tijdzone vallen die 12 uur achter loopt op UTC, en eindigt daar nog eens 24 uur later.
De aarde is verdeeld in 24 uurgordels. Volgens deze verdeling ligt België in de uurgordel van Greenwich. Onze tijd is dus de tijd van Greenwich, de Universele tijd (UT) of wereldtijd, nu gestandaardiseerd tot gecoördineerde wereldtijd (UTC). Men gebruikt hiervoor soms nog de oude benaming GMT (Greenwich Mean Time).