Elke wedstrijd begint met tossen en elke club organiseert wel één of meerdere keren een activiteit onder de naam Tossen, Husselen of Racket trekken. Bij deze activiteit worden deelnemers willekeurig met elkaar op een baan ingedeeld om wedstrijden te spelen.
De keuze van de speelhelft en het recht om in het eerste spel serveerder of ontvanger te zijn, moet door tossen worden beslist. De speler die de toss wint, mag kiezen of van zijn tegenstander verlangen te kiezen serveerder of ontvanger te zijn, in welk geval de andere speler de speelhelft moet kiezen.
Tossen houdt in dat je alleen naar de tennis komt en vervolgens wordt ingedeeld voor een dubbelpartij (je hoeft dus geen tennispartner te hebben). Dit kan gemengd zijn of alleen dames/heren. Het is maar net hoe het die avond uitkomt. Een hele leuke manier om andere clubleden te leren kennen!
Elke dinsdagavond is het "Toss-avond" voor Senioren (vanaf 19:00 uur); Je hebt dan de mogelijkheid om te tennissen zonder van tevoren af te spreken.
Een spel wordt als volgt geteld, waarbij de punten van de serveerder als eerste worden genoemd: Geen punt - 'Nul' Eerste punt - '15' Tweede punt - '30' Derde punt - '40' Vierde punt - 'Spel' Als jij en je tegenstander beide 3 punten hebben (40-40) dan is de telling 'gelijk' (deuce, spreek uit als 'djoez').
Al in de vijftiende eeuw moest je vier punten hebben om een game te winnen. Door deze vierdeling kreeg je de scores 15, 30 en 45. Het Franse woord voor 45, 'quarante-cinq' en het Engelse 'forty-five' werden te lang bevonden; het werd de gewoonte 40 te zeggen.” De term 'deuce' komt eveneens uit het Frans.
Waar komt de puntentelling bij tennis vandaan? Op een oude prent uit 1615 van Chrispijn van de Passe staat een tennisbaan, waar naast tennisballen ook muntstukken te zien zijn. Deze prent vormt een bevestiging van de theorie dat er heel vroeger om geld gespeeld werd. Een wedstrijd was dus een strijd om een 'wedde'.
Wat is rackettrekken? Racketrekken is eigenlijk niets anders dan lekker tennissen; korte wedstrijdjes van circa een half uur met steeds wisselende spelers! Er kan gedubbeld of gesingeld worden. Rackettrekken is voor alle speelsterktes.
De wedstrijd begint met een toss, die bepaalt welk team mag beginnen. De toss wordt uitgevoerd door de scheidsrechter die bijvoorbeeld de stick opgooit en laat vallen. De teams mogen kiezen tussen de bolle of platte kant. Internationaal bestaat een wedstrijd uit 4 kwarten van elk een kwartier.
De speler die aan de beurt is om te serveren, serveert vanaf rechts voor het eerste punt. De tegenpartij serveert daarna vanaf links voor het tweede punt en vervolgens vanaf rechts voor het derde punt. Iedere speler serveert daarna steeds voor twee punten.
Aan het eind van elk standaard spel wordt de ontvanger serveerder en de serveerder ontvanger voor het volgende spel. In een dubbelspel moet het team dat in het eerste spel van een set moet serveren beslissen welke speler in dat spel zal serveren.
Bij het begin van elke game begint de serveerder van rechts. Hoe men serveert, moet men grotendeels zelf weten, als de bal maar eerst in de lucht wordt gegooid en via het racket geslagen wordt, voordat de bal de grond heeft geraakt. De bal mag dus niet stuiteren, maar een onderhandse service mag wel.
Om de zuivere speeltijd gelijk te houden, kiest de KNHB voor de variant van vier kwarten van 17 ½ minuut. Ook het tijdsblok waarbinnen een wedstrijd wordt gespeeld blijft zo voor elke wedstrijd gelijk, waardoor de wedstrijden beter te plannen zijn voor de verenigingen.
Vierde kwart – begint na maximaal 2 minuten rust. Scheidsrechters fluiten na 1 minuut en 30 seconden. Team dat bij kwart 3 de afslag nam doet dat nu ook. Alleen tussen kwart 2 en 3 wordt er van helft gewisseld.
Aan beide uiteinden van het veld liggen de achterlijnen, met precies in het midden een doel (3,66 meter breed). Voor elk doel is een halfronde cirkel getrokken. Tenslotte is op beide helften op 23 meter afstand van de achterlijn aan beide kanten een lijn getrokken; de 23-meterlijn.
De meeste tennissers zullen in de minimale tot gemiddelde prijsklasse zitten en dus ben je waarschijnlijk ergens tussen de € 335 en € 740 per jaar kwijt aan tennis.
Deuce = ... ie een rol speelt bij de puntentelling. Als de stand 40 tegen 40 is, en dus gelijk, spreekt men van deuce. Indien een van beide spelers hierop een punt maakt, staat zij of hij op voordeel (advantage).
Dat er zo veel Engelse tenniswoorden zijn, komt doordat de spelregels voor tennis door een Engelsman zijn bedacht. Dat was in 1873, en de bedenker heette majoor Walter Clopton Wingfield. Hij organiseerde de eerste echte tenniswedstrijden. Vanaf dat moment is tennis een serieuze sport.
Bij het serveren moet je achter de baseline staan. Je begint aan de rechterkant van het middenmerk en serveert diagonaal. Als de rally is afgelopen, serveer je vanaf de linker, andere kant van het middenmerk.
Een wedstrijd wordt gespeeld voor twee gewonnen sets (dus maximaal een driesetter). In de grote toernooien zoals een Grand Slam, masters en Davis Cup spelen de heren om drie gewonnen sets (maximaal een vijfsetter). Een game wint men door vier gewonnen punten, die geteld worden als 15, 30, 40 en 'game'.
Volgens de oude spelregels moet de bal na een overtreding achter de stippellijn geplaatst worden om het spel te hervatten. Vanaf komend jaar mag de vrije slag direct worden genomen op de plek van de overtreding. Wel moet de bal nog steeds vijf meter gerold hebben voor hij in de cirkel gespeeld mag worden.
Aanvallers moeten met schoenen en stick buiten de cirkel staan (dus ook niet òp de lijn), verdedigers moeten achter de achterlijn of over de middellijn staan. 5. Je houdt je hand omhoog zolang spelers niet goed staan opgesteld. De strafcorner mag dan NIET worden genomen.
'Shadow' is een mooie naam voor indirect afhouden. 'Shadow' kan je dus alleen maken als je zelf niet de bal aan je stick hebt, maar door een loopactie een tegenstander ervan weerhoudt de bal te benaderen.
advantage ("voordeel") – een moment wanneer de speler een punt heeft gewonnen uit een deuce en nog één punt nodig heeft om de game te winnen.