Tegensturen betekent dat je tegen je linker handvat duwt als je naar links wilt en tegen je rechterhandvat als je naar rechts wilt.
Tegensturen op de motor (oftewel counter steering)
Dat klinkt heel bijzonder, maar eigenlijk doe je, als je op de fiets zit, niets anders. Je duwt met je hand naar de kant waar je naartoe wil. Probeer het maar eens uit op je fiets. Stel, je wilt naar rechts, dan duw je naar rechts tegen het stuur.
Zet je motor dat eerst 'rechtop', rem dan fors af en stuur vervolgens opnieuw de bocht in. Heb je je bochtentechniek onder de knie, dan staat letterlijk niets je meer in de weg om lekker te genieten van het motorrijden door bochten!
Bochten rijden met de motor met countersteering
Je duwt met je hand naar de kant waar je naartoe wil. Dus stel, je wilt naar rechts, dan duw je naar rechts tegen het stuur. De motor zal dan heel even naar links bewegen. Dat komt door het gyroscopisch effect van de wielen dat in actie komt.
Voordat je de bocht ingaat, matig je alvast je snelheid. Dit doe je, omdat je in de bocht minder grip op de weg hebt. Daarnaast hoef je bij een lagere snelheid minder hard aan het stuur te draaien. Door op een gepaste snelheid de bocht in te rijden en rustig te sturen, voorkom je dat je uit de bocht vliegt.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Een grotere bocht naar links op een kruispunt met verkeerslichten neem je vaak met een hogere snelheid. Daar ligt je snelheid dan rond de 30 kilometer per uur. Dat betekent dus dat je met de meeste auto's de kleine bochten in de tweede versnelling neemt, en de grotere bochten naar links kunnen in de derde.
Dit primitieve sensortje aan de voorkant van het voertuig zorgt ervoor dat hij weet wanneer hij een voorligger heeft. Daardoor wordt het mogelijk om, met een druk op de knop, de motor achter iemand aan te laten rijden. Omdat de motor altijd overeind blijft kan hij ook stapvoets achter een mens aan rijden.
Touring motoren
Als je niet van de gebaande paden af wil maar wel de meest comfortabele rit wil kun je het best een touring motor kopen. Deze motoren zijn groot, zwaar, hebben een flink vermogen en zijn de meest comfortabele motoren die je maar kunt kopen.
Remmen als je door een bocht rijdt
Al je om meer grip vraagt dan beschikbaar is, kunnen zeer gevaarlijke situaties ontstaan. Daarom is het erg van belang om vóór de bocht al je snelheid aan te passen. Daarna kun je met de achterrem in de bocht nog kleine snelheidscorrecties uitvoeren.
Je knieën: Wanneer je bent gaan verzitten hou je de buitenste knie tegen je tank aan. Hierdoor klem je jezelf beter vast aan de motor en kan je op deze knie druk zetten om je motor vervolgens weer rechtop te krijgen. Je binnenste knie steek je pas wanneer je op hellingshoek bent uit naar buiten.
In de bocht: gasgeven
Wanneer de motor wordt aangedreven (dus wanneer je gasgeeft en je niet de koppeling hebt ingeknepen) is hij veel stabieler. Wanneer je de koppeling inknijpt valt de motor naar binnen. Gedurende het eerste stuk van de bocht, het stuk waarin je aan de buitenkant blijft, geef je dus rustig gas.
Een rotonde neem je bij voorkeur in de tweede of derde versnelling, met een snelheid van 20 tot 30 kilometer per uur.
Bestuurders die linksaf slaan moeten tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt naar rechts afslaan voor laten gaan. We spreken dan ook wel van: 'korte bocht gaat voor lange bocht'.
Zesde Gebod: Blijf met beide voeten op de grond!
Misschien wel het belangrijkste Gebod. Miskopen vormen een courant gegeven bij de aankoop van een motorfiets en niet zelden is een verkeerde (lees: te hoge) zithoogte de spelbreker.
Voorbeelden van beginnersmotoren
Meer standaard is de Honda Nighthawk 250 cruiser, de Suzuki GZ 250 is een prima beginnersmotor en de Yamaha Virago 250 cruiser een van de mooiste, maar smaken verschillen gelukkig. In de 500-cc-klasse heb je o.a. de Kawasaki Vulcan 500 LTD, Suzuki GS500E en Yamaha Virago 535.
Vanaf 20 jaar kan je direct beginnen met het A2-rijbewijs en sla je A1 over. Met het A1-rijbewijs mag je op motoren tot 125cc rijden, met een maximaal vermogen van 11kW en maximaal 0,1kW per kilo. Dit komt er op neer dat je voornamelijk op alle 125cc 4 takt motoren mag rijden en op een aantal afgeknepen 2-takt motoren.
Wist je dat een motorrijder dertig keer meer kans heeft in het verkeer te overlijden dan een automobilist? Dat is geconstateerd vanaf het jaar 2010 tot 2014. Het rijden op een motorfiets is wat dat betreft dus gevaarlijker dan het rijden in een auto.
Als je lenig genoeg bent kun je je been over de motor zwaaien om op te stappen. Lukt dat niet, dan kun je het stepje gebruiken als opstapje. Doe dat wel voorzichtig en geef het aan zodat de bestuurder zich schrap kan zetten. Wacht ook totdat de bestuurder zegt dat het kan.
Het is verstandig om zo min mogelijk met ingetrapte koppeling te rijden. Niet alleen omdat dit leidt tot slijtage aan je koppeling, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn, zeker in de bochten. Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof.
Je kan van 4de naar 2de versnelling terugschakelen , als je eerst genoeg afgeremd bent.
Van 5e naar 2e is quasi onmogelijk om foutloos te schakelen, behalve als je hard remt en stevig tussengas geeft.
Het is raadzaam om het koppelingspedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot hogere slijtage en een kortere levensduur.