Stel je ziet een schatkaart met een schaal van 1:500, dan weet je dat iedere afstand die je meet op de schatkaart in het echt 500 keer zo groot is. Stel je ziet een tekening van een klein schroefje met een schaal van 20:1, dan weet je dat deze schroef in het echt 20 keer zo klein is als de tekening van de schroef.
4 cm op de tekening is 80 cm in werkelijkheid. De verhouding is 4 : 80. Als je beide getallen door 4 deelt, heb je de schaal. De schaal is 1:20.
Een schaal van 1 : 100 betekent dat 1 lengte-eenheid van het model in het echt 100x zo groot is. Dus stel het schaalmodel van het schip is 10 centimeter, dan weet je dat het schip in het echt 100 · 10 centimeter = 1.000 centimeter (oftewel 10 meter) lang is.
– Ik weet wat schaal betekent. 1:20000 = 1 centimeter op de kaart is 20.000 centimeter in het echt.
Voor een landkaart betekend dit vaak 1:25.000. Dit is dan 1cm op de kaart wat overeenkomt met 25.000cm, wat 250m in werkelijkheid is. De schaal is een vergrotingsfactor, dus groter dan 1 bij een vergroting, 1 bij ware grootte en tussen 0 en 1 bij een verkleining.
Bereken voor 1 cm op de kaart de werkelijke afstand in cm. 1 cm op de kaart is 20 : 4 = 5 km in werkelijkheid. En zo is 5 km = 5 000 m = 500 000 cm in het echt. Dus de schaal is 1 : 500 000.
"Schaal" is de vergelijking van de grootte van een model met de grootte van de "echte" versie. Bijvoorbeeld, een 1:24 model, de echte versie is 24 keer groter dan het model of 1:1 op schaal.
De notatie 1:25.000 wil zeggen dat 1 centimeter op de kaart in werkelijkheid 25.000 centimeter is, ofwel 250 meter. Bij zowel de kaartschaal 1:25.000 als de 1:50.000 is elk vakje op de Nederlandse topografische kaart altijd 1 bij 1 km.
Hoe werkt een schaalliniaal? Bij schaal 1:10 is de maat op de schaalliniaal 10 keer zo klein als de werkelijkheid. Vaak worden op een liniaal met schaalverdeling meerdere schaalverdelingen weergegeven. Een schaalstok is vaak stervormig zodat er op ieder vlak ruimte is voor een andere schaal.
De schaal wordt vaak geschreven als breuk met ":" als delingssymbool. Als het model 10 maal zo klein is als het origineel, is de vergrotingsfactor 0,1, of anders geschreven 1 : 10 (uitgesproken als: een op tien). Dit geeft dus aan dat 1 cm van het model 10 cm van het origineel betreft.
De meest gebruikte schaal is 1:50, dit betekent dat elke centimeter op papier in het echt 50 centimeter is. Zo wordt een muur van 4 meter in het echt, dus 8 cm op papier. Wil je wat groter werken? Dan zou je ook de schaal 1:20 kunnen gebruiken.
Wat is de schaal van een miniatuurtractor? Schaalmodellen worden veelal aangeduid met een / (1/16) of : (1:16). De schaal probeert de verhouding aan te geven tussen het schaalmodel en de originele tractor. De lengte of de breedte van een Bruder tractor met de schaal 1:16 is 16 keer kleiner dan bij de originele tractor.
“Als de schaal 1 op 60 is, betekent dat dat 1 centimeter op papier in het echt 60 centimeter is.”
De 'schaal' 1 : 10 geeft dus aan dat 1 cm van het model 10 cm in het echt is. Elke afstand op de kaart is in werkelijkheid 12.500 keer zo groot.
Deze schaal geeft aan hoe groot het model is ten opzichte van het origineel. Staat er bijvoorbeeld 1:18 bij vermeld, dan is iedere 18 cm van het origineel 1 cm in miniatuur.
1:12 = 38 cm. 1:18 = 25 cm. 1:32 = 14 cm. 1:43 = 10 cm.
De schaal is bij bouwtechnisch tekenen de maat waarin een afgebeelde voorstelling overeenkomt met de werkelijkheid. Een schaal van 1:100 wil zeggen dat 1 cm op de tekening in werkelijkheid 100 cm is.
De eenvoudigste rekenliniaal bestaat uit twee ten opzichte van elkaar glijdende schalen. In het vaste deel van de liniaal, het 'lichaam', kan een beweegbaar deel, de tong (ook schuif genoemd), schuiven. Op het lichaam en op de tong is daarbij dezelfde logaritmische schaalverdeling aangebracht.
Wat eerst ingewikkeld lijkt, betekent dat op een schaal van 1:50.000, één centimeter op de kaart overeenkomt met 50.000 cm in de natuur.
Bijvoorbeeld schaal 1 : 300 [dit spreek je uit als 'schaal 1 op 300'] Dit betekent dat 1 cm in de tekening in werkelijkheid 300 cm is. Als je hierbij een schaallijn wilt maken, moet je 300 centimeter kunnen omrekenen in meter of kilometer.
De schaal is de verkleiningsfactor, die wordt uitgedrukt in een verhouding. De schaal 1:24 geeft dus aan dat 1 cm van het model 24 cm in werkelijkheid is. De werkelijkheid is dus 24x verkleind weergegeven. Bij 1:12 is de werkelijkheid maar 12x verkleind.
Alle modellen
De meest populaire schaal voor miniatuur trekkers en werktuigen is 1:32. De schaal geeft de verhouding aan tussen het schaalmodel en de originele trekker. De lengte en de breedte van een Siku trekker met de schaal 1:32 is 32 keer kleiner dan bij de originele trekker.
Een schaalmodel is een duplicaat van een voorwerp of landschap in meestal verkleinde vorm, waarbij de verhoudingen zoveel hetzelfde blijven als in werkelijkheid. Hiervoor wordt voor een model een schaal gehanteerd die de grootte van de onderdelen en het geheel van het model bepaalt.
Schaalmodellen 1:43
Deze geeft aan hoe groot de modelauto is ten opzichte van de echte auto. Schaal 1:43 is absoluut de meest populaire schaal voor modelauto's. Hij staat dan ook bekend als de Collectors Scale. Schaalmodellen 1:43 zijn ongeveer 4 inches lang, wat gelijk is aan 10,16 cm.