Een vliegtuig is een luchtvaartuig dat een hogere dichtheid heeft dan lucht en in staat is een gecontroleerde vlucht te maken. Het maakt hierbij gebruik van de opwaartse kracht, lift genoemd, veroorzaakt door de lucht die met een zekere snelheid over het speciale profiel van het vleugeloppervlak stroomt.
Lift. Omdat lucht die zich sneller verplaatst een lagere druk heeft, is de luchtdruk onder de vleugel groter dan erboven. Deze druk duwt de vleugel omhoog en veroorzaakt 'opwaartse kracht' of de 'lift' waardoor een vliegtuig in de lucht blijft.
De lucht die langs de vleugels stroomt zorgt voor een lift. De kracht van de lift hangt samen met het vleugeloppervlak en de snelheid waarmee de lucht langs de vleugels stroomt. De oppervlakte/draagkracht van de vleugels worden voor de start verhoogd door het uitschuiven van de flaps en slats aan de vleugels.
Een flink vliegtuig zoals de Boeing 747 (bij de start zo'n 375.000 kilo), heeft 3000 meter baanlengte nodig om op te stijgen. Aangekomen bij zijn bestemming heeft hij brandstof verbruikt en weegt hij nog 285.000 kilo. Dan is er 1900 meter nodig voor de landing.
HOE BEWEEGT EEN VLIEGTUIG IN DE LUCHT? die as draait, bewegen de vleugels aan de ene zijde omhoog en aan de andere omlaag. Dat heet 'rollen'. De piloot bepaalt de richting door die drie bewegingen te combineren.
Lift. Omdat lucht die zich sneller verplaatst een lagere druk heeft, is de luchtdruk onder de vleugel groter dan erboven. Deze druk duwt de vleugel omhoog en veroorzaakt 'opwaartse kracht' of de 'lift' waardoor een vliegtuig in de lucht blijft.
'Stijgen duurt gemiddeld ongeveer 15 minuten', vertelt luchtvaartdeskundige Joris Melkert van de TU Delft. 'Met dalen zijn piloten vaak wel 20 minuten bezig. Dat laatste kan in principe veel sneller. Als de piloot de knuppel naar voren duwt, ben je binnen een paar minuten van 10 kilometer hoogte aan de grond.
Sommige kleine vliegtuigen hebben een erg lage stall-snelheid. Als er genoeg tegenwind is kan zo'n toestel schijnbaar stil in de lucht hangen. Effectief stilhangen doen vliegtuigen niet, alleen al omdat de tegenwind die ze op die hoogte ervaren niet constant is.
Straalvliegtuigen hebben gewoonlijk een luchtsnelheid nodig van 130-155 knopen (250–290 km/h); lichtere vliegtuigen zoals de Cessna 150 hebben genoeg aan 55 knopen (100 km/h), terwijl ultralights met een nog lagere snelheid af kunnen.
Prepare for Landing / Prepare for Takeoff
Wanneer vóór het opstijgen "Prepare for Takeoff" of vóór het landen "Prepare for Landing" over de boordluidsprekers klinkt, is dit in luchtvaarttermen een teken dat het cabinepersoneel alle veiligheidsgerelateerde taken snel en nauwgezet moet uitvoeren.
Veel vliegtuigen kunnen ook ondersteboven vliegen. Terwijl de kromming van de vleugel dan juist averechts werkt. Het drukverschil duwt het toestel dan naar beneden.
Midden jaren 1990 hanteerden de meeste maatschappijen een omdraaitijd van 45 tot 50 minuten voor de kleinere types zoals de Airbus A320, Boeing 737 en Fokker 100. Inmiddels is dit bij “low-cost” maatschappijen teruggebracht tot 30 minuten.
Voor vertrek voert de piloot het vertrekpunt en de bestemming in in de 'vluchtcomputer'.De computer weet dan welke 'luchtsnelweg' er genomen moet worden. Dit is het vluchtplan. De piloot geeft dit plan door aan de verkeersleiding en zij beslissen of en wanneer er vertrokken kan worden.
Je krijgt extra snel last van Hypoxia als je een lange tijd in een warme ruimte verblijft. Om flauwvallen en andere klachten te voorkomen, wordt daarom de temperatuur in vliegtuigen een paar graden kouder dan gemiddeld gehouden.
Hoe hoger je vliegt, des te ijler de lucht.En dat betekent dat je minder luchtweerstand ondervindt en minder brandstof verbruikt. 'Het probleem is dat er op een gegeven moment niet genoeg zuurstof meer in de lucht zit om de motoren goed te laten functioneren', zegt luchtvaartdeskundige Joris Melkert van de TU Delft.
Een vliegtuig is niet gemaakt om lang stil te staan. De motoren en de banden kunnen hier niet tegen. Een vliegtuigmotor heeft olie nodig om in goede conditie te blijven. Om alle onderdelen te smeren worden de vliegtuigen in ieder geval iedere tien dagen uitgepakt en opgestart.
Naarmate je hoger gaat vliegen is de lucht minder dens, en per keer "inademen" heb je dus minder zuurstof binnengekregen.Laat je dit te ver komen dan sterven de mensen aan zuurstoftekort (zie crash Helios B737).
Buitje om vliegen
Bovendien komt onweer vaak gepaard met andere weerstypen zoals harde wind en hagel. Daarom vliegen piloten bij voorkeur niet door een onweersbui heen. Veel vliegtuigen zijn uitgerust met een weerradar, zodat piloten onweersbuien op tijd aan zien komen en kunnen ontwijken.
Kijkend naar het ergste wat kan gebeuren - namelijk dat een vliegtuig neerstort - dan is de kans zo'n 1 op 11 miljoen dat dit je overkomt. Ter vergelijking: de kans dat je omkomt door een fataal auto-ongeluk is 1 op 6.000.
Vliegtuigen starten en landen in principe tegen de wind in. Hoe meer tegenwind, hoe eerder een vliegtuig van de startbaan opstijgt en hoe minder baanlengte er nodig is. Hetzelfde principe geldt voor de landing van een vliegtuig. Ook dat gebeurt tegen de wind in, zodat een vliegtuig niet met een te hoge snelheid landt.
Natuurlijk is hierbij het type vliegtuig en het gewicht van belang. De Airbus A380 kan een snelheid halen van meer dan 1.000 kilometer per uur! Maar de Boeing 787 Dreamliner (907 km/u) en Boeing 777 (905 km/u) zijn ook niet langzaam te noemen.
Hoe lang duurt een vlucht in een zweefvliegtuig? Een zweefvlucht duurt ongeveer 8 tot maximaal 15 minuten. Met veel thermiek kun je uren blijven zweven. Wij bieden voornamelijk vluchten van ongeveer 15 minuten aan.
Tijdens de vlucht houdt de piloot de systemen in de gaten en neemt eigenlijk alleen het stuur over tijdens een noodgeval. Noodgevallen vinden zelden plaats. Dit betekent dat een piloot te allen tijde alert moet blijven.
De laatste fase van de vlucht heet de daalvlucht. Deze wordt meestal ingezet en uitgevoerd volgens het vluchtplan. Het vluchtplan bestaat uit navigatie punten die het vliegtuig begeleiden naar het vliegveld. Het laatste stukje van de daling gaat via een standaard route, ook wel STAR genoemd.