Thopaz tilt thoraxdrainage naar een hoger niveau: Het compacte systeem zorgt voor gereguleerde negatieve druk vlakbij de borst van de patiënt, op basis van de luchtlekkage. Thopaz monitort de luchtlekkage en zuigt alleen wanneer dit nodig is om de voorgeschreven, ingestelde negatieve druk te handhaven.
Passief (op 'waterslot'): voor de drainage dient de zwaartekracht en er is een open verbinding met de buitenlucht. Een voordeel is dat eventuele overdruk in de thoraxholte zo kan ontsnappen. Het waterslot voorkomt dat lucht en/of vocht terugloopt naar de cliënt, mits het opvangsysteem lager staat dan de cliënt.
De drain wordt verwijderd wanneer er geen luchtlekkage of vochtlekkage meer is; de long is dan weer geheel ontplooid. Wanneer er geen luchtlekkage meer wordt waargenomen op de thoraxdrain wordt het zuigen via de zuigklok gestopt. De thoraxdrain wordt dan op “waterslot” gezet.
Bij thoraxdrainage wordt door middel van een kunststof slang (drain) de lucht of het vocht tussen de longvliezen weggezogen. De long kan zich dan weer ontplooien en meedoen met de ademhaling.
Er zullen regelmatig foto's worden gemaakt. Dit om te beoordelen hoeveel lucht of vocht er nog tussen de longvliezen aanwezig is. Hoelang u de thoraxdrain houdt, is afhankelijk van de snelheid waarmee lucht of vocht uit de borstholte verdwijnt. Een thoraxdrain kan een pijnlijke ervaring zijn.
'Vocht achter de longen' kan komen door een hart- of leverprobleem, kanker of een infectie. Om de oorzaak van het te vele vocht te achterhalen wordt met een dun naaldje vocht afgetapt (punctie). Het vocht wordt op verschillende laboratoria onderzocht.
Als het vocht goed weg loopt ligt de drain goed. Een klein deel van de drain ligt buiten uw buik en wordt afgesloten met een dopje. Omdat de manchet enige tijd nodig heeft om vast te groeien wordt het uiteinde van de drain eerst vastgezet met een hechting. De ingreep duurt ongeveer 20 á 30 minuten.
Het verwijderen van de drains doet meestal geen pijn, maar veel patiënten vinden het een vervelend gevoel. Het kan zijn dat u met drains naar huis gaat. Deze worden dan later verwijderd op de polikliniek. Op de afdeling krijgt u uitleg hoe u de drains thuis moet verzorgen.
Een waterslot voorkomt dat de stinkende lucht van het riool niet naar de afvoer van de douche kan doordringen. In het waterslot zit namelijk een laagje water. Dit laagje water zorgt ervoor dat er geen verbinding kan worden gemaakt tussen het afvoerputje en het riool.
Wanneer er veel pleuravocht aanwezig is, dan wordt dit in etappes afgezogen. Tussendoor wordt de drain dan afgeklemd. Het plakken van de vliezen Soms besluit de longarts tot het 'plakken' van de vliezen. Dit betekent dat er via de drain een medicijn (talk of bleomycine) tussen de longvliezen wordt gespoten.
Pleurodese betekent letterlijk: het plakken van beide pleurabladen. Een pleurodese is een behandeling bij een klaplong (pneumothorax) om te voorkomen dat de long opnieuw inklapt. Daarnaast kan de longarts een pleurodese doen als u vochtophoping heeft tussen de longvliezen.
Tussen beide vliezen zit een denkbeeldige ruimte, de pleuraholte. Deze ruimte is luchtdicht afgesloten (vacuüm) en is gevuld met een dun laagje vocht. Door verschillende oorzaken kan zich extra vocht ophopen tussen deze vliezen. Dit vocht noemen we pleuravocht.
Een thoraxdrain is een slang (drain), die in de borstholte (thorax) wordt ingebracht. Onder normale omstandigheden liggen de longvliezen (pleurae) tegen elkaar aan, maar bij zieke patiënten kan zich hier vocht ophopen. Met een drain kan dit vocht worden weggehaald, waardoor het ademen makkelijker wordt.
U kunt met een drain gewoon douchen. Wel moet de insteekopening goed afgeplakt zijn met het doorzichtige folie. U mag niet in bad, de wond kan week worden en u loopt kans op het krijgen van een infectie. Draag gemakkelijk zittende kleding, zodat de drain niet wordt afgekneld.
Een wond is beschadigd lichaamsweefsel. Een rode wond is een oppervlakkige of diepe, open wond die aan het helen is, zoals een schaaf- of brandwond. Een gele wond heeft veel wondvocht. Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven weefsel.
De verzorging van de wonddrain
Contoleer de drain 2 keer per dag, op een vast tijdstip. Let daarbij op het volgende: Dat het slangetje van de drain met een pleister – in een bochtje – op de huid vastgeplakt is, zodat er niet direct aan getrokken wordt.
Bij een ascitesdrainage prikt de radioloog (arts) de buikholte aan. Hij of zij brengt een dun slangetje in. Het vocht kan hierdoor weglopen. Voor dit onderzoek wordt u opgenomen.
Wanneer de drain gespoeld moet worden, dan zit er halverwege de slang een tussenstukje met een kraantje. De arts bepaalt de hoeveelheid spoelvloeistof (10-50 cc) en de frequentie van spoelen (1-3 maal daags). De drain wordt doorgaans gespoeld totdat de vloeistof die terugkomt, helder is.
De aandoening is te herkennen aan een dikke buik met een uitpuilende navel. Enkele andere symptomen voor ascites kunnen zijn: verminderde eetlust, druk op maag, buikpijn of vermoeidheid. De behandeling van ascites is afhankelijk van de oorzaak.
Als er vocht achter uw longen zit, wordt de long in elkaar gedrukt. Hierdoor wordt u benauwd. Het vocht zit tussen de vliezen van de long en de borstwand. Met een slangetje (drain) kan dit vocht weggehaald worden.
Bij een pleuradrainage brengt de longarts een dun slangetje (pleurakatheter) in uw long in de pleuraholte. Met dit slangetje neemt de longarts een teveel aan lucht en/of vocht weg uit de pleuraholte.
Wanneer er vocht achter de longen zit, wordt de afstand tussen de lucht en het bloed steeds groter en wordt het wederzijdse transport van zuurstof en koolstofdioxide ernstig belemmerd. Acuut longoedeem kan levensbedreigend zijn en moet onmiddellijk worden behandeld.
Als u zomaar vanzelf een klaplong krijgt, merkt u meestal dit: U voelt opeens een heftige, stekende pijn in de borst. De pijn wordt erger als u ademt. U krijgt het benauwd: u kunt moeilijk ademen.
Steriele doeken dekken uw borstkast en/ of gedeelte van uw rug af. Vervolgens wordt via een kleine snede in de huid de drain tussen de ribben door ingebracht. De drain wordt vastgehecht aan de huid en afgeplakt om te voorkomen dat deze verschuift.