Met een speculum (eendenbek) brengt de arts de baarmoedermond in beeld. Ook maakt een verpleegkundige een buikecho om de terugplaatsing goed te kunnen volgen. Een laboratoriummedewerker zuigt het embryo op in een dun, flexibel slangetje (katheter). De arts schuift de katheter via de baarmoederhals de baarmoeder in.
De terugplaatsing van een embryo is een bijzonder moment. Hierbij wordt een embryo in je baarmoeder ingebracht, om zo een zwangerschap te starten. Als het embryo zich goed innestelt in je baarmoederwand en verder groeit, ben je zwanger. Het terugplaatsen van een embryo wordt ook wel embryotransfer genoemd.
Van alle ingevroren embryo's (ook wel cryo embryo's genoemd) overleeft ongeveer 90% het ontdooien en kan dus teruggeplaatst worden. De kans op een doorgaande zwangerschap na het terugplaatsen van een ontdooid embryo ligt in het Radboudumc de laatste jaren rond de 25%.
Na de bevruchting van de eicel moet het embryo, om te kunnen overleven, zich in de wand van de baarmoeder nestelen. Alleen dan kan een zwangerschap ontstaan en blijft hierdoor de menstruatie uit. De innesteling in de baarmoeder vindt 3 tot 5 dagen na de terugplaatsing plaats.
De terugplaatsing is niet pijnlijk, via de vagina word er een dunne katheter ingebracht en word het embryo in de baarmoederholte geplaatst. Dit gebeurt onder echogeleiding via de buik. Tijdens de terugplaatsing kan een halfvolle blaas de echo en plaatsing wat vergemakkelijken.
om gedurende één week na de terugplaatsing niet te vrijen en/of gemeenschap te hebben.
Ongeveer 40-50% van de bevruchte eicellen nestelen zich niet goed in. Dit is best een hoog percentage. Wist je dat je dit soms niet eens weet dat dit gebeurd is? Dit komt namelijk doordat een menstruatie lastig te onderscheiden is van een mislukte innesteling.
Seks na een intra-uteriene inseminatie of na de terugplaatsing van een embryo kan geen kwaad. U mag ook werken, sporten, heffen en tillen. U mag eigenlijk alles – alleen vragen we u met het oog op een mogelijke zwangerschap voorzichtig te zijn met alcohol, roken, medicijnen en röntgenstralen.
Die innesteling vindt ongeveer 8 dagen ná de bevruchting plaats en sommige vrouwen ervaren hierbij een innestelingsbloeding. Vanaf dit moment kan je ook een zwangerschapstest doen omdat deze het zwangerschapshormoon meet dat vanaf het moment van innesteling wordt aangemaakt.
Bij de terugplaatsing op dag 3 kan de arts u vertellen wat de kwaliteit is van het embryo dat teruggeplaatst wordt (of de twee embryo's die teruggeplaatst worden). Als er meerdere embryo's zijn ontstaan, groeien die in de broedstoof verder tot dag 5 of dag 6.
De fase na de terugplaatsing
Na de terugplaatsing volgt een moeilijke tijd waarin het afwachten is of u wel of niet zwanger bent. Omdat de eigen hormoonhuishouding is onderdrukt, wordt na de punctie Utrogestan voorgeschreven. Dit zijn capsules waarvan u drie keer op een dag twee vaginaal moet inbrengen.
Bèta-wachten is de periode vanaf het moment van de terugplaatsing of kunstmatige inseminatie tot aan de uitvoering van de HCG-zwangerschapstest, 10 dagen na de punctie. Dit is zonder twijfel de meest stressvolle fase van het hele proces voor onze patiënten.
Borsten die al dan niet gevoeliger of groter zijn, een steekje hier een pijntje daar, veranderd reukvermogen, trek in bepaald eten of koffie die ineens juist niet meer smaakt. Zó graag wil je bevestiging dat zich in je buik het Grote Wonder voltrekt, dat je van alles gaat voelen.
10 dagen na de terugplaatsing kunt u een zwangerschapstest doen. Een positieve uitslag? Geef dit telefonisch of via de e-mail door, dan wordt een afspraak gemaakt voor een zwangerschapsecho over 3 tot 4 weken.
Waarom ben ik niet zwanger na de terugplaatsing? De kans op innesteling binnen twee dagen na terugplaatsing ligt rond de dertig procent, hoe mooi het teruggeplaatste embryo ook is. Er is weinig dat u kunt doen om deze kans positief te beïnvloeden, anders dan gezond te leven.
Het vermogen van het menselijk embryo om zich in te nestelen, is namelijk vrij zwak. Men vindt weinig redenen waarom de innesteling mislukt. Dat kan te maken hebben met anatomische factoren in de baarmoederholte of met immunologische factoren. In elk geval kan men ze moeilijk evalueren en afweren.
Een ivf-behandeling is niet altijd succesvol. Per behandeling is de kans op een zwangerschap ongeveer vijfentwintig procent. De belangrijkste oorzaak van het mislukken van de behandeling is het niet innestelen van het teruggeplaatste embryo.
Gemiddeld bedraagt de zwangerschapskans ongeveer 15% per cyclus. Een goede eicel heeft in goede omstandigheden zo'n 70% kans om bevrucht te raken. Eenmaal bevrucht heeft de eicel opnieuw zo'n 70% kans om voldoende verder te ontwikkelen zodat een innesteling mogelijk wordt.
Kies het juiste standje tijdens het vrijen, liefst het standje waarin zaad het dichtst bij de baarmoeder komt en blijft. De klassieke “missionarishouding” (de man ligt boven en de vrouw onder) is daarom een goede positie. Na het vrijen blijf je als vrouw liever nog even liggen, met een kussen onder je bekken.
Om de innesteling een goede kans van slagen te geven is een goed immuunsysteem belangrijk. Vitamine D speelt daarbij een rol. Het liefst haal je deze vitamine uit zonlicht, maar shiitakes, zalm, sardines en andere vette vis zijn ook goede bronnen van vitamine D.
IUI, IVF en ICSI
Of kan er helemaal geen oorzaak worden gevonden voor het uitblijven van een zwangerschap? Dan kan IUI een oplossing zijn. Hierbij worden de beste zaadcellen, na bewerking in het laboratorium, in jouw baarmoederholte ingebracht.
De innesteling vindt gemiddeld zo'n 9 dagen na de bevruchting plaats. Op dat moment is er vaak nog niet genoeg hCG aanwezig voor een positieve zwangerschapstest. Het duurt over het algemeen ca. een week na innesteling voordat je voldoende hCG hebt aangemaakt om te testen.
Daarna krijg je een afspraak voor een echo op de dertiende cyclusdag. Wanneer het baarmoederslijmvlies bij de echo 7 mm of dikker is kan de terugplaatsing worden afgesproken.