Twee keer per dag. De neerslag wordt continu gemeten en op vaste tijdstippen wordt bepaald hoeveel neerslag er in de voorafgaande periode is gevallen. Op deze kaart staat hoeveel neerslag er de afgelopen 24 uur is gevallen. Deze informatie wordt 's ochtends om 7.00 uur en 's avonds om 19.00 uur ververst.
De hoeveelheid regen die valt wordt gemeten in het aantal mm/m2. Met andere woorden, als de regenmeter aangeeft dat er 1 mm regen gevallen is, dan zegt dat eigenlijk dat er 1 liter water gevallen is op een oppervlak van 1 m2. Dit geeft dan een laagje van 1 mm water.
Een regenmeter, ook wel pluviometer genoemd, is een type instrument dat door meteorologen en hydrologen wordt gebruikt om de hoeveelheid gevallen neerslag gedurende een bepaalde tijdsperiode op te vangen en op te meten.
Een liter water, uitgespreid over een opperv1ak van 1 vierkante meter geeft een laagje van 1 mm dikte. Een gewone bui geeft ongeveer 1 tot 3 mm, flinke buien 3 tot 10 mm en zware buien nog meer dan 10 mm. Bij een stortbui van 40 mm, valt er dus op elke vierkante meter 40 liter.
Neerslag wordt gemeten in millimeter. Eén millimeter neerslag komt overeen met 1 liter water per vierkante meter. Als één liter water wordt uitgegoten op 1 vierkante meter en dat water verdampt niet of sijpelt niet in de bodem, dan staat het 1 mm hoog.
Een natte dag is een dag met binnen een etmaal een hoeveelheid van 10 millimeter of meer. Een jaar telt landelijk gemiddeld 22 natte dagen. Om van een dag met zware regen te spreken moet er op minstens één van de officiële weerstations 50 millimeter of meer zijn gevallen.
In Nederland noemen we neerslag boven de 25 millimeter in één uur een hoosbui, en meer dan 50 millimeter in één dag 'een dag met zware neerslag'.
1 millimeter regen komt overeen met 1 liter water op een oppervlakte van 1 vierkante meter. Valt de neerslag in vaste vorm, bijvoorbeeld als sneeuw of ijzel, dan wordt de neerslag door een verwarmingselement in de regenmeter gesmolten. 1 millimeter smeltwater is te vergelijken met een sneeuwhoogte van 1 centimeter.
Motregen bestaat uit zeer fijne regendruppels, die kleiner zijn dan 0.5 mm. Ze vallen uit gelaagde bewolking. Dat is bewolking die zich over een groot gebied heeft uitgestrekt. Er valt per uur niet meer dan 1 liter per vierkante meter.
De gemiddelde hoeveelheid neerslag in Nederland is per jaar 790 mm. Dat komt neer op een gemiddelde per dag van 2,15 mm. De jaarlijkse hoeveelheid neerslag valt in 570 uren. Het regent dus maar 7 procent van de tijd.
Eén millimeter regen staat namelijk gelijk aan één liter regen per vierkante meter. Een simpele huis-tuin- en keuken emmer heeft over het algemeen een volume van 10 liter. Tien millimeter regen staat dus ongeveer gelijk aan één volle emmer water per vierkante meter.
In de meeste streken van ons land valt er maandelijks gemiddeld 70 mm (of l/m²) neerslag.
Door het aantal liters dat valt te delen door het aantal vierkante meter waarop het valt, krijg je de eenheid millimeter (mm). Deze eenheid gebruiken ze ook in weerberichten. In Nederland valt in totaal elk jaar ongeveer 800 millimeter regen. Dat is dus 800 liter per vierkante meter per jaar.
De millimeters geven aan hoeveel water er per vierkante meter valt. En als het dan regent, hoe nat wordt het dan? Het enige wat je daaruit kunt afleiden is dat er minstens 0,3 millimeter water zal vallen. Pas dan klettert het zo hard dat de straten nat zijn.
Met een regenmeter, ook bekend als pluviometer, kan je meten hoeveel neerslag er is gevallen in een bepaalde tijd. De hoeveelheid neerslag wordt bij een regenmeter weergegeven in millimeters. Hierbij staat 1 mm regen in de regenmeter gelijk aan 1liter regen per vierkante meter.
Als beste uit de test is gekomen de Nature Regenmeter met standaard glas 130 cm. Deze regenmeter beschikt namelijk over een standaard glas en is in totaal 130 cm hoog. Verder heeft hij een capaciteit van 25 ml en kun je dankzij de schaalmarkering gemakkelijk aflezen hoeveel regen er in zit.
Kans op regen
Wel is het een aanduiding dat er minstens 0,3 mm regen valt. Dat is hetzelfde als 0,3 liter water per vierkante meter. Voorbeeld: Als in jouw buurt 30% kans op regen is, is er een 30% kans dat er op de dag (in 24 uur) 0,3 liter regen per vierkante meter valt. Dus is er 70% kans dat er geen regen valt.
“Wat '60% kans op neerslag' betekent is: Als jij 100 dagen lang op dezelfde willekeurige plek in Nederland gaat staan; dan zul je op 60 van die dagen een vorm van neerslag ervaren.
Voorbeeld: als het neerslagpercentage die dag 10% is, verloopt zo'n dag meestal droog. Bij een neerslagpercentage van 30% is er 'mogelijk' sprake van neerslag. Een neerslagpercentage van 90% betekent 'een zeer grote kans' op neerslag.
Augustus spant de kroon. In die maand valt de meeste regen, bijna 88 millimeter gemiddeld over het land. De kustprovincies hebben dan de meeste regen te verduren met op grote schaal meer dan 100 mm. In april valt de minste regen, bijna 41 millimeter.
Als we kijken naar de hoeveelheid regen, vind je de natste plek op aarde, in India. Het is het dorpje Mawsynram in de staat Meghalaya. Het regent daar echt veel. Per jaar valt daar gemiddeld 11.872 millimeter regen.
Tot dusver viel gemiddeld over het land al ongeveer 610 mm regen tegen 548 normaal. Regionaal viel met ruim 800 mm al bijna de normale jaarsom regen. Ook is 2021 tot dusver een halve graad kouder dan normaal.
Dat komt neer op circa 56 mm in 70 minuten en komt dicht in de buurt van een gebeurtenis van T = 100 jaar voor De Bilt (volgens het klimaat van 2014). Deze bui is geschikt om het extreem functioneren van gebieden met een beperkte omvang te toetsen.
De Veluwe is met ruim 950 mm per jaar het gebied waar op jaarbasis de meeste regen valt, in Midden-Limburg (minder dan 750 mm per jaar) valt de minste neerslag.
Een wolkbreuk ontstaat als buien lang boven een bepaald gebied blijven hangen doordat het weinig waait. Wolken regenen dan leeg boven één plek. In korte tijd valt er een enorme hoeveelheid water uit de lucht: minstens 25 millimeter in een uur of minstens tien millimeter in vijf minuten.