De algemene heffingskorting wordt in 2022 afgebouwd met 6,007% van het inkomen uit werk en woning als dit inkomen € 21.317 of meer is per jaar, maar niet meer dan € 69.398. In 2022 is de algemene heffingskorting maximaal € 2.888. De korting wordt afgebouwd tot nihil.
De hoogte van deze heffingskorting is afhankelijk van de hoogte van uw inkomsten. In 2022 is de maximale arbeidskorting € 4.260 (was € 4.205 in 2021). Vanaf een inkomen van € 36.650 (was € 35.653 in 2021) wordt de arbeidskorting steeds lager. Het afbouwpercentage bedraagt 5,86% (was 6,0% in 2021).
De algemene heffingskorting is maximaal het bedrag dat u moet betalen aan inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De algemene heffingskorting wordt verminderd met een percentage van uw belastbaar inkomen uit werk en woning. Dit percentage vindt u in de tabellen voor de algemene heffingskorting.
Uw heffingskortingen vraagt u aan via uw aangifte inkomstenbelasting. Wilt u de korting alvast maandelijks krijgen? Vraag dan een voorlopige aanslag aan. Beide online formulieren vindt u op Mijn Belastingdienst.
Ook 2020 en 2021 zijn interessante jaren voor belastingvrije inkomsten, omdat de heffingskortingen omhooggaan. De belastingvrije voet gaat naar een inkomen van €8.200 tot €8.750. Zonder arbeidskorting liggen deze bedragen ongeveer €600 lager.
Bijverdiengrens. De bijverdiengrens voor 2022 is € 15.828,77.
Zwart bijverdienen is niet helemaal illegaal. De belastingdienst vraagt dat je zwart verdiend geld ook aangeeft bij de belasting en dit mag oplopen tot maximaal 8000 euro per jaar.
De vermindering is 5,147% van het belastbaar inkomen uit werk en woning, voor zover dat hoger is dan € 20.384 (of 2,633% als u het hele jaar de AOW-leeftijd hebt). Als uw belastbaar inkomen uit werk en woning hoger is dan € 68.507, dan is uw algemene heffingskorting € 0.
Je betaalt dus minder belasting over je loon, waardoor jij netto meer overhoudt. Je mag op één inkomen loonheffingskorting toepassen. Als je op meerdere inkomens loonheffingskorting toepast, krijg je teveel korting op je belasting en moet je dit achteraf terugbetalen aan de Belastingdienst.
er te veel loonheffing is ingehouden. u recht hebt op bepaalde heffingskortingen of aftrekposten, waarmee nog geen rekening is gehouden. u te veel belasting hebt betaald via een eerdere voorlopige aanslag.
Geen loonheffingskorting toepassen
Een andere mogelijkheid is om bij geen van uw werkgevers de loonheffingskorting aan te vragen. U krijgt dan een lager netto loon per maand. U krijgt na de belastingaangifte geld terug of u hoeft minder bij te betalen.
Wanneer je partner geen inkomen heeft en geboren is voor 1963, dan heeft je fiscale partner recht op de uitbetaling van algemene heffingskorting van € 2.888,- per jaar. Alleen de voorwaarde is wel dat jij voldoende belasting betaalt. Jij betaalt belasting over jouw inkomen.
Als je in loondienst werkt, houdt je werkgever rekening met de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Deze kortingen noemen wij de loonheffingskorting. Daardoor betaal je minder loonheffing, en krijg je meer loon uitbetaald.
Aanrechtgeld wordt ook wel aanrechtsubsidie, aanrechttoeslag, huisvrouwensubsidie, of zelfs huisvrouwentoeslag genoemd. Deze benamingen zijn natuurlijk niet meer van deze tijd, daarom wordt het tegenwoordig 'algemene heffingskorting voor minstverdienende partner' genoemd.
Hebt u geen of een laag inkomen? Dan betaalt u geen of weinig belasting. Het kan zijn dat het bedrag aan heffingskortingen waarop u recht hebt, hoger is dan de belasting die u moet betalen. U kunt uw heffingskortingen dan niet volledig verrekenen met de belasting die u moet betalen.
Onder de volgende voorwaarden hebt u recht op de aanrechtsubsidie in 2021 en kunt u deze korting ook aanvragen: U bent 21 jaar of ouder dan 21 jaar. U hebt geen of een laag inkomen waardoor de algemene heffingskorting niet via uw inkomen door de belastingdienst kan worden terugbetaald.
Als je de heffingskorting vaker dan één keer aanvraagt, dan kan de belastinginspecteur je een boete opleggen. En die kan flink oplopen. In "bijzondere omstandigheden" moet je zelfs nóg een keer al je belasting betalen, zegt de Belastingdienst. Een dubbele aanslag dus.
Als u de AOW-leeftijd bereikt, heeft dit de volgende gevolgen voor uw heffingskortingen: De algemene heffingskorting wordt lager. In het jaar dat u geen arbeidsinkomen hebt, krijgt u de volgende heffingskortingen niet meer: de arbeidskorting.
Nee, het aantal banen of werkgevers dat je hebt is niet relevant voor het bepalen van de belasting die je moet betalen. Voor de berekening van de hoeveelheid belasting die je moet betalen, kijkt de Belastingdienst naar de hoogte van je totale (jaar)inkomen.
Dat kan via Mijn SVB. Wijzig de loonheffingskorting ook bij uw pensioenfonds. En laat de wijziging in dezelfde maand ingaan. Zorg ervoor dat u de loonheffingskorting op hetzelfde moment maar op 1 inkomen krijgt.
Heffingskortingen zijn persoonlijke kortingen. Ook als u een fiscale partner hebt, wordt voor ieder van u apart bepaald of u recht hebt op heffingskortingen.
Aanrechtsubsidie in 2021
Toch zijn veel mensen het niet eens met deze regeling, omdat het niet bepaald stimuleert om te gaan werken. Dit is dan ook de reden dat de aanrechtsubsidie steeds verder wordt afgebouwd; vanaf 2024 stopt de regeling helemaal.
Je mag €10.000 contant storten zonder dat je bank hier melding van maakt. Contant betalen in een winkel is verboden vanaf een bedrag van €3.000. Als je meer dan dit bedrag stort dan is je bank of de winkelier verplicht dit te melden bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties.
Volgens de Belastingdienst dient iedereen met inkomsten daar ook belasting over te betalen. Maar dankzij de regeling dienstverlening aan huis hebben schoonmakers die minder dan € 500 per maand verdienen hier geen nadelige financiële gevolgen van.
Wat is het geregistreerde inkomen? Het geregistreerde inkomen is het inkomen dat wij registreren in de basisregistratie inkomen (BRI). Dit inkomen baseren wij op uw aangifte inkomstenbelasting als u aangifte doet. Op uw aanslag heet dit inkomen uw verzamelinkomen.