Ga een keertje naar een verlaten plek/parkeerplaats waar je niemand tot last bent. En dan laat je heel erg langzaam de koppeling opkomen. Als de auto begint te bibberen hou je de koppeling vast, dus even niet verder laten opkomen. Als de auto dan niet meer bibbert kun je de koppeling langzaam los laten.
Koppelingspedaal met je linkervoet geleidelijk naar het aangrijpingspunt laten opkomen. Altijd geleidelijk werken met het koppelingspedaal, als je het laat opkomen. Want de koppelingsplaten moeten geleidelijk aangrijpen anders slaat de motor af. Bij het aangrijpingspunt gaat de auto al rollen/rijden.
Auto valt uit tijdens rijden of slaat af
Een motor heeft brandstof, lucht (zuurstof) en een ontsteking nodig om te kunnen lopen. Het kan ook zijn dat de mengverhouding tussen brandstof en lucht niet juist is. De auto kan uitvallen door het ontbreken van de brandstof.
Ga met de rechtervoet van de rem naar het gaspedaal en geef rustig gas, zonder de motor te laten loeien. Doordat je de koppeling op het aangrijpingspunt vasthoudt, zal de auto niet wegrollen. Kijk nogmaals rondom de auto (als punt 1) om te beoordelen of je weg kunt rijden.
Volgorde van handelen bij het opschakelen:
Om te beginnen rijd je weg zoals je het hebt geleerd. Zodra je 20 km/h rijdt trap je je koppeling in en laat je je gas tegelijkertijd los. Schakel door naar de volgende versnelling. Bij 20 km/h is dat de 2e versnelling.
Van 5e naar 2e is quasi onmogelijk om foutloos te schakelen, behalve als je hard remt en stevig tussengas geeft.
Het is verstandig om zo min mogelijk met ingetrapte koppeling te rijden. Niet alleen omdat dit leidt tot slijtage aan je koppeling, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn, zeker in de bochten. Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Autorijden is niet altijd makkelijk. Sterker nog, het is gewoon vet moeilijk. Je moet altijd op minstens drie dingen tegelijk letten en hoewel wij vrouwen een ster zijn in multitasken, lijkt het in de auto gewoon niet te lukken.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
gewoon gas loslaten, koppeling induwen, opschakelen, koppeling zachtjes loslaten en terug gas geven. Probeer eens om, wanneer je koppeling licht contact maakt (aangrijpingspunt), lichtjes gas te beginnen geven terwijl het koppelingspedaal rustig omhoog komt.
De motor laten afslaan:
Een auto met handgeschakelde versnellingsbak: zet de auto in de vrij en laat de koppeling opkomen. De motor slaat uit en het lampje gaat branden. Auto met automatische versnelling: houd de rem vast, de motor slaat dan automatisch af.
Tip van de Wegenwacht: rijd niet met een slippende koppeling. Dat wil zeggen: laat nooit de koppeling erg langzaam opkomen of maar half opkomen. Daarvan slijt de koppelingsplaat zeer snel – dat is een dure reparatie – en het kan op vakantie zelfs voor paniek zorgen!
Als leidraad kun je aanhouden. Wegrijden 0 tot 20 km/h in zijn 1 vanaf 20 km/h tot 35 in de 2 vanaf 35 tot 50 km/h in zijn 3 vanaf 50 tot 80 km/h in zijn 4 vanaf 80 tot 120 in zijn 5 constante snelheid vanaf 90 in zijn 6 let op!
Geen voet op koppeling
Het is raadzaam om het koppelingspedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot hogere slijtage en een kortere levensduur.
Wanneer je een auto hebt met een koppel van 300 Newtonmeter (Nm) of zelfs meer, dan voel je dit wanneer je optrekt. Je wordt als het ware in je stoel gedrukt zodra je gas geeft. Maar dit is geen garantie voor een snelle auto.
Niet in de spits de weg op
In het algemeen kun je zeggen dat de ochtendspits op werkdagen tussen 07.00 en 09.00 uur is en de middag/avondspits tussen 16.00 en 19.00 uur. Rijd dus tijdens deze uren zo min mogelijk op de weg als je dat kunt én als je de spitsdrukte wilt vermijden.
Mensen met rijangst zijn bang om auto te rijden. Ze zitten met een zeer gespannen of angstig gevoel achter het stuur, of vermijden autorijden helemaal. Naar schatting een half tot één miljoen Nederlanders hebben wel een rijbewijs, maar maken hier geen gebruik van. Vrouwen hebben vaker last van rijangst dan mannen.
Een andere mogelijkheid om over je angst heen te komen is nieuwe rijlessen nemen. Soms is de beste manier om je rijangst te overwinnen door met een rij-instructeur aan de slag te gaan. Schaam je vooral niet om een autorijschool binnen te stappen. Er zijn wel duizenden mensen die bij rijangst nieuwe rijlessen nemen.
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Trap de koppeling in. Een van de dingen die je wél kunt doen tijdens een slippartij is de koppeling intrappen. Daarmee gaan je wielen vrij bewegen en kun je door rustig bij te sturen je auto weer uit de slip krijgen.
Als je gaat remmen op het moment dat je de bocht ingaat, kun je de controle verliezen, omdat de banden geen grip houden op de weg.
De auto zal op de startmotor in beweging komen en de verbrandingsmotor zal de beweging overnemen. Gefeliciteerd, je eerste meters zonder koppelingspedaal zitten erop. Tot stilstand komen is ook eenvoudig: haal de auto uit z'n versnelling en laat hem tot stilstand uitrollen.
Parkeer je ergens voor een langere tijd, dan doe je er goed aan om die handrem niet op te trekken. Je zet de auto dan beter in eerste versnelling. Bij streng winterweer kunnen namelijk de handremkabels bevriezen. Dat geeft problemen wanneer je weer wil vertrekken.