Hoe weet je of de pasta klaar is? Om te weten of je pasta perfect al dente is, is er één simpele vuistregel: proef! Je pasta is klaar als de buitenkant gaar is en de binnenkant nog ietsje stevig aanvoelt. Kook je 'm langer dan dit punt, dan is je pasta te ver waardoor hij plat en plakkerig wordt.
Al dente Spaghetti: 8 minuten. Al dente Penne: 7 minuten. Al dente Farfalle: 8 minuten. Al dente Fusilli: 8 minuten.
Als de pasta te lang doorgekookt is, kan ie sponzig en een beetje slijmerig aanvoelen. Maskeer dat door juist niet (zoals gewoonlijk wél lekker is) met wat pastawater elke sliert of elk stukje een 'jasje' van vocht en saus te geven, want dat jasje heeft ie al en het is niet de goede.
Spaghetti: 11 – 13 min. Tagliatelle: 10 min. Verse pasta: 4 min.
Pasta is een energiebron. Deegwaren hebben de typische eigenschap u een verzadigd gevoel te geven, het hongergevoel uit te stellen en veel energie te geven voor fysieke arbeid, zelfs lang na de maaltijd. Om daar ten volle van te genieten, moet u ze perfect “al dente” (beetgaar, dus nog een beetje stevig) koken.
Door pasta na het koken af te spoelen met koud water, stop je niet alleen het kookproces (wat goed is), maar koel je meteen ook je maaltijd af en verwijder je het zetmeel. En wanneer het zetmeel van de pasta is afgespoeld, heb je niet alleen minder smaak, ook je saus zal minder goed binden.
Het water waar je net de tagliatelle of de ravioli in hebt gekookt, is niks meer of minder dan heet water met een beetje zout en wat bloem. En dat is juist het geheim: een lepeltje van dat pastawater tilt je pastasaus naar een hoger niveau. De saus bindt een beetje, krijgt een beetje zout en vooral een hoop smeuïgheid.
De beste techniek om te zorgen dat je kliekje pasta niet te klef of te droog wordt tijdens het opwarmen is door dit gewoon in de pan te doen. Voeg hier een scheutje water aan toe en kook dit op middelhoog vuur tot het meeste water is verdampt. Zo krijgt de pasta zijn volle, romige structuur weer terug.
Als je pasta te lang kookt, wordt hij niet alleen slijmerig, maar stijgt er ook zijn glycemische index. Hierdoor gaat je bloedsuikerspiegel snel stijgen en zal je minder lang een verzadigd gevoel hebben. Als je de pasta afgiet op het moment dat hij perfect al dente is, is het eigenlijk al te laat.
Dit smelt allemaal samen met de pasta tot een heerlijke zachtheid en de smaak wordt vele malen rijker. Het water helpt om ieder stukje pasta te bedekken in saus terwijl het zetmeel ervoor zorgt dat de saus goed aan de pasta hecht. Kook zoals een Italiaanse mamma kookt en niet meer weggooien voortaan!
Spaghetti koken doe je in een grote pan met kokend water. Vul de pan met water, breng het water aan de kook en doe de spaghetti in de pan. Laat de spaghetti voor ongeveer 9 minuten lang koken totdat ze gaar zijn. Zodra de spaghetti gaar is kun je de ze afgieten.
Al dente
Hoe zachter de pasta, des te hoger de glycemische waarde. Daarentegen geldt: hoe harder de pasta, des te beter voor je bloedsuikerspiegel, insulineniveau, hongergevoel en afslanksucces. Kook pasta dus nooit door en door gaar, zacht & plakkerig.
Als het water kookt doe je de spaghetti in de pan. Zet de hittebron nu net zo laag zodat het water nog net blijft koken. Kook de spaghetti in ongeveer 10 tot 11 minuten al dente en giet het daarna direct af.
Het zout in het water brengt je pasta namelijk op smaak. Dat kan écht het verschil maken tussen een flauw en een heerlijk pastagerecht. Je brengt niet enkel de pasta zélf op smaak, je doet dat bovendien al helemaal in het begin van het kookproces.
Doordat je pasta kookt op hoog vuur en kokend water gebruikt, wordt de pasta goed gaar gekookt. Als je pasta op laag vuur zou koken wordt de pasta niet goed gaar en is hij niet eetbaar. Het maakt niet uit wat voor warmtebron je gebruikt. Kook pasta dus altijd op hoog vuur.
Zet jij vanavond een lekkere pasta op tafel? Ga dan bij een hoofdgerecht voor volwassenen uit van 100 tot 125 gram ongekookte, gedroogde pasta per persoon. Voor kleinere eters, kinderen of voorgerechten kun je uitgaan van 80 gram.
Heb je toch in de koelkast of diepvries liggen: pasta het beste opwarmen doe je dan door het te bakken. Samen met de saus in de koekenpan om het vocht eruit te krijgen. Een andere aanrader is om er een ovenschotel van te maken. Dan merk je ook niets van de veranderde structuur.
Ook pasta kun je koken in een waterkoker. Dit gaat vooral goed met waterkokers zonder metalen spiraal op de bodem (hier koekt de pasta snel aan vast). Doe de pasta in de koker en vul hem aan met water. Per 100 gram pasta volstaat ongeveer 1 liter water.
Voeg ongeveer 50 tot 100 ml pastawater toe aan je spaghetti en laat inkoken. Is de saus nog te dun? Voeg nog wat extra pastawater toe en laat opnieuw inkoken tot je de gewenste consistentie hebt.
Hier zijn maar een paar eetlepels pastawater voor nodig, dus wat doe je met de rest van het pastawater? Als je het pastawater invriest als ijsblokjes kun je deze later nog gebruiken om soep, jus of sauzen te binden en de juiste textuur te geven.
Als je de pasta gekookt hebt, spoel ze meteen onder koud water. Dan kan je de pasta meteen gebruiken in de salade en blijft ze mooi beetgaar. Nog een tip: heel wat pasta's lenen zich ook perfect om koud op te eten, denk aan pasta pesto, pasta caprese,...
Je kunt de spaghetti het beste breken voordat je ze gaat koken. De spaghetti slierten zijn hier nog ongekookt en daarom zijn ze nog stijf. Het breken gaat simpel gezegd gewoon makkelijker als de spaghetti stijf is.
Wanneer je de pasta overgiet met koud water, spoel je het zetmeel weg. Het zetmeel maakt de saus die je achteraf over de slierten doet romiger, en zorgt ervoor dat de pasta zich goed vasthecht aan de saus.