Als u lichtflitsen ziet, zijn ze meestal wit of helderblauw. Het is alsof een lamp knippert of een soort bliksem. Ze kunnen ontstaan als er iets aan het netvlies trekt. Lichtflitsen kunnen ook horen bij migraine.
Deze flitsen worden vaak omschreven als: "Net of een TL‐lamp aan‐ en uitgaat”, of als: “bliksemen”. De combinatie van vlekjes en lichtflitsen wijst meestal op een vrij plotseling krimpen van het glasvocht. Dit wordt ook wel glasvochtloslating genoemd.
Lichtflitsen verdwijnen meestal weer vanzelf, hoewel ze soms bij snelle oogbewegingen of in het donker nog wel enige tijd gezien kunnen worden. Echter: bij plotselinge duidelijke verergering van de vlekjes en/of flitsen kunt u het beste weer binnen 24 uur contact opnemen met de huis- of oogarts.
Dat is meestal een onschuldig verschijnsel. Bijvoorbeeld door het krimpen van het glasvocht bij het ouder worden. Flitsen in het oog kunnen ook bij migraine horen of voorkomen bij vermoeidheid of stress. Maakt u zich zorgen over de lichtflitsen, dan kunt u het best langs de huisarts gaan voor een kort oogonderzoek.
Wat zijn vlekken en flitsen? Als u vlekjes in of voor uw oog/ogen ziet bewegen, is dat vaak het gevolg van troebelingen in het glasvocht. Glasvocht is een gelei die de ruimte tussen de ooglens en het netvlies opvult. Het plotseling zien van vlekjes kan samengaan met het zien van lichtflitsen.
Checklist om te zien of je een bril nodig hebt:
frequente hoofdpijn. vermoeide ogen bij het werken op de PC. problemen met het gezichtsvermogen bij het werken op de PC. je hebt moeite met het lezen van kleine lettertjes.
Dit gaat gepaard met lichtflitsen, alsof iemand een foto maakt. Bij de meeste mensen verdwijnen de vlekken en troebelingen vanzelf doordat ze onderin het oog wegzakken of omdat ze oplossen. Dit duurt enkele maanden. Soms kunt u na enige maanden nog steeds een vlekje hebben dat door het oog beweegt.
Het oog is verder gevuld met een heldere gelei, het glasvocht. Dit glasvocht zit op een aantal punten vast aan het netvlies. Een netvliesloslating begint met een scheurtje in het netvlies. Als door het scheurtje oogvocht stroomt onder het netvlies ontstaat een netvliesloslating.
Aan de buitenkant van het oog is een netvliesloslating niet te zien. Neem daarom contact op met uw huisarts als uw zicht uitvalt of als u lichtflitsen of donkere zwevende deeltjes ziet. De huisarts kan u verwijzen naar de oogarts. De oogarts zal het netvlies onderzoeken door eerst de pupil te verwijden.
Als mensen vlekjes in of voor hun oog of ogen zien bewegen, is dit vaak het gevolg van troebelingen in het glasvocht. Het glasvocht (of glasachtig lichaam) is een gelei die het achterste gedeelte van het oog, de ruimte tussen ooglens en netvlies, opvult.
Een netvliesloslating kan op elke leeftijd voorkomen, maar meestal gebeurt het bij oudere mensen.
De behandeling van een netvliesloslating is operatief. We zullen in geval van een netvliesloslating bijna altijd een operatie adviseren omdat een netvliesloslating niet vanzelf herstelt en zeer vaak leidt tot blindheid.
Vermindering van het zicht. Het zicht kan door de netvliesloslating geleidelijk of heel snel verdwijnen. Eerst wordt er een grote zwarte vlek bemerkt meestal aan de rand van het gezichtsveld. Wanneer ook het centrum van het netvlies (de macula of “de gele vlek”) los heeft gelaten, verdwijnt het scherpe zien.
Plotseling verlies van het gezichtsvermogen bij een netvliesloslating ontstaat als er een bloeding in het glasvocht is opgetreden. Het is van belang om te weten, dat deze aandoening niet pijnlijk is.
De oogarts maakt een onderscheid tussen onduidelijk herkenbare en duidelijk herkenbare floaters. Lees hier met de hulp van uw oogarts de omschrijving van 3 verschillende types van floaters zodat uw type van floaters kan vastgesteld worden.
Veel mensen zien draadjes, spinnetjes of zwarte stipjes in hun oog. Deze zwevende vlekjes bewegen met de ogen mee en komen dan weer op dezelfde plek terug. Ze vallen vooral op bij het kijken naar een wit plafond of blauwe lucht. We noemen deze vlekjes mouches volantes of floaters.
Een netvliesloslating komt jaarlijks ongeveer bij 1 op de 10.000 mensen voor. Het kan op elke leeftijd optreden, maar bij ouderen is het risico groter. Bijzienden (met sterkte van -8 of hoger) en mensen met een netvliesloslating in de familie lopen meer risico op een netvliesloslating.
Ook kan er littekenweefsel ontstaan waardoor het netvlies zich niet goed vasthecht of verschrompelt. Dan is eveneens een nieuwe operatie nodig. Bloedingen of infecties zien we zelden. Wanneer er een bandje om het oog is gelegd kan de werking van de oogspieren veranderen en kan de patiënt last hebben van dubbelzien.
Herken de alarmsignalen van een oogziekte!
regelmatig flitsen of vlekken ziet. zicht in korte tijd erg achteruit is gegaan. dubbelziet met één oog. rechte lijnen opeens als golven ziet.
Kortom, als een te hoge oogdruk niet behandeld wordt, kan dit leiden tot onomkeerbare gezichtsvelduitval. Treden klachten op als een rood, dof of pijnlijk oog, overmatige lichtgevoeligheid, wazig zien en zelfs – als bij een griep - hoofdpijn, misselijkheid en braken, dan is er mogelijk sprake van acuut glaucoom.
Heeft u een scheurtje of meerdere scheurtjes in uw netvlies? Dan kan het netvlies daardoor loslaten. Een netvliesloslating (ablatio retinae) is een ernstige oogziekte die kan leiden tot slechtziendheid of blindheid.
U kunt lichtflitsen en zwarte, zwevende vlekjes zien. Het kan ook zijn dat u slechter ziet. Een scheurtje in het netvlies kan behandeld worden met een laserbehandeling. Dit wordt gedaan om een netvliesloslating te voorkomen.
Een glasvochtloslating kan meestal geen kwaad. Maar soms is dit het begin van problemen met het netvlies. Er kan een scheurtje in het netvlies komen. En soms kan het netvlies loslaten (netvliesloslating).
Bij een loslating van de achterste glasvochtmembraan wordt meestal een plotse toename van de glasvochttroebelingen waargenomen. In de leeftijdscategorie 50-59 jaar heeft 24% van de mensen een achterste glasvochtloslating doorgemaakt en bij de categorie 80-89 jaar is dit 87%1.
Symptomen van vermoeide ogen
Trekkend gevoel rond de ogen. Moeite met scherpstellen. Terugkerende hoofdpijn, met name in het voorhoofd en achter de ogen. Branderige ogen.