Intelligentie. De Amerikaanse onderzoeker Robert Sternberg1 onderscheidt drie aspecten van intelligentie: De analytische vaardigheden, de schoolvakken. De creatieve vaardigheden, de intrinsieke motivatie, flexibiliteit bij het verwerken van een problemen, ongewone oplossingen bedenken en nieuwe verbanden leggen.
Intelligentie is een mentale eigenschap met veel verschillende functies zoals de mogelijkheid overeenkomsten en verschillen op te merken in waarnemingen, zich in de ruimte te oriënteren, te redeneren, plannen te maken, problemen te doorgronden en op te lossen, in abstracties te denken, ideeën en taal te begrijpen en te ...
Slimme mensen storen zich niet aan zulke dooddoeners, maar stellen zich open op. Ze luisteren ze aan en zien ze als startpunt van een gedachte. Ze passen altijd een inductieve manier van denken toe. Ze ontleden uitspraken door vervolgvragen te stellen en conclusies uit af te leiden.
De simpelste manier om te testen of je hoogbegaafd of hoogintelligent bent of niet, is het maken van een goede intelligentietest. Uit zo'n test rolt dan een IQ-score en wanneer die dan 132, 135, 140 of hoger is (afhankelijk van het type test), kun je ervan opaan dat je hoogintelligent bent.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Albert Einstein (1879-1955)
Einstein, de man achter de relativiteitstheorie, was notoir slecht in het onthouden van namen, getallen en data. Desondanks wordt zijn IQ geschat op 160, waarmee hij een genie was.
Wil je als man een slim kind? Dan is het zaak om een intelligente moeder te vinden. Intelligentie hebben kinderen namelijk vooral te danken aan de genen die zij van hun moeder hebben geërfd. Dit blijkt uit een recent onderzoek gepubliceerd in Psychology Spot, waarover Ouders van Nu schrijft.
Slim is beperkt tot een daad of actie, in tijd beperkt dus en intelligentie is meer een eigenschap van een persoon die continue is. En zoals van Dale het zegt: hoogbegaafd is uitzonderlijk intelligent en niet dat hoogbegaafden slimme mensen zijn.
De andere helft van de studenten op een mbo heeft een hoger IQ. Bij studenten op een universiteit is het gemiddelde IQ 115. Ook voor deze groep geldt dat er studenten zijn die lager scoren dan het gemiddelde.
Tussen intelligent en intellectueel zit een verschil. Bij intellectueel bedoelen we voornamelijk mensen die veel hebben geleerd. En vaak gaat het dan ook om een belangrijke studie waarbij veel kennis nodig is.
Veel mensen zien het als een manier om hun hoogbegaafdheid te kunnen bewijzen. Misschien voelt het alsof je dan pas mag vinden en zeggen dat je hoogbegaafd bent. Maar hoogbegaafdheid komt niet altijd naar voren in een IQ-test. Sommige hoogbegaafden scoren zelfs laag op een IQ-test, ook al hebben ze een hoog IQ.
Superintelligentie, hyperintelligentie of bovenmenselijke intelligentie is een benaming (uit het Engels, super intelligence) voor een hypothetisch wezen dat een intelligentie bezit die dat van genieën en andere hoogbegaafde mensen verre overtreft.
Genen die zowel de structuur als het functioneren van het brein beïnvloedden, vormen een verklaring voor de gemeten IQ-verschillen. Posthuma zegt in haar proefschrift dat verschillen in IQ voor wel tachtig tot negentig procent aan erfelijke factoren liggen.
Van een boek lezen, kan je slimmer worden. Maar dat is slechts één aspect van intelligentie. Veel denkwerk gebeurt wanneer we praten, discussiëren, argumenteren, kennis overdragen of samenwerken. Een lange wandeling maken of op café gaan, maakt ons 'slimmer'.
Ook of je sproeten hebt, of moedervlekken. Je erft je genen van je ouders. Van elk gen erf je twee kopieën: één van je vader en één van je moeder. Ook de genen van je grootouders en verre voorouders hebben invloed op de kleur van je huid.
"In ons onderzoekscentrum onderzoeken we de impact van voeding, maar het is algemeen geweten dat ook gezondheid, slaap, beweging, kwaliteit van het onderwijs en andere omgevingsfactoren de intelligentie kunnen beïnvloeden.
Uit tweelingenonderzoek blijkt dat intelligentie voor ongeveer 55% erfelijk is bepaald. Deze genetische component bepaalt de bovengrens van je intelligentie, dat wil zeggen de maximale intelligentie die je kunt bereiken. De omgeving zorgt ervoor of je dit maximale niveau ook bereikt.
Op basis van het aantal neuronen denken de onderzoekers dat honden ongeveer even intelligent zijn als wasberen en leeuwen, terwijl huiskatten wat betreft intelligentie zijn te vergelijken met beren. De hersenschors van de mens bevat verreweg het grootste aantal neuronen, namelijk zo'n zestien miljard per individu.
Het is lastig om te zeggen wat het laagst mogelijke IQ is dat een mens ooit kan halen. In theorie is een IQ score van 1 de laagst mogelijke score, echter is dit niet meetbaar met een IQ test. Het gemiddelde IQ van de mens ligt tussen de 85 en 115.
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
Bij hoogbegaafde kinderen houdt dit langer aan, want ze zijn vaak ontzettend nieuwsgierig en willen het liefst de hele dag nieuwe dingen uittesten. Je kind heeft dan ook een brede interesses en vindt zowel auto's, als vulkanen, als …. ga zo maar door, het einde.