Vroege kenmerken hoogbegaafdheid Snel gaan lopen (bijvoorbeeld met 10 maanden) Vroeg praten en over een grote woordenschat (met 1,5 jaar al 200 woorden of meer) beschikken. Snel inzicht in oorzaak en gevolg krijgen. Al vroeg alert zijn met veel aandacht voor de wereld om hem heen.
Het hoogbegaafde kind gedraagt zich thuis dan vaak anders, hoeft zich er niet aan te passen en doorloopt thuis een eigen ontwikkeling. Aanpassing op school leidt regelmatig tot onderpresteren. Onder eigen niveau presteren is gedrag waar veel hoogbegaafde kinderen, en later als hoogbegaafde volwassenen, last van hebben.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Hierdoor hebben hoogbegaafde kinderen meer kans op emotionele problemen en vaker problemen in sociale relaties. Pesten: Hoogbegaafde kinderen lopen meer risico om het doelwit van pesten te worden, omdat ze zich anders gedragen dan leeftijdsgenoten.
Hoogbegaafde kinderen hebben weleens verborgen leerstoornissen. Dit kunnen stoornissen zijn zoals moeilijkheden met visuele perceptie, schrijfstoornissen, ruimtelijke stoornissen, dyslexie en aandacht stoornissen. Hoogbegaafde kinderen kunnen een slecht zelfbeeld ontwikkelen als ze een leerstoornis hebben.
,,Het uit zich eerst in een ontwikkelingsvoorsprong en vanaf een jaar of zes kan je de hoogbegaafdheid vaststellen met een test.
Het verschil tussen hoogbegaafd en hoogintelligent
Een hoogintelligent kind snapt de aangeboden lesstof eerder, maar het blijft vaak wel rechtlijnig denken. Een hoogbegaafde blijft 'verkeerde' conclusies trekken, tenminste, zo lijkt het voor de rest. Zij houdt er 'vreemde' denkbeelden op na.
Wie minimaal 130 scoort op een IQ-test mag zich hoogbegaafd noemen. Maar intelligentie is meer dan alleen een hoog IQ.
De simpelste manier om te testen of je hoogbegaafd of hoogintelligent bent of niet, is het maken van een goede intelligentietest. Uit zo'n test rolt dan een IQ-score en wanneer die dan 132, 135, 140 of hoger is (afhankelijk van het type test), kun je ervan opaan dat je hoogintelligent bent.
Hoogbegaafdheid testen
Wanneer je je zorgen maakt over de ontwikkeling van jouw zoon of dochter en vermoedt dat er sprake is van hoogbegaafdheid, kun je door Opdidakt een onderzoek laten uitvoeren. Bij een vermoeden van hoogbegaafdheid nemen we in ieder geval een intelligentietest af.
Vroege kenmerken hoogbegaafdheid
Snel gaan lopen (bijvoorbeeld met 10 maanden) Vroeg praten en over een grote woordenschat (met 1,5 jaar al 200 woorden of meer) beschikken. Snel inzicht in oorzaak en gevolg krijgen. Al vroeg alert zijn met veel aandacht voor de wereld om hem heen.
Hoogbegaafde kleuters hebben een uitgebreide woordenschat, kennen moeilijke woorden, praten in complexe zinnen, maken woordgrapjes en kunnen vaak goed argumenteren. Ze beslissen zelf wat ze wel of niet vertellen. Als ze zich niet begrepen voelen, praten ze weinig.
Slimme peuters/kleuters zijn nieuwsgierig, onderzoekend, kunnen goed onthouden en kunnen lastige denkproblemen aan. Ze zijn snel van begrip en stellen veel vragen. Slimme peuters houden van uitdagingen, kunnen reflecteren, verzinnen creatieve oplossingen en hebben leiderschapskwaliteiten.
Hoogbegaafdheid is aangeboren
Om slechts een aantal zaken te noemen. De omgeving heeft een grote invloed op het al dan niet tot bloei komen van de potentie bij deze kinderen. Om goed aan te kunnen sluiten bij de behoeftes is kennis van groot belang.
Hulp thuis
Blijf hen prikkelen door verrijkend speelgoed aan te bieden. Zo zijn denkspellen boeiend speelgoed voor hoogbegaafde kinderen (tangram, astublok, sudoku schaken), maar ook spellen die gericht zijn op wetenschap, wiskunde, technologie, chemie en fysica kunnen hen bekoren (4M spellen).
Officieel wordt op diagnostisch gebied een duidelijk verschil gemaakt. Als een kind op een IQ-test tussen 121 en 129 scoort, wordt een kind begaafd of ook wel meerbegaafd genoemd. Het betreft hier ongeveer 7% van de kinderen. Kinderen die boven 130 scoren, worden zeer begaafd of hoogbegaafd genoemd.
Met name in het onderwijs kunnen hoogbegaafde kinderen zich te weinig gehoord, gezien en begrepen voelen. Hierdoor kunnen zij allerlei gedragsproblemen ontwikkelen. Een kind kan stil en teruggetrokken worden, en bijvoorbeeld oogcontact uit de weg gaan.
Een autismespectrumstoornis (ASS) komt voor bij kinderen met alle intelligentieniveaus, dus ook bij hoogbegaafde kinderen. Echter: niet alle kinderen die hoogbegaafd zijn, hebben ook een autismespectrumstoornis.
Kan uitzonderlijke begaafdheid verdwijnen? Nee. Uitzonderlijk begaafde kinderen groeien op tot uitzonderlijk begaafde volwassenen (zoals hoogbegaafde kinderen dat ook doen overigens). Maar op weg naar volwassenheid kan de hoogbegaafdheid zich “verstoppen”.