Hoe weet je waar de klemtoon van een woord ligt? Duidelijke regels zijn er dus niet. Maar als je wilt weten waar de klemtoon van een woord ligt moet je proberen de nadruk in een woord steeds op een andere plek te leggen. Vaak hoor je dan wel of het goed klinkt of niet.
deel van het woord waar een klemtoon* op ligt. Bijvoorbeeld: in het woord voorstellen zijn voor en stel beklemtoond, waarbij voor de hoofdklemtoon draagt en stel een nevenklemtoon; len is onbeklemtoond.
Door beklemtoonde lettergrepen te symboliseren door een halflang streepje (—) en een onbeklemtoonde lettergreep door een gebogen streepje (∪) kan je de afwisseling klemtoon / geen klemtoon schematisch weergeven. Deze schematische weergave plaatsen we direct onder de zin waar hij betrekking op heeft.
nadruk waarmee een woord of een woorddeel* wordt uitgesproken. Bij meerlettergrepige woorden krijgt één lettergreep de hoofdklemtoon. Bijvoorbeeld: in het woord ondoorgrondelijk zijn deze lettergrepen onbeklemtoond: on-door-gron- de- lijk.
Klemtoon (of: accent) is de nadruk waarmee een woord of woorddeel wordt uitgesproken. Bij meerlettergrepige woorden ligt de hoofdklemtoon bij het gewone spreken in de meeste gevallen op een bepaalde lettergreep (bijvoorbeeld beklemtoonde lettergreep).
Juist bij een naam is het belangrijk dat de luisteraar goed hoort over wie u het hebt. Door die naam met een klemtoon te beginnen, kunt u bereiken dat de luisteraar even extra goed oplet. Misschien is deze aandachttrekkerij belangrijk genoeg geweest om alle conservatisme te overwinnen.
De hoofdklemtoon ligt in Nederlandse woorden achteraan: in de meeste gevallen op de voorlaatste, in alle andere gevallen op de laatste of de voorvoorlaatste syllabe. Bijklemtoon is het duidelijkst op de eerste syllabe.
[ov] de nadruk leggen op iets.
In veel talen met langere woorden kan verschil worden gemaakt tussen primaire klemtoon of hoofdklemtoon en secundaire klemtoon of bijklemtoon. Ieder woord heeft precies één hoofdklemtoon en verder een aantal bijklemtonen naargelang de lengte van het woord.
Dit is dus de laatste klank van het woord. Wanneer het woord in het enkelvoud de klemtoon op een andere lettergreep heeft óf wanneer er helemaal geen klemtoon is, dan valt de toonloze e weg en komt de trema op de [e] in [ie] of [ee]. Het is categoRIE en niet cateGOrie, dus wordt het meervoud categorieën.
anapest = versvoet van achtereenvolgens twee onbeklemtoonde lettergrepen en één beklemtoonde lettergreep. Als de dóód aan het éind mijn bestáán heeft geknákt.
Met samengestelde woorden kan het zijn dat er twee klemtonen achter elkaar staan (bijv. 'aaseters'). Dergelijke woorden kun je in een jambe niet gebruiken.
Een metrum is: een regelmatige afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen, die in het hele gedicht is volgehouden. Tussen twee klemtonen (heffingen) zitten één òf twee onbeklemtoonde lettergrepen (dalingen). Hierdoor zijn er vijf metrums (of metra) mogelijk.
Een trochee is net als een jambe een versvoet. Hij bestaat uit twee lettergrepen, eerst een beklemtoonde en dan een onbeklemtoonde. De klemtoon in een trochee valt dus zo: DA-dum. Zet er vier achter elkaar en je krijgt: DA-dum DA-dum DA-dum DA-dum – en dat heet dan een “trocheïsche tetrameter”.
Als een dichter tijdens het gedicht een opschrikkingseffect wil hebben, kan hij het metrum compleet opbreken. Dit noemen we antimetrie . Soms komt de dichter niet lekker uit met het aantal lettergrepen, waardoor het metrum niet goed is. Om dat te voorkomen, kan de dichter lettergrepen smokkelen met elisie .
Een lettergreep is een klankgroep in een woord. Meestal kun je zelf horen wat de lettergrepen in een woord zijn door het woord langzaam uit te spreken. Spreek bijvoorbeeld het woord 'lelijk' eens uit. De lettergrepen hiervan zijn 'le' en 'lijk'.
' Het nadrukteken is altijd een streepje van linksonder naar rechtsboven. Om een woord of lettergreep te benadrukken, gebruik je het nadrukteken of klemtoonteken ( ´ ). Dat teken ziet er net zo uit als het accent aigu, het accent dat bijvoorbeeld op café staat.
De correcte spelling is én. Voor het klemtoonteken gebruiken we het accent aigu (én).
Dé is de gangbare manier om het woord de in schrijftaal een klemtoon te geven. Dè is een alternatieve spelling van “dé” die je soms tegenkomt, maar beter kunt vermijden.
Palmares wordt in de standaardtaal gebruikt in de betekenis 'lijst van belangrijke prestaties of overwinningen'. In Nederland komt het woord vooral voor in de sporttaal; in België is het ook in andere contexten gangbaar (bijvoorbeeld voor de verdiensten van een kunstenaar).
Kolonie heeft twee meervouden: kolonies en koloniën. We schrijven -iën in koloniën omdat de -ie onbeklemtoond is. Vergelijkbare meervouden zijn: bacteriën, financiën, genitaliën, poriën.
-> Het woord dyslexie komt van het Griekse δυςλέξις. Aan het accent is te zien waar de klemtoon op valt. Het is dus dysLExie!
De meeste woorden hebben wel een klemtoon op de ie: melodieën, knieën.
Veel woorden die eindigen op ee, krijgen er in het meervoud soms ën bij. Zonder trema is het moeilijk uit te spreken: Twee - Tweeen.