Je kunt onafhankelijke (
Normaal verdeelde data hebben de volgende eigenschappen: Observaties rond het gemiddelde zijn het waarschijnlijkst. Hoe verder waardes van het gemiddelde af liggen, hoe onwaarschijnlijker het is deze waarden te observeren.
Een passieve onafhankelijke variabele kan niet gemanipuleerd worden. Voorbeelden daarvan zijn lichaamslengte, leeftijd of geslacht.
In een experiment manipuleer je de onafhankelijke variabele en meet je de afhankelijke variabele. Je wilt onderzoeken of de onafhankelijke variabele invloed uitoefent op de afhankelijke variabele.
Een afhankelijke variabele is wat de onderzoeker meet of registreert als resultaat van de factor die hij in het experiment varieert, de onafhankelijke variabele.
De onafhankelijke variabele is de variabele waarvan je denkt dat deze de oorzaak is.De afhankelijke variabele is de variabele waarvan je denkt dat deze het gevolg is.
Het is iets dat afhankelijk is van andere factoren . Bijvoorbeeld, een testscore kan een afhankelijke variabele zijn omdat het kan veranderen afhankelijk van verschillende factoren zoals hoeveel je hebt gestudeerd, hoeveel slaap je hebt gehad de nacht voordat je de test deed, of zelfs hoe hongerig je was toen je de test deed.
Discrete variabelen zijn variabelen die geen tussenwaarden kunnen aannemen. Bijvoorbeeld het aantal kinderen in een gezin, een score op een toets van veertig meerkeuzevragen, leeftijd, schoenmaat, enzovoort. Continue variabelen zijn variabelen als lengte, gewicht, buitentemperatuur, tijd, enzovoort.
Er zijn verschillende soorten onderzoeksmethoden. Verkennend, beschrijvend en causaal zijn de drie belangrijke varianten die we met u gaan doornemen.
Bij een mediërende variabele (mediatie) is er sprake van een variabele die de relatie tussen twee variabele medieert. Een voorbeeld hierbij is of het rookgedrag van je ouders (onafhankelijke variabele) en het eigen rookgedrag (afhankelijke variabele) wordt gemedieerd door je houding over roken (mediator).
Een variabele is iets dat varieert, wat betekent dat het een aantal waarden kan aannemen. Individuele kenmerken, zoals leeftijd, inkomen of opleiding, zijn variabelen omdat verschillende mensen verschillende waarden of scores op deze kenmerken hebben.
Bij kwantitatieve variabelen representeren de data hoeveelheden (zoals een lengte, gewicht, leeftijd).
De vuistregel (de empirische regel) zegt namelijk dat in een normale verdeling… Respondenten met een z-score groter dan 3 of kleiner dan -3 kun je dus meestal beschouwen als outliers (uitschieters). Deze principes van een normale verdeling gelden ook voor de Z-toets, bij het aantonen van significante verschillen.
[10] Er zijn verschillende methoden beschikbaar om de normaliteit van continue data te testen. De meest populaire methoden zijn de Shapiro-Wilk-test, de Kolmogorov-Smirnov-test, scheefheid, kurtosis, histogram, boxplot, P-P-plot, Q-Q-plot en gemiddelde met SD .
Voorbeelden van variabelen die vaak de normaalverdeling volgen zijn: IQ, leeftijd, lengte, gewicht, examenresultaten, etc. Dit maakt de normaalverdeling een van dé belangrijkste onderdelen van de statistiek en vormt de basis van veel geavanceerde statistiek, zoals het testen van hypotheses.
Enquêtes zijn een vragenlijsten die je online of offline afneemt bij meerdere personen om data te verzamelen over je onderzoeksonderwerp. Deze onderzoeksmethode wordt meestal gebruikt voor kwantitatief onderzoek, maar het is ook mogelijk om enquêtes te gebruiken voor kwalitatief of mixed methods onderzoek.
Bij een case study doe je geen onderzoek onder een grote steekproef. Je gaat je in plaats daarvan in detail verdiepen in één specifiek persoon of fenomeen of één specifieke groep, organisatie of gebeurtenis. Zo krijg je diepgaand inzicht in die ene case of in een paar cases.
Als u bekend raakt met de vier typen onderzoek – beschrijvend, correlatief, experimenteel en diagnostisch – kunt u de meest geschikte methode voor uw onderzoek selecteren. Vaak wilt u een combinatie van methoden gebruiken om zinvolle gegevens te verzamelen.
Discrete of continue variabelen
Continue variabele: als de variabele elke waarde tussen de ondergrens en bovengrens kan aannemen. Voorbeeld: de prijs van een portie patat. De waarde kan alle getallen aannemen.
Een discrete stochastische variabele is een type stochastische variabele met een telbaar aantal verschillende waarden , zoals kop of munt, speelkaarten of de zijkanten van een dobbelsteen. Een continue stochastische variabele kan een oneindig aantal potentiële waarden weerspiegelen, zoals de gemiddelde regenval in een regio.
dat je de zaken niet opblaast, groter maakt dan ze zijn, aandikt of overdrijft. dat je de zaken niet afzwakt, kleiner maakt dan ze zijn, bagatelliseert of minoreert. dat de feitelijkheden kloppen wanneer je iets vertelt. dat je nooit iemands zaak zult schaden.
De afhankelijke variabele is de variabele waarover je een voorspelling doet of de uitkomst van je meting. In het Engels wordt dit de dependent variable genoemd. Een voorbeeld is intelligentie. Je kunt dan onderzoeken welke factoren (onafhankelijke variabelen) invloed hebben op intelligentie (de afhankelijke variabele).
Een manier om de afhankelijke variabele te identificeren is om te onthouden dat deze afhankelijk is van de onafhankelijke variabele. Wanneer onderzoekers veranderingen aanbrengen in de onafhankelijke variabele, meten ze vervolgens alle veranderingen in de afhankelijke variabele .
Afhankelijke en onafhankelijke variabele
De onafhankelijke variabele is de variabele die de uitkomst mogelijk veroorzaakt.De afhankelijke variabele is de variabele die mogelijk van de andere variabele afhankelijk is. Dus de variabele waarop de andere variabele mogelijk invloed heeft.