Als je een voorrangsweg nadert krijg je verkeersbord B6 of B7 te zien. Buiten de bebouwde kom mag je niet op een voorrangsweg parkeren. Je kunt aan de plaatsing van het bord B1 zien of je binnen of buiten de bebouwde kom bent. Als je binnen de bebouwde kom bent staat het bord B1 voor het kruispunt.
Je kunt aan de plaats namelijk zien of je je binnen of buiten de bebouwde kom bevindt. Binnen de bebouwde kom staat het bord vóór het kruispunt en buiten de bebouwde kom erna.
De regel rechts heeft voorrang gaat voor op de regel van rechtdoorgaand verkeer. In dit geval moet auto C dus voorrang verlenen aan auto A. Omdat C nu voorrang moet verlenen aan A blijft B over. B krijgt dus voorrang van B en C.
Er wordt voorrang gegeven aan bestuurders die rechts van jou voorgesorteerd staat en dit mag helemaal niet. Bestuurders die uit de straat rechts van jou komen hebben voorrang. Nog een fout die gemaakt wordt is dat de mensen denken dat rechtdoorgaand verkeer voorrang heeft voor afslaand verkeer.
Rijd je dus met je auto over een voorrangskruispunt of een voorrangsweg, dan moet je alle andere bestuurders voorrang geven, maar dat hoeft niet voor een voetganger. Op een gelijkwaardige kruising geldt de algemene regel dat alle bestuurders van rechts voorrang krijgen.
In deze situatie moet u voorrang krijgen van bestuurders uit de zijwegen. Als u afslaat moet u bestuurders en voetgangers die rechtdoor gaan voor laten gaan. Neem geen voorrang, maar wacht tot u voorrang krijgt.
Veel mensen zullen niet eens weten wat een uitritconstructie eigenlijk is, al komen ze er dagelijks over. En dat betekent nogal wat: volgens de verkeersregels in Nederland moet iedereen die een uitrit verlaat al het kruisende verkeer voorrang verlenen, zelfs voetgangers.
U vraagt of een fiets van rechts voorrang heeft op een auto op een gelijkwaardige kruising. Sinds 1 mei 2001 heeft een fiets die van rechts komt, op een gelijkwaardige kruising voorrang op een auto dus het antwoord is "ja". Vóór 1 mei 2001 had snelverkeer voorrang op langzaamverkeer.
Je kunt een kruispunt vaak herkennen door verkeer dat links en rechts de weg kruist. Maar hoe herken je een kruispunt als er geen kruisend verkeer aanwezig is? Je kunt een kruispunt ook herkennen aan de openingen tussen huizen of een bomenrij die ineens stopt en na een aantal meters weer verder gaat.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
Met verkeersbord H1 (zie onder Algemeen / Bebouwde kom) wordt aangegeven dat je de bebouwde kom binnenrijdt, waar de maximumsnelheid voor auto's en motoren 50 km/h is.
Voorrangskruispunt | Verkeersbord B03
Dit verkeersbord geeft aan dat u een kruising nadert, waar u voorrang heeft op links en rechts verkeer.
Waarschuwingen. Een driehoekig wit bord met een rode rand waarschuwt je voor mogelijke gevaren op de weg. Op het bord wordt aangegeven waar voor wordt gewaarschuwd.
Er moet parkeergeld worden betaald.
Iedereen kent de betekenis van het verkeersbord C1: “verboden richting voor iedere bestuurder“. De betekenis van verkeersbord C3 is, daarentegen, minder bekend: verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder. Het verkeer in de straat is dus volledig verboden voor alle voertuigen.
Geen oversteekplaats
Een voetganger die de rijbaan wil oversteken op een plaats waar geen zebrapad is, moet zelf voorrang verlenen. Toch is de boodschap dat je altijd voorzichtig moet zijn.
Gelijkwaardig kruispunt in het verkeer
Het is heel belangrijk om te weten dat de voorrangsregels bij kruispunten alleen gelden voor bestuurders en niet voor voetgangers. De voorrangsregel 'rechtdoor op dezelfde weg gaat voor', geldt ook voor voetgangers.
In de regel hebben alle bestuurders van rechts dan voorrang tenzij anders aangegeven.
op het links afslaande verkeer. Jij bent recht doorgaand verkeer op dezelfde weg maar door dat jij een uitrit verlaat heb je geen voorrang. Verlaat een uitrit constuctie altijd stapvoets circa 5 a 10 km p/u en meestal in de eerste versnelling. Wil je een inrit constructie inrijden doe dit dan ook stapvoets.
U mag uw voertuig niet parkeren voor een inrit of een uitrit. Houd altijd rekening met ander verkeer als u parkeert. Parkeer niet (half) op de stoep. Als u een parkeerplek verlaat, laat dan het overige verkeer voorgaan.
Voorrangswegen
Wanneer je een voorrangskruising nadert, dan herken je deze aan een driehoek met een rode rand. Hierin staat een zwarte balk met een dwarsbalkje (bord B3, B4 en B5). Bestuurders op de kruisende weg zien een omgekeerde witte driehoek met een rode rand (bord B6).
Ondanks dat u voorrang heeft, moet u wel opletten of aan u voorrang verleend wordt. Het voorrangsbord staat in deze foto voor de zijweg. Dit betekent dat u binnen de bebouwde komt rijdt. Hier geldt dus een maximumsnelheid van 50 km/h.
De regel is dat men voorrang moet verlenen aan bestuurders op de voorrangsweg (zie verkeersborden B1 en B6). Onder het begrip 'bestuurder' vallen alle weggebruikers behalve voetgangers (artikel 1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Dus, voetgangers op een voorrangsweg hebben geen voorrang.