U bent niet rijgeschikt als u regelmatig epileptische aanvallen heeft. Het is dan niet veilig om de weg op te gaan. U kunt geen rijbewijs aanvragen of verlengen.
Heeft u al een rijbewijs en heeft u een epileptische aanval gehad? Dan moet u 6 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden. Heeft u twee of meer epileptische aanvallen gehad, dan moet u 12 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden.
Als uw patiënt medisch geschikt is om te rijden met epilepsie, krijgt hij of zijn code 105 op het rijbewijs. Dit betekent dat uw patiënt privé en beroepsmatig mag rijden, maar dit hij of zij niet beroepsmatig mag rijden als bijvoorbeeld taxichauffeur of rijinstructeur.
Een aanval kan komen door spanning, stress en slaaptekort. Meestal is er geen duidelijke aanleiding. Het is niet mogelijk om na één aanval te zeggen of u epilepsie heeft. Vraag de mensen in uw omgeving goed op te letten als u weer een aanval krijgt.
Er is lang niet altijd een afwijking in het EEG te zien. Dat komt omdat een EEG-onderzoek een momentopname is. Op het moment van de meting is in de hersenen vaak geen epileptische activiteit te zien. Daarom moet de EEG-meting soms een paar keer worden herhaald.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
Medicijnen kunnen de aanvallen meestal onderdrukken. Medicijnen kunnen epilepsie niet genezen. Het kan een tijdje duren voordat duidelijk is welke medicijnen bij u het beste (samen)werken en welke hoeveelheid (dosis) medicijnen nodig is.
Na 6 jaar aanvalsvrij zijn, kan de geldigheidsduur telkens verlengd worden voor 5 jaar (of telkens voor 3 jaar als de bestuurder méér dan 50 jaar is). De geldigheidsduur is maximum 3 jaar in geval van verslaving.
rubriek 11: de datum tot wanneer het rijbewijs geldig is; rubriek 12: de ruimte waarin eventuele beperkingen/vermeldingen (codes) kunnen worden opgenomen; rubriek 13: is Europees vastgesteld en bedoeld om autoriteiten een mogelijkheid te geven om een aantekening op het rijbewijs te maken.
Een arts van het CBR beoordeelt al uw informatie en via Mijn CBR ontvangt u bericht. Actuele informatie over wanneer u van het CBR een bericht ontvangt vindt u op Wanneer hoor ik iets van het CBR over mijn Gezondheidsverklaring? Als het nodig is verwijst het CBR u door voor een rijtest.
Tijdens de medische keuring kijkt de arts onder andere naar uw bloeddruk, gezichtsvermogen, of uw armen en benen goed functioneren en of u geestelijk en lichamelijk in staat bent om te rijden. Hij of zij kan op basis van deze keuring stellen dat u niet of niet voldoende in staat bent om auto te rijden.
En Glut1-deficiëntie? Ik legde uit dat deficiëntie een soort ziekte is die je hebt. Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
U mag met code 100 niet: rijden voor uw werk. Heeft u uw rijbewijs wel voor uw werk nodig? Vraag dan code 101 aan.
Na een epileptische aanval kan de betrokkene kortdurend verward zijn of klachten hebben van vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn of een tijdelijk verminderde functie van een arm en/of been.
Na een aanval mag u volgens de wet een periode niet rijden, voor uw eigen veiligheid en die van anderen. Heeft u een auto- of motorrijbewijs (categorie A,B, BE of T) en was het de eerste keer dat u een epileptische aanval heeft gehad? Dan mag u in het algemeen 6 maanden niet rijden.
Bijvoorbeeld als je in bad gaat of gaat zwemmen. Zorg dat er dan in ieder geval iemand in de buurt is. Vermijden van gevaarlijke situaties; zoals vissen aan de waterrand, hoog klimmen in een klimrek, alleen fietsen naar school. Alledaagse situaties kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen met epilepsie.
Roken vergroot de kans op een epileptische aanval niet. Wel bestaat het risico dat iemand tijdens een aanval met bewustzijnsverlies een sigaret of sigaar uit zijn hand laat vallen en zo brand veroorzaakt. Stress en hevige emoties kunnen aanvallen uitlokken bij mensen die daar gevoelig voor zijn.
Hoewel het zeldzaam is, kan een heftige epileptische aanval ook tot hersenschade leiden. Bij langdurige aanvallen (status epilepticus) die meer dan 30 minuten duren kan schade aan de hersenen ontstaan.
Patiënten kunnen aanvallen hebben die sterk op epileptische aanvallen lijken, maar dat niet zijn. Zulke aanvallen laten dan geen elektrische ontladingen in de hersenen zien.
Sommige kinderen hebben 's nachts continu epileptische activiteit in hun hersenen, terwijl ze overdag slechts zelden of nooit epileptische aanvallen hebben. Deze vrij onzichtbare vorm van epilepsie wordt het ESES syndroom genoemd. Als gevolg hiervan ontwikkelen kinderen vaak leer- en gedragsproblemen.
Veel epilepsiepatiënten kunnen factoren benoemen die volgens hen epilepsieaanvallen uitlokken. Stress, vermoeidheid en flikkerend licht zijn de belangrijkste. Naast de bekende voorspellers 'beginleeftijd' en 'type epilepsie' zijn ook 'aura's' en 'prodromen' geassocieerd met uitgelokte aanvallen.
Als je jarenlang veel aanvallen hebt, kan het geheugen minder goed gaan werken. Dat risico is groter bij mensen met epilepsie die aanvallen hebben door een hersenbeschadiging. De kans op geheugenstoornissen is groter als de aanvallen ontstaan vanuit de temporaalkwab ook wel slaapkwab genoemd.
Met epilepsie kun je gewoon reizen en op vakantie gaan.