weekeinde, weekend {zn.} Hoe was je weekend? ¿Cómo estuvo el fin de semana?
¿Cómo estuvo tu día?
Hallo, hoe was je dag? Hola, ¿qué tal tu día?
¿Cómo está usted?Hoe gaat het met u?¿Qué tal?Hoe gaat het met je?
Hoe was je vakantie? ¿Qué tal las vacaciones?
- De nada/No hay de qué. - Dank u wel. - Graag gedaan.
3- Hasta luego! Als je van iemand afscheid wilt nemen dan zeg je meestal “hasta luego” wat zoiets betekent als tot ziens, tot later of tot morgen (maar dat is eigenlijk hasta mañana).
Onder vrienden begroeten Spanjaarden elkaar meestal met omhelzingen en een kus op de wang. Als begroeting kunt u met een gerust hart "Hola" - "Hallo" in het Spaans - zeggen. "Hasta Luego" betekent daarentegen "doei" of "tot snel".
Buenos días, Buenas tardes, Buenas noches
Dit is de standaard manier om elkaar te begroeten en kan ook gebruikt worden indien men elkaar formeel wenst te begroeten.
Qué guapa estás – uitspraak: kè kwappa estaas – Wat zie je er mooi uit (op dit moment en tegen een vrouw). Estás guapísima – uitspraak: estaas kwapisima – Wat zie je er supermooi uit (op dit moment en tegen een vrouw).
¿Cómo se dice?
Tot hoe laat ben je hier vanavond? ¿Hasta qué hora se queda esta noche?
Hasta luego / Adiós
Je kunt afscheid nemen (Hasta luego / Adiós) of je verontschuldigen en weglopen.
hasta mañana
(Hier vind je geen automatische vertalingen!)
NL: bedankt! ES: ¡Gracias! NL: bedankt. ES: Gracias.
¿cómo te llamas? hoe heet jij? ¿cuántos años tienes?
Ander typisch Spaanse producten zijn chorizo, jamón serrano of jamón ibérico (Iberische ham) de Spaanse tortilla, churros, paella, gazpacho en calamares a la romana (gefrituurde inktvis). Wist je trouwens dat tapas in sommige delen van het land gratis zijn?
¡bienvenido!
(Hier vind je geen automatische vertalingen!)
¿Qué?, ¿cómo?, ¿por qué?, ¿dónde?…
me llamo ...
Ja hoor, met mij gaat het goed. Si estoy bien, estoy bien.