Op internet meldt het zogenoemde kruiskruidforum dat de plant een bedreiging vormt voor paarden, pony's, koeien, ezels, knaagdieren, schapen, geiten en pluimvee. Schaapherder Hans Abbink uit Eibergen laat zijn schapen en geiten echter met een gerust hart hooi eten dat ook Jacobskruiskruid bevat.
Schapen zijn veel beter bestand tegen de giftige stoffen van het jacobskruiskruid. Ze hebben enzymen in hun maagdarmkanaal die de alkaloiden gedeeltelijk onschadelijk maken. Daarom kunnen zij er wel van eten zonder ziek te worden.
Chemisch bestrijden van Jacobskruiskruid is mogelijk. Hiervoor wordt vaak 2.4 D of MCPA gebruikt, maar zo'n middel slaat niet aan bij een grote plant. Glysofaat, de werkzame stof van Round-up, is ook effectief tegen Jacobskruiskruid.
Alle delen van de plant zijn giftig voor mensen en de meeste zoogdieren. In de bloemen komt twee keer zoveel gif voor als in de bladeren. Bij het eten van de plant wordt de lever aangetast. Voor vergiftiging door jacobskruiskruid is geen geneesmiddel.
De giftige effecten van Jacobskruiskruid zijn te wijten aan gifstoffen die pyrrolizidine-alkaloïden (PA's) worden genoemd. Deze gifstoffen tasten vooral de cellen van de lever aan. PA's worden in alle delen van de plant gevormd en blijven actief in gedroogde planten.
Jabobskruiskruid in hooi vormt een bedreiging voor vooral paarden en runderen. Schapen en geiten kunnen het kruid wel verdragen.
Jacobskruiskruid is 30-90 cm hoog en heeft gele bloemetjes. De stengel is alleen boven het midden vertakt en is meestal rood/paars maar soms ook groen. Aan de bovenkant is de stengel donkergroen en glad, de onderkant van de stengel heeft viltachtige haartjes.
Alle delen van de plant Jacobskruiskruid bevatten giftige stoffen. Dit zijn de zogenaamde Pyrrolizidine Alkaloïden (PA's). De stoffen worden geproduceerd om vraat door herbivoren (zoogdieren, insecten) tegen te gaan.
Vroeger was de plant vooral in de duinen algemeen, maar de laatste jaren neemt de soort sterk toe. Inmiddels is hij te vinden op zandgronden in het hele land. In kleigebieden is jakobskruiskruid vooral te vinden op verstoorde bodems en op plaatsen waar zand is opgebracht (industrieterreinen, en wegbermen bijvoorbeeld).
Jacobskruiskruid en Sint-Janskruid hebben beiden een straal van gele bloempjes, Boerenwormkruid lijkt op Jacobskruiskruid maar heeft geen stralenkrans maar bolvormige bloemen.
De giftigheid van jakobskruiskruid wordt veroorzaakt door pyrrolizidine alkaloïden (PA's) die in alle kruiskruiden voorkomt. Dit stofje zit in de hele plant, maar er wordt gesuggereerd dat in de bloemen en stelen de meeste gifstoffen aanwezig zijn. Zelfs de zaden zijn giftig.
Op dit moment wordt klein kruiskruid beschouwd als een giftige plant. In 'Gevaarlijke planten' van Fred De Vries staat: 'De hele plant is dodelijk giftig, zowel voor mens als dier. ' De oorzaak zijn pyrrolizidine alkaloïden (o.a. senecionine) die het weefsel van de lever aantasten.
Een van de meest opvallende overdag actieve nachtvlinders is wel sint-jacobsvlinder en deze komt inmiddels overal in Nederland voor. Dat is vooral iets van de laatste tientallen jaren, want vroeger was het toch voornamelijk een duinvlinder. Nog steeds is de soort in de duinen het meest talrijk.
Pas op met voor geiten giftige struiken en bomen, zoal coniferen en liguster. Houdt de dieren weg bij kastanjebomen. Kruiden – denk aan peterselie, weegbree, karwij, brandnetel, duizendblad, cichorei, paardenbloem, pastinaak en wilde peen - kunnen in het geheel en vers aan de geiten worden aangeboden.
Gifplanten die genoemd worden, zijn Jacobskruiskruid, Sint-Janskruid en bastaardklaver (weiden en hooilanden), paardenstaart, nachtschade, waterscheerling en smeerwortel (wegbermen, akkers en sloten), adelaarsvaren, onrijpe eikels en jong eikenblad (bosranden), diverse sierplanten/-bomen (zoals taxus, gouden regen, ...
Sint-Janskruid
Bij vergiftiging kan zonnebrand worden waargenomen. Dit wordt veroorzaakt doordat de gifstof (hypericine) zich opstapelt in de huid en deze zeer gevoelig maakt voor zonnebrand (fotosensibilisatie). Voor paarden is 2 kg vers blad voldoende om symptomen te veroorzaken.
Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) is licht giftig, gedroogd niet meer. Dit kruid heeft een geneeskrachtige werking in zeer lage dosering. Zo nu en dan een hapje kan geen kwaad. Let wel op bij drachtige merries: boerenwormkruid kan abortus veroorzaken.
De naam komt eigenlijk van de Duitse naam Kreuzkraut wat grijskruid (Senecio) betekent. Omdat de bloemen spoedig na het bloeien zaden vormen waaraan zich grijs zaadpluis bevindt die het geheel een grauw en vergrijsd aanzien geeft.
De buddleja is niet giftig en daardoor ook geschikt voor tuinen, waarin kinderen spelen. Het afsnijden van de uitgebloeide bloemen bevordert een verdere bloeiperiode. Bij goede groei- en weersgesteldheid kan de buddleja een hoogte tussen de 2 en 3 meter bereiken.
Kortom: lavendel uit de tuin kun je gerust eten. Het verhaal dat lavendel giftig is komt mogelijk doordat de planten in tuincentra bespoten zijn. Op deze planten (zelfs op kruiden zoals peterselie die je in tuincentra kunt kopen) staat dan aangegeven dat de planten niet eetbaar zijn.
sterk giftige plant, voor mens en dier.
De plant is giftig. Hoge doses veroorzaken duizeligheid, krampen, buikpijn en kunnen dodelijk zijn. Omdat de olie die uit de plant kan worden gewonnen in principe giftig is, is het in de Verenigde Staten zelfs verboden om Boerenwormkruid te verkopen.
Van Boerenwormkruid wordt voornamelijk het blad en de bloemtoppen gebruikt. Het is een goed winterharde vaste plant. Tanacetum Vulgare staat liefst op een droge, wat verdichte grond. Pas op: Dit kruid is NIET eetbaar!