Er werd hoofdelijk onderwijs gegeven: ieder kind kreeg van de meester een opdracht. Tweemaal per dag moest de leerling bij de lessenaar van de meester komen waar de opdracht werd nagekeken. De leerlingen leerden lezen, schrijven en in sommige gevallen rekenen. Kinderen betaalden per lesje.
Ezelsbord (Museum De Burghse Schoole). Andere straffen waren: met je gezicht voor het schoolbord staan/knielen, in de hoek staan, op de gang staan, nablijven, strafregels schrijven of door letterlijk een 'blok aan het been' te geven.
De kinderen schreven niet met balpennen in schriften. Ze schreven met een griffel op een lei. De meester was vroeger heel erg streng. Hij sloeg kinderen wel eens met een roede of een plak.
Ook moesten er meer vakken worden gegeven, naast rekenen, schrijven en lezen ook aardrijkskunde, geschiedenis, kennis der natuur en zingen. Om ervoor te zorgen dat kinderen schoon en gezond waren, kwam de schoolarts langs.
Dat traditionele rooster duurt van 8.30 tot 12.00 uur, gevolgd door een pauze van anderhalf uur en daarna weer school van 13.30 tot 15.30 uur.
Van klassikaal lesgeven was nog (lang) geen sprake. Er werd hoofdelijk onderwijs gegeven: ieder kind kreeg van de meester een opdracht. Tweemaal per dag moest de leerling bij de lessenaar van de meester komen waar de opdracht werd nagekeken. De leerlingen leerden lezen, schrijven en in sommige gevallen rekenen.
Ieder z'n eigen inktpotje en inktlapje. De klassen waren groot, met z'n veertigen was normaal. Er was voor de meester dan ook weinig tijd om elk kind apart aandacht te geven. Je moest meedoen met de hele klas, en als je daar moeite mee had, om dat tempo bij te houden, ja….
De typische indeling van een klaslokaal
In de jaren '50 was het klaslokaal gevuld met houten banken en stoelen, met z'n tweeën naast elkaar. In de hoek van het lokaal stond een kachel en voorin stond altijd het iconische telraam. Oh, en kan jij je het leesplankje nog herinneren?
Eind jaren 60 verandert de kweekschool in de Pedagogische Academie en nog later worden onderwijzers klaargestoomd voor het vak via de pabo, waarvoor in vergelijking met de kweekschool lagere toelatingseisen gelden. De nadruk in de lerarenopleiding verschuift van degelijke vakkennis naar de ontwikkeling van het kind.
Onderverdeling in bouwen. De groepen 1 en 2 komen overeen met wat voor 1986 kleuterschool heette en de groepen 3 t/m 8 met de vroegere lagere school. De groepen 3 t/m 8 werden in die tijd aangeduid met klassen 1 t/m 6.
Als VMBO-leerlingen hun eindexamen doen, zijn ze normaal gesproken 16 jaar oud. Voor leerlingen in het HAVO geldt dat de meesten het 5e en laatste jaar afronden als ze 17 zijn geworden. Leerlingen die het VWO doen, doen eindexamen in het 6e jaar als ze 18 worden.
eerste klas: voor kinderen van 6-7 jaar (komt overeen met groep 3 van de basisschool) tweede klas: 7-8 jaar (groep 4) derde klas: 8-9 jaar (groep 5) vierde klas: 9-10 jaar (groep 6)
Fysieke straffen op school
Heel vroeger was 'de plak' een beruchte strafmethode op school. Ongehoorzame kinderen kregen dan een pak slaag op hun achterste met een houten plank (de plak), of een roede. Officieel werd in Nederland het geven van lichamelijke straffen op school in 1820 al verboden.
Vroeger kende men in Nederland de middelbare school, waar middelbaar onderwijs aan leerlingen werd gegeven. Schooltypen waren onder meer: hbs, mms, gymnasium, lyceum. Sinds 1 augustus 1968 zijn deze vervangen door school voor voortgezet onderwijs, meestal in een scholengemeenschap.
De plak, een houten latje waarmee de opvoeder meestal op de uitgestrekte handpalmen of zelfs op de knokkels van het gestrafte kind sloeg. Te vergelijken met het Spaanse rietje, een buigzaam stokje of rietje, en met de liniaal.
Rond 750 na Chr. werd in Utrecht een kloosterschool opgericht door Gregorius, een leerling van Bonifatius. Deze school is één van de eerste scholen in Nederland waarover iets bekend is. In eerste instantie waren de kloosterscholen gericht op het opleiden van jongens tot monnik of priester.
De havo is ontstaan met de Wet Voortgezet Onderwijs (WVO), ook wel genoemd de Mammoetwet, die in 1968 is ingevoerd. Op dat moment verdwenen de mulo, de mms en de hbs, die wel als voorlopers van mavo, havo en vwo gezien kunnen worden.
Gescheiden onderwijs is meestal een aanduiding voor het inrichten van onderwijs zo dat jongens en meisjes in aparte scholen of klassen les krijgen (seksesegregatie). Er is dan sprake van jongensscholen en meisjesscholen, of van scholen met aparte jongensklassen en meisjesklassen.
De pedagogische academie voor het basisonderwijs (pabo) is het opleidingsinstituut voor onderwijzend personeel in het basisonderwijs in Nederland. Studenten volgen hier een vierjarige hbo-opleiding, waarna men zich Bachelor of Education mag noemen. Voorheen was dit de kweekschool of normaalschool.
Door Plato: De Akademeia of de Academie van Athene was een beroemd gymnasium én school in Athene, opgericht door Plato in 387 voor het begin van onze jaartelling. De school was de eerste georganiseerde school in Europa. Plato richtte deze academie op om filosofisch onderricht te geven aan jonge Atheense burgers.
Aan de eerste fase van de schoolstrijd kwam een einde dankzij de Grondwet van 1848. Deze legde vast dat het geven van onderwijs in beginsel iedereen vrij staat. Op 1 januari 1901 is de leerplicht ingevoerd. Kinderen van 6 tot 12 jaar moesten een school bezoeken óf huisonderwijs krijgen.
Groep 5: 8-9 jaar. Groep 6: 9-10 jaar. Groep 7: 10-11 jaar. Groep 8: 11-12 jaar.
Deze kinderen zijn geboren tussen 1 oktober en 1 januari en zijn zonder kleuterverlenging vijf jaar oud als ze in groep 3 terecht komen. Een aantal van hen is hier fysiek, zintuigelijk, cognitief en/of sociaal-emotioneel nog niet aan toe.