De Middeleeuwen waren een tijd waarin koninkrijken opkwamen en ten onder gingen, ridderlijke idealen hoogtij vierden, en de kerk een dominante kracht was in het dagelijks leven. De periode heeft vergaande invloed gehad op de vorming van onze moderne samenleving.
In de middeleeuwse stad woonden mensen eenvoudig, zegt Coomans.Men had weinig spullen en alles werd met de hand gemaakt. 'Dat betekent ook dat mensen veel meer met elkaar deelden: de water- en afvalvoorziening, maar ook het toilet. Als arme middeleeuwer had je vaak maar één kamer, en de muren waren dun.
Met de term middeleeuwen wordt de periode bedoeld tussen ca. 500 en 1500. Het is een periode waarin zich veel veranderingen voordoen zoals de opkomst van de steden en een steeds toenemend belang van het schrift, niet alleen in het Latijn maar vanaf de twaalfde eeuw ook de volkstaal (de voorloper van het Nederlands).
In het begin van de Middeleeuwen waren dat vooral horigen, onvrije boeren. Ze woonden in kleine boerderijen die ze zelf bouwden van hout, takken en leem. Beesten en mensen leefden vaak in één ruimte. Horigen moesten de landheren gehoorzamen en mochten het land niet verlaten.
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag.
De gemiddelde levensverwachting voor mannen was 47. Autobrandstof werd alleen verkocht in drogisterijen. Slechts 14 procent van de huishoudens bezat een badkuip. Slechts 8 procent van de huishoudens had telefoon.
Overleven in de ijstijd
Hoewel de onderzochte individuen op relatief jonge leeftijd stierven, meestal tussen de 10 en 20 jaar oud, hadden ze volgens de onderzoekers redelijk gezonde levens.
De middeleeuwen staan bekend als een duistere tijd vol ziekte, dood, verderf en viezigheid. Mensen gooiden hun afval gewoon op straat, tandenborstels en zeep waren non-existent, en wie de puberteit haalde was een uitzondering.
Jonkvrouw zijn een dagtaak
Jonkvrouw worden vraagt vlijt en toewijding. In de middeleeuwen moest een meisje dat jonkvrouw wilde worden, aan het hof van een vorstin of vrouwe van hoge adel opgevoed worden. Daar kwam je niet toevallig terecht. Als je familie was, had je meer kans.
Er werd heel weinig gereisd, afgezien van kruisvaarders die jarenlang ver reisden. Mensen aten stoofschotels, die in dezelfde pot (nooit gewassen) boven vuur werden gekookt met vlees en groenten die die dag vers waren. Ze sliepen op strobedden en het meubilair was hard en oncomfortabel. Je leefde als een heer/dame of als een dienaar.
De vrouwen droegen ruim geplooide lange jurken die om het middel met een koord waren ingesnoerd. Daaraan hing vaak, onder hun schort, ook een buideltje. Zij droegen vaak een aantal onderrokken waardoor ze dikker leken. Dat duidde op een goede gezondheid en misschien wel zwangerschap en dus vruchtbaarheid.
Tussen 1588 en 1795 heette Nederland de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Ook de Verenigde Provinciën of de Zeven Verenigde Gewesten waren gangbare benamingen voor Nederland in deze tijd.
Interessant is volgens De Kam dat mensen in de vroege Middeleeuwen best gezond waren. 'De gemiddelde lengte van mannen was 1.74 meter. Terwijl in de 19e eeuw, toen ze de term de 'donkere middeleeuwen' bedachten, de gezondheid duidelijk minder was. Zo was rond 1800 de gemiddelde lengte gezakt naar 1.66 meter.
De lagere levensverwachting werd veroorzaakt door factoren zoals ziektes, ongevallen, gevaarlijke leefomstandigheden en beperkte medische kennis. In de middeleeuwen zagen we een lichte verbetering van de levensverwachting, hoewel deze nog steeds laag was in vergelijking met de moderne tijd.
FEIT: De middeleeuwen kenden veel gewelddadige oorlogen en conflicten, maar gemeten in het aantal doden komt de periode niet in de buurt van de 20e eeuw, toen miljoenen mensen omkwamen onder tirannen als Stalin, Hitler en Mao.
Met name pap en 'klont' waren dagelijkse kost in elk huishouden. 'Klont' is een beslag gemaakt van meel, melk, zout, een klontje reuzel (vet) en wat fijngehakte blaadjes salie en tijm. Verder aten mensen in de middeleeuwen knollen, wortels, erwten, bonen, spek, reuzel, boter en kaas.
Een clandestien huwelijk
Vrouwen konden echter niet zomaar elk beroep uitoefenen. Ze werden niet toegelaten tot de universiteit en mochten geen chirurgijn worden. Ook in het familieleven waren er allerlei wetten die de vrijheid van een vrouw aan banden legden.
Vrouwen. De middeleeuwse vrouwen stierven gemiddeld rond het 39ste jaar. Een sterftepiek ligt tussen 30 en 39 jaar. Vrijwel zeker zal de dood in het kraambed bij een 'vrouw op leeftijd' hierbij een grote rol hebben gespeeld.
Vrouwen van het gewone werkvolk moesten vaak net als hun mannen werken om geld. Dat was nodig , want het loon van de man alleen kon een heel gezin niet leven. Dus werkte bijna heel de familie mee. Thuis gingen de vrouwen wol kammen en schoonmaken om te spinnen, en dan weefden de mannen.
De meeste middeleeuwse mensen waren waarschijnlijk vies, en misschien zelfs stinkend, naar onze maatstaven – hoe hard je ook je best doet, het moet bijna onmogelijk zijn om een koude, modderige rivier net zo goed te laten werken als een krachtige douche en een wasmachine. Maar slechts een klein aantal middeleeuwse mensen was echt vies . Nog minder wilden echt vies zijn.
De dood lag overal op de loer. Kindersterfte, dijkdoorbraken, hongersnoden, stadsbranden, dodelijke ziekten, plunderende landsheren of grootschaliger oorlogsgeweld beheersten het dagelijks leven.
In de middeleeuwen konden mensen niet van luizen afkomen . Ze waren een onvermijdelijk deel van hun leven en luizen discrimineerden niet; ze infecteerden alle delen van de samenleving, van horigen tot koningen.
Levensverwachting voor mannen 80,3 en voor vrouwen 83,3
In 2023 was de levensverwachting. (Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. ) bij geboorte 80,3 jaar voor mannen en 83,3 jaar voor vrouwen.
Mensen leefden (en leven nog steeds) zeker tijdens de ijstijd . Wetenschappers en antropologen hebben bewijs gevonden van menselijke resten die bijna 12.000 jaar geleden bestonden. De huidige interglaciale periode begon ongeveer 10.000 jaar geleden. Voor die tijd leefden de meeste mensen op het zuidelijk halfrond.
Het einde van een ijstijd (de deglaciatie) valt vaak samen met een maximum in zonnestraling waardoor de inmiddels enorme ijskappen instabiel worden en versneld afsmelten.