Zelfs tot omgevingstemperaturen tot meer dan 40 of 50 graden Celsius functioneren ze goed. Toch is het verstandig om er rekening mee te houden dat de omvormer ook warmte produceert en dat hij deze warmte moet kunnen afvoeren. Sommige omvormers zijn uitgerust met temperatuurgestuurde ventilatoren.
Het is gebruikelijk dat een omvormer warm wordt zodra er veel stroom van de zonnepanelen af komt. De omvormer is gelukkig beveiligd, waardoor deze zichzelf uitschakelt zodra de temperatuur te hoog oploopt.
SolarEdge omvormers hebben een groot temperatuurbereik van -40°C tot +60°C.
De omvormer kan het beste worden opgehangen op een plek die niet al te stoffig is en waar de omvormer zijn warmte goed kwijt kan. Een krappe slecht geventileerde meterkast of een hooischuur is daarom geen goede plek. Een koele garage, daarentegen, is de perfecte plek.
“Een paneel kan in de zon 70 tot 80 graden worden. De temperatuur van water uit de leiding is ongeveer 6 graden. Door dit hoge temperatuurverschil kan het glas op je paneel klappen.”
Een zonnepaneel kan tijdens een hete dag 65 graden Celsius worden.
Wapenen tegen de elementen
Ze liggen altijd in de volle zon als het heet is, maar ook extreme vorst, sneeuw, wind en ijs zullen een aanslag op de zonnepanelen zijn. De fabrikanten van zonnepanelen doen er gelukkig alles aan om jouw zonnepanelen tegen de elementen te wapenen.
Zelfs tot omgevingstemperaturen tot meer dan 40 of 50 graden Celsius functioneren ze goed. Toch is het verstandig om er rekening mee te houden dat de omvormer ook warmte produceert en dat hij deze warmte moet kunnen afvoeren. Sommige omvormers zijn uitgerust met temperatuurgestuurde ventilatoren.
Wanneer hier rekening mee wordt gehouden blijft het kabelverlies ruim onder de 1%. De kabel van de omvormer naar de meterkast moet bij voorkeur ook niet langer zijn dan 20 meter.
Ook de kabel van de omvormer naar de meterkast is bij voorkeur korter dan 20 meter, om dezelfde reden.
Op de meeste omvormers vindt u een ventilatierooster met een ventilator die de koeling van de omvormer regelt. Wanneer het rooster vervuild is met stof en allerhande vuil, wordt de koeling van het apparaat hier ernstig door belemmerd en kan het voorkomen dat de omvormer zichtzelf uitschakelt.
Een omvormer mag (afhankelijk van het merk en type) ook buiten gehangen worden. Ook in dit geval blijft het belangrijk bij het plaatsen van de omvormer dat de warmteafvoer geregeld wordt. Als de zon volop schijnt dan kan een omvormer gemakkelijk 5% aan rendement verliezen door de productie van warmte.
De omvormer mag niet rechtstreeks op een houten achterwand geplaatst worden; hier moet altijd een brandwerende plaat voor gemonteerd worden.
De omvormer is een elektronisch apparaat, vergelijkbaar met een TV of wasmachine. Deze bevat printplaten met elektronische componenten die bij defecten of overbelasting in brand zouden kunnen vliegen. Theoretisch zit hier dus een risico. Gelukkig hebben de meeste omvormers een volledig metalen behuizing.
Naast tikken, kan een zonnepanelen omvormer ook een licht zoemend geluid maken.Dit geluid wordt veroorzaakt door de ventilator in bepaalde omvormers. Deze ventilator heeft echter wel een belangrijk doel. Hierdoor wordt de omvormer namelijk goed gekoeld.
Er komen steeds meer zonnepanelen in Nederland. En daarmee neemt ook het aantal branden met zonnepalen toe. Zo kunnen panelen oververhit raken en daardoor in brand vliegen.
Micro-omvormer - Elk paneel heeft een individuele omvormer; ze stoten geen geluid uit. Stringomvormer - Veel gebruikt op een huishoudelijk zonnepaneel. Ze kunnen een hoorbaar gezoem tot wel 45dB uitzenden (iets luider dan fluisterniveaus).
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
De omvormer kan verkeerd zijn aangesloten of verkeerd zijn ingesteld, dit kan het functioneren van de omvormer negatief beïnvloeden. Omvormers moeten verplicht verbonden zijn met de wisselspanning, dit zorgt ervoor dat de omvormer tijdens onweer niet stuk kan gaan.
Waar zonnepanelen een gemiddelde levensduur van 25 jaar hebben, moeten omvormers wel eerder vervangen worden. De levensduur van omvormers ligt tussen de 8 tot 12 jaar.
De werking van een zonnepanelensysteem hangt dus sterk samen met de werking van de omvormer. Fabrikanten geven vaak aan dat hun omvormer een levensduur heeft tussen de 15 en 20 jaar.
Als er te veel huizen in een klein gebied (straat/wijk) veel zonnepanelen hebben, kan er op zeer zonnige dagen overbelasting van het elektriciteitsnet ontstaan. We noemen dit met een moeilijk woord netcongestie. Er wordt dan meer stroom geleverd dan het elektriciteitsnet aankan.
Auto's, kassen en daken, maar ook zonnepanelen werden vernield door hagelstenen zo groot als tennisballen. Door de inslag van hagelstenen kunnen haarscheurtjes in de zonnecellen ontstaan – zogenaamde microcracks – waardoor na een langere periode de stroomproductie van de zonnepanelen steeds verder afneemt.
Ook wanneer we de zon niet zichtbaar waarnemen is er daglicht en wordt er dus elektriciteit opgewekt. Vanzelfsprekend levert een systeem meer energie op wanneer het licht feller is cq de zon schijnt. Een zonzijde lijkt dus ideaal voor de plaatsing van een systeem.