Een ragout of stoofpot op voorhand bereiden en daarna weer opwarmen is zeker en vast geen probleem. Warm het gerecht weer op in de oven op de dag zelf. Je zet je oven best niet te hoog, 160°C is meer dan warm genoeg. Zet je ragout in een stoofpot met een deksel in de oven en laat hem zo opwarmen.
Vlees opnieuw opwarmen
Stoofvlees kun je het best opwarmen in de oven op 170°C bedekt met folie. Gehakt opwarmen kan het beste in de magnetron en om de dertig seconden roeren. Gegrilde kip warm je op in de magnetron.
– De ideale temperatuur ligt om en bij de 80°C, veel te laag om een bruiningsreactie te bekomen. Daarom is het belangrijk om het vlees vooraf dicht te schroeien in hete vetstof.
Stoven is een kooktechniek waarbij je het vlees kort aanbakt en vervolgens langzaam laat verder garen door het onder te zetten in vocht. De temperatuur van de bereiding komt bij voorkeur niet boven de 80 °C.
Je kan het stoofvlees opwarmen in een voorverwarmde oven (200 graden), ongeveer 10-15 minuten. De frites kan mee de oven in, op het meegeleverde bakpapier. Het vlees en de erwtjes kunnen eventueel ook in de magnetron, 6-8 minuten, de erwtjes misschien iets minder lang.
Over het algemeen kunt u de kant-en-klaar maaltijden zo'n 30 – 40 minuten opwarmen op een temperatuur van 100 – 120 graden celsius.
Verhit restjes door en door
Verhit restjes en kliekjes altijd door en door tot ze stomend heet zijn, daarmee dood je alle bacteriën. Warm kliekjes niet voor een tweede keer op.
Stoven is het langzaam garen van vlees in een vloeistof. Je braadt het eerst aan en dan laat je het rustig verder gaar worden in een gesloten pan, op een laag tot matig vuur in bouillon, wijn, cider of bier met groenten en kruiden.
Een scheutje wijn, azijn, citroensap of ieder ander zuur (tomaat, tomatenpuree of zelfs rinse appelstroop) zorgt ervoor dat het bindweefsel in stoofvlees malser en zachter wordt. Daarom is het draadjesvlees van jouw oma zo lekker en zo zacht!
Laat het vlees minimaal zo'n 1,5 uur sudderen. Met het deksel op de pan.
Zet het vuur niet te hoog: stoofvlees moet zachtjes stoven, en zeker niet koken. Zachtjes pruttelen is oké, maar van koken wordt het vlees taai. Het deksel hoeft niet meteen op de pan, dan krijg je te veel vocht in je stoverij.
Onder deksel zullen voedingsmiddelen eerder koken of stomen: een krokant, bruin korstje krijg je alleen als je iets zonder deksel bakt. Als je iets onder deksel kookt, moet je alert zijn op overkoken. Wat helpt, is het deksel een beetje schuin zetten. Groene groenten kook je best niet langer dan 5 minuten onder deksel.
Dat doe je best op een niet al te hoge temperatuur in de oven. Dek het vlees af met een stukje aluminiumfolie en steek het een minuut of tien in een voorverwarmde oven van 140°C. Hou er wel rekening mee dat het vlees al een bepaalde bakwijze heeft, dus de kans blijft bestaan dat het een beetje verder gaart.
Als je koud vocht toevoegt, dan sluit het vlees zich af en neemt het niet makkelijk vocht en/of smaken meer op. -Voeg zuren aan je vlees toe, zoals (rode) wijn, azijn , bier, tomatenpuree of mosterd. De zuren die hierin zitten zorgen ervoor dat het bindweefsel in vlees wordt afgebroken waardoor het vlees mals wordt.
Vochtig vlees spettert als het in aanraking komt met hete boter, en door het vocht koelt de boter meer af dan nodig is. Voordat het vlees in de pan gaat is het slim om het even door de bloem te halen. Het krijgt dan een mooie bruine kleur en de bloem bindt later het vocht wat aan het vlees wordt toegevoegd.
Het geheim van een mooi donkere stoofvleessaus zijn de aanbaksels. Het is belangrijk dat je het vlees goed aanbakt in een kleefpan zodat het korstjes vormt. Je hebt de aanbaksels nodig om je saus kleur te geven. Gebruik ook donker bier.
Om te sudderen dient men het vuur laag te houden zodat het net niet kookt. Men gebruikt daarbij ook wel een kookplaatje, zodat het vlees niet aanbrandt. Deksel op de pan.
Welke stand inductie stoofvlees? Welke stand is stoven? Voeg rode wijn, vleesbouillon, zout en peper toe en breng aan de kook. Zet het deksel op de pot, draai het vuur op stand 1 en laat 3-4 uur stoven.
Doe de deksel op de pan en zet het geheel in het midden van een op 100ºC conventioneel voorverwarmde oven en stoof in 3½-4 uur zacht en gaar. Keer tussentijds het vlees een paar keer en controleer of er nog genoeg vocht in de pan zit en vul eventueel aan met een beetje extra water.
Gerechten die warm geserveerd worden nadat ze tijdens de bereiding verhit, teruggekoeld en gekoeld bewaard zijn geweest, moeten binnen 1 uur worden opgewarmd tot 60°C of warmer om te voorkomen dat schadelijke bacteriën kunnen groeien.
Stoofvlees is doorgaans twee dagen houdbaar in de koelkast.
Rijst- en pastagerechten kunnen besmet raken met de Baccillus Cereus-bacterie. Deze bacterie maakt gifstoffen aan die tot een voedselvergiftiging kan leiden. Je voorkomt een besmetting door het eten snel terug te koelen naar 4 graden, niet langer dan 2 dagen te bewaren in de koelkast en goed te verhitten voor gebruik.