De temperatuur aan het oppervlak van Venus is erg hoog (737 K = 474 °C) en varieert nauwelijks van de zonovergoten zijde tot de nachtzijde. De temperatuur van de grond ligt dicht bij 460 °C.
Zon. Doordat Venus dichter bij de zon staat ontvangt het bijna twee keer zoveel zonlicht als aarde. Op het oppervlak is het wel 464°C, nog warmer dan in de zon op Mercurius! Dat komt doordat de dikke wolken alle warmte vasthouden.
De temperatuur kan oplopen tot 465 graden Celsius en daarmee is Venus de heetste planeet in het zonnestelsel. Omdat Venus de planeet is die het dichtst bij de aarde staat, is er veel onderzoek naar gedaan. Tientallen onbemande ruimtemissies zijn er al naar Venus gegaan.
De temperatuur op Venus is gestegen tot vierhonderdvijfenzestig graden. Dat is heet genoeg om lood te doen smelten. Daarmee is Venus nog heter dan Mercurius.
Op Venus duurt een zonnedag iets minder dan de helft van een siderische dag : dat wil zeggen 116 aardse dagen en 3/4 (116d 18u). Dus zijn er iets meer dan 2 volledige zonnedagen in één siderische dag ! Dagen en nachten op Venus duren bijna 2 aardse maanden (58d 9u).
Leven zoals wij het op aarde kennen, is onmogelijk op Venus omdat de atmosfeer te weinig waterdamp bevat.
5 – 6 september. Venus is de helderste planeet aan onze sterrenhemel.
Uranus is de koudste planeet in het zonnestelsel, met een minimumtemperatuur van -224°C (-371°F). Uranus is de enige planeet waarvan de evenaar bijna haaks op zijn baan staat, waardoor het lijkt dat hij op zijn zijkant lijkt te draaien op zijn orbitale baan.
Venus lijkt wat afmetingen en opbouw betreft veel meer op de aarde, maar de omstandigheden aan het oppervlak zijn onvergelijkbaar. De luchtdruk is er negentig maal zo hoog als de luchtdruk op aarde, en als gevolg van een supersterk broeikaseffect is de oppervlaktetemperatuur bijna vijfhonderd graden Celsius.
Licht weerkaatsen
"De planeten zelf geven geen licht, maar ze weerkaatsen het licht van de zon." Venus is vanaf de aarde de dichtstbijzijnde en de helderste planeet. "Die heeft een erg dik wolkendek waar licht makkelijk op kan weerkaatsen.
De planeten Uranus en Neptunes bestaan uit ijs en worden ook wel 'ijsreuzen' genoemd. Deze vier planeten hebben dus ringen. De ringen om deze planeten bestaan uit meteorietstofdeeltjes en ijs. Deze planeten hebben een sterk magnetisch veld waardoor ze het ijs en meteorietstofdeeltjes aantrekken.
Op de maan is het altijd heel erg koud
De maan heeft geen atmosfeer en daarmee ook geen bescherming tegen de straling van de zon. In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
Temperatuurbereik op Venus (in Celsius)
Bijgevolg daalt de oppervlaktetemperatuur tijdens een nacht op Venus, die ongeveer 58 Aarddagen duurt, maar heel weinig. Dit geldt echter niet in de hoogte waar de atmosfeer veel dunner is. Op 100 km hoogte varieert de temperatuur tussen +27°C tijdens de dag en -143°C 's nachts.
Jupiter staat vijf keer zo ver van de zon als de aarde. Daarom is het oppervlak heel koud: rond honderdvijfenveertig graden onder nul.
De planeet in ons zonnestelsel die het verst weg staat is Neptunus. Als je vanaf de zon reist duurt het heel lang voordat je er bent. Je komt dan eerst langs de zeven andere planeten in ons zonnestelsel. Neptunus is wel 57 keer zo groot als de aarde.
De atmosfeer op Venus is veel dikker dan de atmosfeer op Aarde. De atmosfeer op Venus is zelfs zo dik, dat het voor de mens giftig is om in te ademen.
De kleuren van de acht planeten in ons zonnestelsel zijn al langer bekend: Mercurius is grijs, Venus is beige, de aarde is blauw, Mars is rood, Jupiter is oranje-wit, Saturnus is geel en Uranus en Neptunus zijn blauw. De kleur wordt bepaald door de samenstelling van het oppervlak en de atmosfeer.
Jupiter is niet alleen de grootste, maar nu ook officieel de oudste planeet van ons zonnestelsel.
We weten heel weinig over Pluto. Het oppervlak is heel erg koud, wel 230 graden onder nul. Alles is er dan ook bevroren.
Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus bestaan uit gas.Daardoor zijn ze ongeschikt voor leven zoals wij dat kennen, en trouwens ook om op te landen. Van de planeten in ons zonnestelsel is Mars dus de beste optie.
Jupiter wordt daarom ook wel een " mislukte ster" genoemd. Hoewel Jupiter voor een planeet enorme afmetingen heeft, zijn de massa en de inwendige temperatuur echter niet voldoende groot om een nucleaire fusiereactie teweeg te brengen.
Het wintersterrenbeeld Orion is voor veel mensen het mooiste sterrenbeeld aan de hemel. Vooral de drie gordelsterren die op één lijn staan, zijn opvallend. De helderste sterren van een sterrenbeeld krijgen Griekse letters. De drie gordelsterren zijn delta, epsilon en zeta Orionis.
Sirius. De helderste ster aan de hemel is dan weer niet noodzakelijk de ster die van zichzelf het felst straalt. Sirius is voor een groot deel zo helder doordat hij tot de meest nabije sterren behoort. De op een na helderste ster Canopus oogt iets zwakker dan Sirius, maar staat wel ruim 35 keer zo ver weg.